Hoofdstuk 61

1.7K 111 46
                                    

Plots was al het geluid uit de straat weggevaagd en was het net of ik alleen met David daar stond. Hij hield mijn handen vast en keek me diep in mijn ogen aan.

"Hailey?"

Ik haalde diep adem maar het voelde alsof de zuurstof mijn longen niet bereikten.

"Alsjeblieft?"

Hij liet een hand los en legde zijn warme hand op mijn wang.

Zijn aanraking zorgde ervoor dat er een tinteling door mijn hele lichaam ging.

Een traan rolde van mijn wang maar zijn duim ving die al snel op en veegde hem weg. Ik keek op naar hem, en staarde terug in zijn ogen.

Hij trok mijn gezicht nog de laatste paar centimeter naar zijn gezicht toe.

Zijn lippen raakte voorzichtig mijn lippen aan.

"David..." Ik kreeg geen lucht. Ik zette een stap achteruit en probeerde wat lucht in mijn longen te krijgen. David liet me niet los en haalde zijn ogen niet van me af.

"Ik kan dit niet...' Ik draaide mijn gezicht weg van zijn hand. "Waarom niet?" Vroeg hij zacht.

"Laurens..." David liet mijn gezicht los en plots miste ik zijn warmte op mijn wang. "Alsjeblieft Hailey..."

"Het is te gecompliceerd" "Hoe dan?" "Onze ouders..." "Hailey, dat is niet onze zaak. Laat het los. We zijn niet van hen"

Ik liet zijn hand los. Ik zag pijn door zijn ogen gaan. Ik wilde nog iets zeggen om het beter te maken. Ik wilde hem geen pijn doen, zelfs niet na alle pijn die ik door hem afgelopen jaren heb doorstaan, ondanks dat kon ik het niet. Maar ik wist niet wat ik nog kon zeggen om het beter te maken.

Ik draaide me om en liep snel de straat uit. Ik liep door de verschillende straten, geen idee welke richting ik op ging.

Ik herkende de buurt weer en wist dat ik in de buurt van Addisons huis stond.

Verbaasd keek ze me aan toen ik met betraande wangen voor haar deur stond. "Hailey? Wat doe je hier?"

"Ik heb alles verpest" Ze keek met onduidelijkheid in haar ogen maar liet me toch in. "Wat heb je gedaan?"

"Ik heb David gekust, nee, hij heeft mij gekust maar ik trok me niet terug. Alles valt uit elkaar"

"Dit is iets wat ik vier jaar geleden had verwacht, niet vandaag"

"Addison, ik weet niet wat ik moet doen. We stonden daar op straat en hij liet me over alles twijfelen. Ik dacht dat ik mijn leven op orde had, maar het is niet perfect"

Ze legde haar hand op mijn arm en keek me begripvol aan. "En Laurens?"

"Ik had mezelf zo hard overtuigd dat ik van hem hield. Maar nu begin ik te twijfelen, door iets wat David zei"

"Hou je van David?" Vroeg ze voorzichtig. "Ik... Ik weet het niet"

Ik begon hard te huilen.

Voor even had ik mijn leven op een rijtje. Ik was gelukkig met mijn werk, ik was gelukkig met Laurens en het leven wat we samen aan het opbouwen waren. Maar misschien was het wel allemaal bedrog.

Mijn telefoon begon te trillen in mijn zak. Laurens verscheen op het scherm. Ik begon harder te huilen. "Ik neem wel op"

"Met Addison.... Ik zal het doorgeven"

"Hij wil dat je direct naar huis komt" Ik keek haar met grote ogen aan. "Ik ben zo'n sukkel. Hij weet het nu al. De straten van New York zijn zo druk, iemand heeft het hem verteld"

Ze schudde haar hoofd. "Dat denk ik niet eerlijk gezegd. Hij klonk paniekerig. Alsof er iets ergs was gebeurd. Als het dat was, dan zou hij wel bozer hebben geklonken"

Ik verborg mijn handen in mijn gezicht. "Wat moet ik nou doen?"

"We gaan je gezicht opknappen. Je gaat naar Laurens en luistert naar wat hij te zeggen heeft. Je hoeft hem niks over die kus te zeggen, niet zolang je je gevoelens nog niet op een rijtje hebt"

Ik knikte en kneep in de hand van Addison. "Dank je"

Na alle ellende van afgelopen jaren, stond Addison nog steeds voor me klaar. Dat zou me een geweldig gevoel hebben gegeven als ik me niet zo slecht als nu voelde.

~*~

"Laurens?" Ik keek naar de spiegel langs de voordeur terwijl ik de deur liet dichtvallen. Addison had mijn ogen helemaal vermomd. Als je het niet wist zou je het niet eens opvallen dat ik mijn ogen bijna uit mijn hoofd had gehuild.

"Hailey" Zijn stem klonk uit de woonkamer. Ik liep naar hem toe en hij zat ... nerveus? op de bank.

"Wat is er?" Hij stond op en keek me met betraande ogen aan. "Ik... het spijt me" Verbaasd bleef ik in de deuropening tussen de hal en de woonkamer staan. "Waar heb je het over?"

De voordeur vloog open en een vrouw van mijn leeftijd kwam binnen. "Ben jij Hailey?" Verbaasd keek ik van haar naar Laurens. "Wie is zij?"

"Hailey..." Laurens probeerde iets te zeggen maar hij kreeg de kans niet. "Ik ben zijn minnares" Mijn mond viel open.

Wat?

"Wat?"

"De afgelopen vijf maanden als je aan het werk was, of op school, kwam hij naar mij toe. Of lunchpauzes op het werk. Hij is op je uitgekeken omdat je te afwezig bent"

Mijn mond viel open en ik keek verbluft haar aan. "Wat?"

"Ik ben zijn collega en zo nu en dan..." "Hou je mond!" Schreeuwde ik tegen haar.

Ik draaide me om naar Laurens. "Is dit waar?" "Het spijt me Hailey"

Ik sloot mijn ogen en haalde diep adem.

Ik kon het nu ook zien,

Ik voelde het niet alleen meer, maar ik zie het nu ook

hoe gebroken alles is

The Next GenerationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu