1

144 4 0
                                        

Het geluid van het vrolijke gelach van mijn ouders is een aangename begroeting bij binnenkomst. Het zorgt ervoor dat ik voor even in staat ben om de beladen onrust die ik van binnen voel opzij te zetten. Het is niet direct verdwenen, maar op dit moment weegt het niet op tegen de vreugde die in mijn lichaam gevormd wordt. Mijn vader houdt de hand van mijn moeder omhoog en laat haar een rondje draaien. Volledig uit de maat van de muziek klungelen ze dansend verder, waarnaar hij haar vasthoudt in een liefdevolle omhelzing en een kus op haar hoofd plant. Ik sta tegen de deurpost aangeleund en kijk met een onvermijdbare glimlach op mijn gezicht naar het tafereel.

Mijn moeder is de eerste die mijn aanwezigheid doorheeft. Met een lach maakt ze zich los uit de omhelzing en zet ze de muziek uit, waarnaar ze haar arm om mijn vaders middel slaat. 'Mam! Pap!' roept ze plagerig naar me uit. 'Bah!' Zodra mijn vader door heeft dat ik er ben, slaat hij zijn armen weer om mijn moeder heen en schenkt hij haar nogmaals een aantal kusjes, deze keer op haar wang. Wanneer hij ziet dat ik er niet om verschiet, maar alleen maar breder glimlach, merkt hij op: 'Hoort het niet bij deze tijd om je te schamen voor het gedrag van je ouders?'

'Jullie gedrag is nooit schaamtevol,' antwoord ik terwijl ik de keuken binnenkom en me bij hen voeg. Welwillend slaan ze hun armen om me heen en sta ik toe dat ze mij omhelzen. De liefde die ze in zich hebben en delen met andere mensen heb ik altijd al bewonderd. Het inspireert me om overal iets positiefs in te vinden en om het goede te willen doen.

We kijken op bij het horen van gestommel op de trap. 'Kairi, heb jij mijn rekenmachine ergens ge-' begint Soran vanaf de gang, maar zodra hij in de deuropening staat en ons zo samen ziet staan, maakt hij zijn zin niet af. 'Oh,' mompelt hij opgelaten, 'sorry, ik wilde niet inbreken.'

Mijn eerste reactie is om mezelf direct los te maken van het contact met mijn ouders om Sorans gevoelens te waarborgen, maar hun greep verzwakt niet. 'Inbreken?' stelt mijn moeder hoofdschuddend. 'Lieve Soran, doe niet zo gek.' Mijn vader is het met haar eens. 'We beginnen de dag met een gezinsknuffel,' zegt hij. Mijn ouders steken allebei uitnodigend één arm uit en kijken mijn neef afwachtend aan. Hij weet duidelijk niet wat hij moet doen. Twijfelend kijkt hij naar mij, alsof hij wacht totdat ik het goedkeur. Ik trek mijn mondhoeken iets omhoog om hem gerust te stellen. Dan schuifelt hij ongemakkelijk dichter naar ons toe en wordt hij betrokken in de groepsknuffel.

Het moment waarop we onszelf allemaal losbreken uit het contact zorgt voor nog wat ongemakkelijkheid, met name bij Soran en mij. Snel probeer ik het weg te laten vloeien. 'Je rekenmachine?' vraag ik dan, waarop hij knikt. 'Ik denk dat je hem gisteravond op de tafel hebt laten liggen, bij je wiskunde notities.' Ik loop de open keuken door naar de tafel. Soran maakt gebruik van het moment om met me mee te lopen. Mijn moeder zet de muziek weer aan en gaat samen met mijn vader verder met het voorbereiden van onze lunchboxen.

Ik wil hem zachtjes vragen of hij oké is, maar Soran lijkt snel weer over het moment heen te willen praten. 'Ah, daar is het,' verzucht hij opgelucht. Hij pakt het ding vast en houdt hem even omhoog. 'Het is moeilijk om een wiskunde examen te maken zonder rekenmachine.'

'Daarover gesproken,' brengt mijn vader in terwijl hij begint te rommelen in één van de lades, 'neem deze mee.' Hij komt naar ons toe gelopen en vult Sorans lege hand met wat extra batterijen. 'Altijd handig,' voegt hij met een knipoog toe. 'Je weet maar nooit wanneer ze op zijn. Straks moet je al die sommen uit je hoofd oplossen!' Mijn ouders delen een lach terwijl ze aan een herinnering denken, maar diezelfde herinnering zorgt ervoor dat er een knoop in mijn maag gevormd wordt die alsmaar groter wordt. 'En toch wist hij het voor elkaar te krijgen om dat examen te halen,' vertelt mijn moeder onder de indruk. Ze sluit onze lunchboxen en voegt zich weer bij ons. 'Wat is onze Kaito toch slim,' beaamt mijn vader.

Tot bijna drie jaar geleden was ik nog onbekend met de hartverscheurende pijn die het besef van een "verleden tijd" in een mens kan veroorzaken. Was. Hij wás slim.

Ik wil de vrolijke stemming waarmee mijn ouders de dag begonnen niet bedrukken, maar het liefst zou ik tegen ze willen schreeuwen. Ze weigeren om over mijn broer te praten zoals de realiteit is en blijven me pijnigen met die ellendige tegenwoordige tijd, alsof hij zich nog altijd onder ons bevindt en ieder moment de kamer in zou kunnen lopen. Dat is niet zo. Dat zal hij nooit meer kunnen.

'Bedankt voor de lunch, mam,' zeg ik terwijl ik de box aanpak en het in mijn tas stop. 'Ik zie jullie vanavond.' Mijn ouders kijken elkaar even schuldbewust aan, waarop mijn vader stamelt: 'Sorry, lieverd, het spijt me dat ik over Kaito sprak in de-'

'Het maakt niet uit,' zeg ik snel, terwijl ik probeer te verbergen dat het horen van zijn naam steken in mijn buik veroorzaken. 'We moeten gaan,' zeg ik dan haastig, 'tot vanavond.' Ik wil mijn rugzak over mijn schouder slingeren, maar mijn vader legt zijn handen zachtjes op mijn armen en kijkt me verdrietig aan. 'Wat stom van me, ik had moeten nadenken. Zeker nu het volgende maand drie jaar geleden is..'

Praten over mijn dode broer maakt me nog altijd verdrietig, zeker op moeilijke momenten zoals deze, maar ik heb mijn ouders beloofd dat ik me niet meer af zou sluiten. 'Het is niet jullie schuld,' probeer ik door mijn vochtige ogen heen met een trieste glimlach te zeggen. 'Ik vind het fijn dat jullie zover zijn om op deze manier over hem te praten, maar..'

'Maar jij bent daar nog niet.' Mijn vader knijpt bemoedigend in mijn arm. 'Het spijt me, lieverd.' Ik schud mijn hoofd en sla mijn armen om mijn vader heen. 'Het is niet erg, pap. Ik kom er wel.' Ik vind het vreselijk om niet te weten of ik nu aan het liegen ben, maar ik moet sterk blijven voor mijn ouders. Zeker nu het wat beter met hen lijkt te gaan en ze de draad weer op lijken te pakken, is het belangrijk dat ik dat ook doe. Ik leun weer naar achteren en leg mijn hand op mijn vaders schouder. 'Ik kom er wel,' herhaal ik. Ik zeg het met zoveel overtuigingskracht dat ik het zelf bijna begin te geloven. Toch doet het zoveel pijn om de tranen in mijn ogen terug te forceren dat mijn keel ervan begint te prikken.

Ik slinger mijn rugzak om mijn schouder en maak een respectvolle buiging met mijn hoofd voordat ik me omdraai en naar de deur loop. 'Bedankt voor de extra batterijen en de lunch,' hoor ik Soran nog mompelen voordat hij achter me aan komt. De deur is nog maar net achter ons in het slot gevallen, wanneer ik een diepe zucht uitslaak en een paar keer slik.

'Het spijt me,' mompelt Soran terwijl hij zijn hoofd naar de grond buigt. Ik weet niet precies waarvoor en ik haat het om hem zo opgelaten en verdrietig te zien, dus schud ik mijn hoofd. 'Het is oké,' probeer ik hem mee te geven, 'het gaat wel weer.' Hij lijkt enorm te twijfelen, maar dan brengt hij toch langzaam zijn hand naar me toe, alsof hij me de mogelijkheid geeft om me weg te draaien. Wanneer ik dat niet doe, legt hij zijn hand op mijn schouder neer en geeft hij me een bemoedigend kneepje.

Er staan allerlei gepijnigde emoties in zijn ogen. Ik weet dat hij niet alleen met mij meeleeft, maar dat hij zelf ook pijn heeft. Niet alleen hebben ouders hun kind en een zusje haar broer verloren, maar er is ook een neef verloren gegaan die erg geliefd was. Zeker na alles wat er gebeurd is, moet het moeilijk voor Soran zijn om nu bij ons te wonen.

'Gaat het met jou?' vraag ik hem. Hij haalt zijn schouders op en zucht. 'Ik kom er wel.' Hij hoeft niets meer uit te leggen: ik begrijp precies wat hij bedoelt.

'Kom,' zeg ik terwijl ik mijn hand even op de zijne leg en een klein kneepje geef, 'we kunnen de metro nog halen.'

♠ ♦ ♣ ♥ Alice in Borderland ♥ ♣ ♦ ♠Место, где живут истории. Откройте их для себя