Hoofdstuk 1.2

1.4K 67 3
                                    

Jerremy had zijn zus inmiddels in de houtgreep genomen, die smeekte om genade. Toen hij mij zag, verscheen er een grijns rondom zijn lippen en liet hij Em los.

'Voor deze ene keer kom je er goed mee weg zusje, omdat je visite hebt.'

'Hé, volgens mij hoor ik tegenwoordig bij de inboedel,' zei ik plagend en stak mijn tong uit. Jerremy haalde zijn schouders op, mompelde iets en verdween uit de woonkamer. Ik nam naast Emily plaats op de bank, die al vloekend probeerde haar blonde haren te fatsoeneren.



'Echt, ik vermoord hem nog eens,' mopperde ze en haalde haar haarelastiekje van haar pols af. Behendig bond ze haar blonde haren bijeen tot een keurige paardenstaart. Emily was naast haar kledingkeuze, ook nog eens het toonbeeld van perfectie in de ogen van vele jongens. Met haar lange blonde haren, haar blauwe ogen, en haar perfecte slanke lichaam – geen enkele jongen kon haar weerstaan. Naast haar zag ik er maar gewoontjes uit. Mijn bruine haren droeg ik bijna altijd los. Af en toe lukte het mij om met de föhn wat krullen erin te brengen, anders waren ze gewoon stijl. Ik was wel trots op mijn blauwe ogen, alleen waren ze zeker niet zo helder als die van Em. Emily was lang. Ik was klein. En zo als Emily al mooie vrouwelijke rondingen had, was ik zo plat als een dubbeltje. Een kleine B-cup. Daar kon ik het mee doen.

'Als je hem vermoord, kom je nooit achter zijn sappige seksleven,' hielp ik haar herinneren.

Een kreun verliet haar lippen. 'Ah ja, dat is waar ook. Ik begrijp nog steeds niet waarom hij zulke dingen niet met mij wil delen. Als ik nu een zus had gehad –'

'Dan had zij jou waarschijnlijk nog niets verteld. Zulke dingen zijn gewoon privacy,' onderbrak ik haar voordat ze een hele tirade kon afsteken over waarom ze een zusje wilde. En een plan over hoe ze haar broertje in kon ruilen tegen een zusje.

'Dat weet je niet. Jij hebt niet eens een broertje of zusje.'

Die opmerking kwam harder binnen dan eigenlijk de bedoeling was. Emily zag aan mijn gezicht dat het mij iets deed, en bood snel haar excuus aan. Ik mompelde iets dat het mij niet uitmaakte, en verbloemde de harde waarheid iets. Ik had immers een zus. Ze was alleen op tweejarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. Mijn moeder was toen zwanger van mij. Mijn vader heb ik door deze gebeurtenis nooit gekend, gezien hij niet met het verlies van Laura om kon gaan.

'Fleur, check wie er door mijn straat loopt,' zei Emily plots opgewonden en porde mij met haar ellenboog in mijn zij. Emily ging op haar knieën zitten, met haar buik tegen de rugleuning van de bank aan. Ze tuurde opvallend door het grote raam heen. Ik volgde met lichte tegenzin haar voorbeeld – het leek mij voor desbetreffende voorbijgangen niet fijn om zo aangestaard te worden door puberende meiden. Mijn keel werd echter droog toen ik zag wie het was.

'Ze zeggen dat hij een moord heeft gepleegd,' fluisterde Emily. 'Maar dat er niet voldoende bewijs is om hem op te sluiten, helaas.'

Jace had zijn handen in de zakken van zijn zwarte jeans geschoven en liep nonchalant door de straat heen. Zijn tempo had echt iets weg van dat van een slak.

'Zou hij iets zoeken?' vroeg ik mij hardop af. 'Hij loopt zo traag.'

'Volgens mij heeft hij mijn buurmeisje gedatet. Maar goed, het is hem alleen te doen om de seks als ik haar moet geloven. En dat doe ik, in dit geval.'

'Waarom zou iemand hem willen daten?' mompelde ik.

Emily keek mij met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Nou, dat lijkt mij best wel spannend. Alleen zou mijn moeder er persoonlijk voor zorgen dat ik nooit in contact met zijn soort zou komen. Desnoods bind ze mij vast op en een stoel en zet ze mij op water en brood.'

Een lachje glipte tussen mijn lippen door, omdat ik het beeld al voor mij zag. Emily, vastgebonden op haar bureaustoel, smekend of ze nou dan éindelijk met dé badboy van de buurt mocht daten.

'Ik denk dat ik je moeder dan dankbaar ben,' vertelde ik haar uiteindelijk. De jongen was al uit ons zicht vertrokken, maar toch bleven we uit het raam turen. Iedereen wilde een blik van hém opvangen, maar niemand precies wist wat hij deed. Geruchten dat hij een huurmoordenaar zou zijn, tot aan dat het slechts zijn looks waren die hem er duister uit lieten zien en dat hij waarschijnlijk een studerende jongeman was.

'Ik vind het maar zielig dat er zo over hem gepraat wordt in de stad,' mompelde ik en was mij er pas van bewust dat ik dat hardop had uitgesproken, toen Emily iets mompelde in de trant van ''whatever.''

Dat was tevens het moment waarop ze van de bank afsprong, en plots begon te zingen.

'Whoop whoop, when you run come around, cause I know your the talk of the town yeah!'

'Calabria!' schreeuwde ik en sprong van de bank af. Samen begonnen we te dansen, ons geen zorgen makend over de jongen, die ergens in deze straat was. Of over de buurvrouw, die een rare blik trok toen ze langs het raam gelopen kwam. 

Toxic  #update elk weekend!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu