•~•5•~•

18 4 0
                                        

Na het onderdeel kampvuur maken gaat Melanie boeken bestuderen over verschillende soorten planten.

Ze kent er al een hoop, dus veel tijd kost het haar niet.
Ze heeft alle giftige planten uit haar hoofd geleerd, zodat ze weet dat de rest eetbaar is.

"Misschien moet ik leren omgaan met een mes." Zegt ze in zichzelf.
Ze loopt naar het onderdeel mes werpen en ziet dat Dex net weg loopt.

Ze negeert het en pakt 2 messen van een grote, ijzeren tafel.
Ze loopt naar een plek dichtbij de tafel en gaat recht staan, zodat ze oog in oog staat met de plastic pop.

Melanie werpt het eerste mes.
Hij vliegt door de ruimte en beland met een hard geluid in de muur erachter.
Geschrokken van haar fout razen er zenuwen door haar heen.
Ze zal dit nooit overleven.

Met een trillende hand neemt ze het andere mes in handen.
Ze ademt diep in en werpt het recht naar voren.

Het mes vliegt over de pop heen en beland in de muur.
Teleurgesteld loopt ze weg uit de ruimte.

Dex heeft het gezien.
Hij moet en zal het zelf goed leren.

Nadenkend over haar grote mislukking probeert ze een nieuw onderdeel te zoeken.
Ze ziet hoe bijna iedereen druk in de weer is met zwaarden en speren.
Behalve zij.
Ze weet zich geen raad, dus besluit om even te gaan zitten en alles op een rijtje te zetten.

Ze strompelt naar een bankje en ploft erop neer.
Ze bekijkt de binnenkant van haar handen en merkt niet dat er een paar tranen over haar wangen rollen.

Dex heeft het gevoel dat hij nu in actie moet komen.
Hij luistert naar zijn gezonde verstand en loopt richting Melanie.

Hij gaat naast haar zitten.
Zijn knieën trillen een beetje.
Hij ademt diep in.

Melanie kijkt geschrokken omhoog en staart met haar betraande ogen naar Dex.
"Wat doe je hier?" Vraagt ze. "Ik zie er verschrikkelijk uit en ben een grote mislukking."

Hij pakt haar hand.
"Ik wil je helpen."
Verbaasd kijkt Melanie naar Dex.

"Ik ga je tijdens het spel helpen."
"Nee, alsjeblieft, breng je leven niet in gevaar om zo'n zwakkeling als ik te beschermen."

Dex bekijkt Melanie's ogen.
Hij ziet dat ze zijn hulp graag wilt, maar dat ze het niet toe kan staan.

"Of je het wilt of niet, ik help en bescherm je."

Hij laat haar hand los en staat op.
Hij loopt weg en gaat naar de zwaarden.

Melanie blijft zitten.
Ze is enorm verbaasd.
Ze wilt het niet, maar toch voelt ze zich veilig.

Ze zucht diep.
Ze veegt haar tranen weg en staat op.
"Als hij me beschermt met vechten, zal ik hem moeten laten leven met voedsel, water en onderdak."

Ze loopt met snelle passen naar een kast vol met boeken.
Ze pakt er eentje uit waarin informatie staat over het bouwen van hutten of daken.

Ze neemt de belangrijkste hoofdstukken en begint ze aandachtig te lezen.

-Na dat boek gaat ze lezen hoe ze op kleine dieren moet jagen, voor voedsel.
Dat is een klein boek.
Ze moet een mes zien te krijgen als ze dat wilt gaan doen.

Ze heeft het boek snel uit en kijkt op.
Ze ziet hoe Dex aan het vechten is met een zwaard tegen een andere tribuut.

Zodra ze bij een punt komen als ze elkaar moeten doden, stoppen ze.
Dex wint.

Met glimmende ogen kijkt Melanie naar Dex die de verliezer een schouderklop geeft.

Hij geeft hem wat bemoedigende woorden en loopt weg.
Snel kijkt Melanie naar de kast met boeken.
Het liefst wil ze ze allemaal lezen, maar daar is de dag te kort voor.

Verspreid over de hele dag heeft Melanie nog een aantal boeken gelezen.
Ze weet hoe ze water kan vinden, in droge gebieden, hoe ze in bomen kan klimmen en daar beschutting kan maken, hoe ze van planten medicijnen kan maken en waarmee ze het beste eten kan maken.

Dex heeft de hele dag verschillende wapens uitgeprobeerd.
De boog kan hij niet goed gebruiken.
Hij heeft liever een zwaard, mes of speer.

Toen het half 1 was kregen de tributen per persoon 2 boterhammen met kaas en ham.
Ze kregen een flesje water waar ze de rest van de middag mee moesten doen.

De bel gaat weer af.

Melanie slaat haar boek dicht en zucht.
Ze vind het genoeg om te weten hoe ze moet overleven en moet zorgen voor Dex en zichzelf.

Ze staat op en rekt zich flink uit.
Haar benen strekt ze kort en ze maakt weg naar de eetzaal.

Terwijl ze onderweg is naar het voedsel hoort ze zacht gehuil.
Ze kijkt om zich heen en ziet Brenda, huilend tegen de muur.

Gehaast loopt Melanie naar haar toe en vraagt wat er gebeurd is.
"Een soldaat heeft me geslagen." Zegt ze huilend.
"Had hij daar een reden voor?" Vraagt Melanie.
Ze schudt haar hoofd.

"Ik liep langs hem en stootte tegen zijn arm. Het ging zo snel. Voor ik het wist lag ik op de grond met een bloedende neus."
Snikkend laat ze haar neus zien. Hij is rood.

"O meid. Ik ben bang dat je neus gebroken is." Zegt Melanie geschrokken.
Brenda trekt wit weg.
"Ik ga dood."

Verbaasd kijkt Melanie naar Brenda.
"Ik ga dood!"

"Je neus is alleen maar gebroken." Zegt Melanie zo kalm mogelijk.
"Maar morgen gaan we beginnen aan het spel. En dan ook nog die vreselijke bedden. Ik ben morgen te zwak."

"Ik weet hoe ik dit moet behandelen. Ik heb er net een heel boek over gelezen."

Met angstige ogen kijkt Brenda naar Melanie.
"W-wil je me helpen?"
Melanie knikt.

Ze zucht diep.
"Ga eerst eten, daarna help ik je." Zegt Melanie.

Ze knikt en loopt samen met Melanie naar de eetzaal.

Ze gaan op hun vaste plek zitten en krijgen erwtjes met kip voorgeschoteld.
Melanie neemt een grote schep appelmoes, maar Margaret walgt ervan.

Dex begint te vertellen over wat hij geleerd heeft en wat hij allemaal gaat proberen.
Melanie deelt haar verhaal over hoe je moet survivalen.
Dex zegt: "Ik denk dat we er samen wel uit komen."
Melanie zwijgt even.
"Ik weet niet of ik zal blijven leven." Zegt ze bang.

"Weet je dit nog? 1 jongen én 1 meisje zullen gekroond worden als winnaar."

Melanie kijkt stomverbaasd naar Dex. "Dat was ik helemaal vergeten."
Met open mond staart Melanie naar Dex die met een grote glimlach op zijn gezicht begint te eten.

Er is weer hoop.

----------------------------------------------

Geen genadeМесто, где живут истории. Откройте их для себя