5. Bloederig

126 31 11
                                    

Met een zoekende blik staar ik langs mijn medeleerlingen. De meesten staan ongeïnteresseerd tegen de rode kluisjes om lekker handig de weg te blokkeren. Een stel meisjes staan giechelend over een telefoon gebogen en praten over hoe geweldig die sixpack wel niet is. Het zou me niks verbazen als het weer van die kleffe Vos-fans zijn. Wat zien ze toch in hem? Ik twijfel alleen of ik nog het recht heb die meisjes zo af te keuren.

Ik realiseer me nu pas hoe weinig ik er heb gesproken. Sommigen heb ik zelfs nog nooit gezien. Met de grootte die onze school heeft, duiken er altijd wel een paar onbekende kindjes op. Gelukkig zie ik Michaël bij zijn kluisje staan en kan ik worden verlost uit mijn lijden.

'Mickey, het is hopeloos,' zeur ik als ik naast hem kom staan. 'Ik kan nooit...'

'Wat is er hopeloos?'

Zinzi's gezicht komt vanachter het vierkante deurtje van Michaëls kluisje vandaan. Haar rode haren zitten in een hoge staart en haar grote ogen worden geaccentueerd door de wing die ze bij haar ogen heeft getekend. Er zitten witte speldjes in haar haren die passen bij de witte jumpsuit die ze aanheeft. Oftewel, om het kort samen te vatten, ziet ze er weer flawless uit. Daar kom ik dan aan met mijn spijkerbroek en grijs shirt.

Ik weet even niet wat te zeggen en probeer mezelf ervan te weerhouden Michaël een hopeloze blik te sturen. Dit moet ik zelf uitzien te vogelen. Ik heb nu alleen geen inspiratie. Ze glimlacht naar me als ze haar vraag opnieuw herhaalt.

'Dani is er iets?'

'... een voldoende halen voor geschiedenis,' maakt Michaël mijn zin af.

Zinzi keert zich naar mij en ik knik om Michaëls leugen als waarheid te bevestigen. Een kriebelig, koud gevoel vormt zich in mijn binnenste en wrijft misselijkmakend tegen mijn maag. Het voelt slecht om iets te verzwijgen voor haar. Gisteren was het anders, dan hadden we het er niet over, nu lieg ik direct tegen haar. Deels dan. Ik geloof ook oprecht dat ik geen voldoende voor geschiedenis kan krijgen. Het is echt veel te veel stof.

'Niet zo negatief, Dani!' Ze glimlacht en legt een hand op mijn schouder. Net alsof ze haar lach daar neer wil leggen. 'Ik kan je aantekeningen geven als je wil?'

'Nee, misschien wat harder leren...' Het komt er onzekerder uit dan de bedoeling was. Zinzi lijkt het wel te geloven en geeft me weer zo'n geruststellende Zinzi glimlach.

'Je overleeft het wel als ik naar Levi ga, toch?'

Ik knik. 'Moet lukken.'

Michaël trekt zijn borstelige wenkbrauwen op en geeft me een je-moet-het-haar-vertellen blik. Het zal de wereld versteld doen staan hoe weinig woorden we gebruiken om te communiceren.

'Ik weet het, ik weet het...' Ik laat een stilte vallen en draai mijn blik van hem af. Hij hoeft mijn gezicht alleen niet af te lezen om te weten wat ik doe.

'Je gaat het niet doen, hè.'

'Eerst wil ik gewoon weten hoe het allemaal in elkaar zit,' antwoord ik, zijn opmerking negerend, 'en dan zie ik wel.'

Michaël ademt diep en zucht net zo dramatisch de lucht naar buiten. 'Ik kan niet wachten op mijn "ik zei het toch".' Hij grijnst plagend en verandert mijn scheiding door een pluk haar naar de andere kant te verplaatsen. 'Wat nou?' reageert hij op mijn frons. Of, zoals wij het zouden vertalen, de wat-ben-jij-nu-weer-aan-het-doen-heb-je-geen-leven-ofzo blik. Onze blikken vertellen heel precieze berichten.

'Het zit zo beter.' Michaël haalt zijn schouders op en wijst naar de andere kant van de gang. 'Nou, ik ga hè.' Hij slaat zijn kluisje dicht, maar ik grijp zijn arm vast. Wanhopig trek ik aan zijn witte hemd tot hij mijn hand niet meer probeert weg te duwen.

'Je laat me toch niet alleen?'

'Nou,' lacht hij, 'eigenlijk wel.' Een beetje verlegen gaat hij door zijn bruine krulletjes heen. 'We gaan kort bij de Mac D stoppen om te eten.' Er verschijnen  blosjes op zijn wangen die je zelfs met zijn getinte huidskleur kan zien. Hij hoeft niet te vertellen over wie hij het heeft. Verliefde kwal dat hij is.

'Mickey, je bent echt de enige die "Mac D" zegt. Het is de "Mac" of "Mc Donalds",' reageer ik alleen maar en vervolgens wuif ik hem met een handgebaar weg.

Hij lacht en heft zijn hand al om irritant door mijn haren te gaan. Dan trekt hij het terug. 'Je ziet er echt beter uit met je haar zo.' Vervolgens loopt hij de babyblauwe gang in. Nieuwsgierig haal ik mijn telefoon uit mijn zak om het even te controleren. Het verschil is niet groot, maar zoals Michaël zei, zie ik er inderdaad beter uit zo. Wie had ooit gedacht dat ik haaradvies van Michaël zou krijgen.

'Kan ik ook op de selfie!' Levi pakt plots mijn schouders beet en doet de meest absurde duckface ooit. Die dingen zijn al van zichzelf vaag, moet je nagaan hoe erg de zijne is.

'Blijf van me af!' Ik schud hem van me af en stop mijn telefoon terug in mijn zak. 'Je weet ook niet van ophouden, hè.' Met een laaiende blik doof ik zijn lach weg. Ik zucht geïrriteerd en loop een willekeurige richting op. Ik ben niet kieskeurig, ik wil gewoon weg. Links en rechts werken hetzelfde.

'Wow,' komt er verbaasd uit zijn mond. Hij staat even stil, maar haalt me dan met flinke passen in. Ik versnel mijn tempo als een subtiele hint. Hij vat het alleen niet en loopt gewoon mee.

'Wat is er met jou aan de hand de laatste tijd?' Als ik niet verblind was door afschuw en ergernis had ik zijn toon "bezorgd" genoemd. Nu klinkt alles wat hij zegt als vieze derrie. Als slakkenslijm dat met spetters je gezicht in komt en je niet kan weg vegen.

'Waar heb je het over?' Ik durf hem niet aan te kijken. Misschien komt die figuurlijke slakkenslijm nog mijn oog in. 'Ik erger me altijd aan jou.' Ik rol met mijn ogen, zo ver en duidelijk als het maar kan. Mijn rollende ogen schreeuwen om begrepen te worden. 'Scheer je weg,' roepen ze hem toe.

'Je bent veel chagrijniger dan normaal,' Levi blijkt mijn hints natuurlijk niet te zien, 'en je comebacks zijn niet meer wat ze geweest zijn.'

Ik deins terug als hij plots voor me komt staan. Hij pakt mijn schouders vast om me op een plek te houden en me van top tot teen te bekijken. Levi's ogen blijven hangen bij mijn borsten, typisch, en vervolgens naar mijn broek. Onzeker staar ik naar mijn simpele spijkerbroek. Zie ik er zo absurd uit vandaag dat ik mode-advies ga krijgen van twee jongens?

'Wat nou!' Ik sla mijn armen over elkaar als hij opkijkt. Levi fronst even, maar al vlug worden zijn ogen groter als hij het antwoord weet.

'Is het de tijd van de maand?'

Ik hap een grote teug lucht naar binnen, maar reageer dan met een vermoeide "ja". 'Nou pas op of bloed ik op je.' Ik steek een waarschuwende vinger op en duw hem aan de kant. Dan stop ik met lopen. Misschien kan ik van Meneer Probleem, Meneer Oplossing maken.

'Wacht, ken jij onderkinnenman?'

'Sinds wanneer is hallucineren een effect van ongesteldheid?'

Met een diepe zucht draai ik me naar hem toe en scroll ik door mijn foto's. Voor ik mijn mobiel aan Levi geef zoom ik vlug in op de persoon. Gewoon, om zeker te zijn dat "wij" niet in het gesprek vallen. Nou, er is natuurlijk geen "wij". Gewoon. Ja, nou, je snapt wel.

'Volgens mij is dat Jake de Groot.' Hij grijnst even. 'Al weten we beiden dat de zijne,' hij staart naar een specifiek mannelijk deel van zijn broek, 'nooit écht groot kan zijn. Niet als de mijne natuurlijk.'

'We weten beiden,' ik trek een wenkbrauw op, 'dat inderdaad niemand zo'n groot ego heeft als jij.'

Met een grijns loop ik verder. Ik heb eindelijk een naam en ja, ik grijns vooral door die beledigende blik van meneer Vos natuurlijk.

Liegen duurt het langstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu