•~•9•~•

23 4 2
                                        

De volgende morgen wordt Melanie wakker door Dex.
Hij niest voluit, waardoor ze allebei rechtovereind schieten.

"Ook goedemorgen." Zegt Melanie.
Ze wrijft in haar ogen en rekt zich uit.

"Sorry." Dex haalt zijn neus op en wrijft eroverheen.
"Hij begon opeens te kriebelen."

"Ach, dan zijn we wakker en kunnen we ons voorbereidden op onze zware reis." Zegt Melanie.

Dex staat op en rekt zich uit.
"Ik ga water zoeken. Ik barst van de dorst."

Melanie staat ook op en begint gelijk de hut af te breken.
Ze trekt het touw los en haalt de bladeren eraf.

"Waarom haal je het uit elkaar?" Vraagt Dex.
"Ik wil niet dat andere mijn dingen gebruiken. Dan moeten ze het zelf maar leren."

Dex knikt tevreden naar Melanie.

"Ik haal je wel als ik water heb gevonden."

"Nee wacht." Zegt ze snel.
"Wacht alsjeblieft. Ik wil niet alleen zijn."
Dex knikt.
"Ik zal blijven."

Melanie zucht tevreden en gooit de takken en bladeren weg.

"Heb je alle spullen?" Vraagt ze aan Dex.
Hij checkt hun tijdige leefgebied en knikt.
"Ik geloof het wel."

Melanie pakt haar rugzak en stopt het mes in het zijvakje.
"We kunnen gaan."

Samen lopen ze weg van hun slaapplek.

Ze beginnen aan hun zoektocht naar water en voedsel.

Dex kijkt om zich heen.
Het felle zonlicht zorgt ervoor dat hij niet omhoog kan kijken.

Melanie probeert zo dicht mogelijk bij Dex te blijven.
Ze is vreselijk bang.

Melanie pakt de hand van Dex.
Hij kijkt er kort naar en knijpt er zachtjes in.
Het geeft Melanie een rustgevend gevoel.

Ze lopen over knisperende takjes en blaadjes en af en toe schiet er een salamander voorbij.
Melanie schrikt soms van een insect die langs haar hoofd voorbij vliegt.

Dex blijft alert.
Hij wilt water hebben.
Melanie luistert juist naar geluiden van vogels en insecten.
Ze geniet van het getjirp.

Dex wijkt dan af van hun weg.
Melanie wordt uit haar rustgevende momentje gerukt, door het snelle lopen van hem.

Melanie begrijpt niet wat hij doet.
Pas als ze het geluid hoort van stromend water, weet ze het.

Vol blijdschap loopt Melanie het kleine beekje in.
Haar kleren worden gevuld met het verfrissende water.

Ze sluit even haar ogen en hoort hoe Dex hetzelfde doet.
"Heb je een fles of iets?" Vraagt Melanie.

"Nee." Zegt hij.

Melanie begint diep na te denken.
"Hoe kunnen we het water dan meenemen?"
"We kunnen een veldfles maken van wat bladeren." Zegt Dex.
"O? Kan dat?"

Hij knikt en stapt met trage stappen uit het water.
"Ik begin meteen." Zegt hij.

Melanie kijkt toe hoe Dex van wat stevige bladeren een kom vormt.
Hij zet er een ander blad aan vast, waardoor er een fles ontstaat.

Geen genadeDonde viven las historias. Descúbrelo ahora