Hoofdstuk 8.2

924 39 6
                                    

Woehoeeee, toch maar een update. Want ik heb vakantie! Of ja, ik heb na de vakantie tentamens, maar goed... Ik loop aardig op schema dus hoop toch ook te kunnen schrijven. Ik wil iedereen hele fijne kerstdagen toewensen! Zie dit als een kerstcadeautje van mij aan jullie. <3


Nadat ik ontbeten had, mijn tanden gepoetst had – natuurlijk was dit de meest logische volgorde – was ik als een gek de fiets opgesprongen, om vervolgens pijlsnel naar school te fietsen. Ik was al laat. Later dan laat zelfs. Net op tijd was ik de les binnengestormd, en had wat excuses gemompeld. De afgelopen drie lesuren waren als een waas aan mij voorbij getrokken. Ik was er totaal niet bij met mijn gedachten. De bel die de pauze aankondigde was enkele seconden geleden door het gebouw heen geschald. De leerlingen stroomden de lokalen uit, op weg naar de aula, klaar om een plekje te veroveren. Naast mij slenterde Ana. Haar Converse rugzak hing over haar rechterschouder. Ik vroeg mij oprecht af hoelang het ding het nog zou overleven. De banden waren versleten, en elk moment konden die het begeven. Ana leek zich nergens druk over te maken, en liep doelgericht naar een plaatsje in de aula. Met een diepe zucht liet ze zich op de stoel zakken, die echt voor geen meter zat. Ik volgde haar voorbeeld, en viste meteen mijn banaan uit mijn tas.

'Wat een les zeg. En zo te zien was jij ook met je gedachten ergens anders,' begon het geklaag.

Ik haalde enkel mijn schouder op, terwijl ik mijn banaan afpelde. Dat vestigde de aandacht van Ana op mijn hand.

'Wat is dat?' Zonder enige waarschuwing vooraf greep ze mijn hand beet – ik liet bijna mijn banaan vallen – en bestudeerde het jongensachtige handschrift wat zich uitte in cijfers.

'Een nummer,' mompelde ik en wilde mijn hand weer terugtrekken. Dat lukte niet. Ana was best sterk.

Met een zucht liet ik het toe. Ik kon altijd zeggen dat het een nummer van een vriendin was. Ik zou gewoon zeggen dat mijn telefoon een paar nummers kwijt was, en daarom – met een ruk schoot mijn hoofd op zij. Doordat ik zo druk bezig was met een smoesje bedenken – waarom eigenlijk? – had ik niet opgemerkt dat Ana haar IPHone 7 uit haar rugzak had gehaald – Ana ging ongelooflijk slordig met het toestel om – en dat ze gretig haar vingers gebruikte op het toetsenbord.

'Wat doe je?' vroeg ik haar en probeerde haar telefoon uit haar handen te krijgen. Hoe kon ik zo dom zijn om mijn aandacht in háár buurt te laten verslappen? Een giechel ontglipte Ana, terwijl ze triomfantelijk haar telefoon omhoog hield. Ik kon er met geen mogelijkheid bij.

'Niets,' vertelde ze mij zo onschuldig mogelijk, maar ik zag haar scherm oplichtten. Ik zag hoe ze een sms bericht aan het opstellen was naar het nummer op mijn hand. Naar Jace. Ik wilde van mijn stoel opspringen, om haar arm vast te grijpen, en haar telefoon uit haar vingers te halen. Maar nee, het lukte mij niet.

'Wáág het niet om hem een bericht te sturen,' siste ik kwaad naar haar. Ik was echt boos. Ana's ogen lichtten op bij het horen van het woord ''hem.'' Zo soepel als het gaat typt ze een bericht, waarvan ik niet kan lezen wat het is. Nog steeds probeerde ik haar telefoon te pakken. Ik voelde me zo kwaad, zo boos, dat ik het uiteindelijk opgaf. Met een ruk schoof ik mijn stoel naar achter, greep mijn tas, en beende boos bij Ana vandaan. Mijn bloed kookte gewoon. Maar ondertussen wist ik ook wel dat het mijn schuld was. Ik was gewoon finaal vergeten mijzelf te douchen vanmorgen – moest ik straks echt even doen. Nog net hoorde ik Ana iets schreeuwen. Iets van ''hij komt eraan!''. Zeker wist ik het niet, waardoor ik mij er niet al te druk over maakte. En mocht Jace komen – kriebels vulden mijn buik plots – dan zou ik hem naar Ana doorverwijzen. Nee, druk kon ik mij er momenteel niet om maken. Ik beende in één rechte beweging naar de toiletten. De pauze was bijna ten einde gekomen, en altijd benutte ik de laatste paar minuten om naar het toilet te gaan. Een gewoonte. Automatisme. Altijd ging ik samen met Ana, maar nu dus even niet. Net voordat ik de toiletten in liep, werd ik bij mijn arm vastgegrepen. In de veronderstelling dat het Ana was, draaide ik mij abrupt om, en gaf haar een klap in haar gezicht. Alle leerlingen om ons heen staarden ons vermakelijk aan. Maar dat duurde niet lang. De bel galmde wederom door de hal, martelde mijn oren. Woedend staarde ik Ana – oh. Mijn wangen kleurden meteen vuurrood, terwijl ik geen idee had hoe ik dit goed moest maken. Het was Jace. Zijn ravenzwarte haren zaten ditmaal keurig in model, en hij droeg geen kapotte spijkerbroek.

'Ik dacht dat je iemand anders was,' bracht ik nog redelijk soepel uit.

'Ik kreeg een smsje, wist niet zeker wat ik ervan moest denken. Dus ben ik maar gekomen,' was zijn simpele verklaring. Ik staarde naar mijn schoenen. Ik had geen idee wat Ana hem gestuurd had, maar ik hoopte echt niet dat het iets ernstigs was. De leerlingen waren inmiddels naar hun lokalen gelopen. We waren alleen. Met zijn tweeën. In een verlaten schoolgang. Ik moest toegeven dat ik het nu wel spannend begon te vinden. Maar dan op een goede, aantrekkelijke manier.

'Het spijt me,' zei ik hem, maar dat leverde mij een niet begrijpende blik op van Jace.

'Van je wang. En van het smsje. Mijn vriendin zag jouw nummer –' , net op tijd staakte ik mijn zin. Hoe zou hij reageren als hij wist dat zijn nummer nog op mijn hand stond? Al snel kwam ik daar achter. Zijn donkere ogen gleden langs mijn lichaam, naar mijn handen, die losjes langs mijn lichaam hingen. Een grijns trok aan zijn mondhoek toen hij zijn rafelige handschrift herkende. Ik onderdrukte net op tijd de woorden dat ik nog moest douchen. Wat moest hij dan wel niet van mij denken?

'Ik zie het.'

'Wat stond er in het smsje?' vroeg ik hem snel. Ander onderwerp. Jace haalde zijn telefoon – tot mijn grote verassing was het een HTC model – uit zijn broekzak en zocht de tekst op. Het duurde niet lang voordat hij het gevonden had, en het voorlas. Zijn stem was hemels – en ik maakte mij oprecht zorgen om mijzelf dat ik er zo over dacht.



''Hoi, jouw nummer staat op de hand van een vriendin. Is dat voor noodsituaties?''



Een diepe zucht glipte tussen mijn lippen door. Ik maakte een mentale aantekening dat ik Ana hier echt nog op aan moest spreken. Nu begreep ik wel waarom Jace hier was. Zijn nummer was inderdaad voor geval van ''nood.'' In het geval Nathan mij weer lastig zou vallen. Niet in het geval wat Ana waarschijnlijk dacht: als ik zin had in bepaalde handelingen. Jace had natuurlijk aan iets heel anders gedacht en kwam voor de zekerheid polshoogte nemen. Best lief. Dat zorgde ervoor dat ik mij nog meer schuldig voelde over het feit dat ik hem geslagen had. Voor ik het zelf door had, waren de woorden mijn lippen al verlaten. Als in een reflex. Als iets wat ik altijd aanbood als ik mij schuldig voelde.

'Kan ik je trakteren op een drankje?'




Naaaah, Kerst date <3

Oké, dan ga ik nu verder met hoofdstuk 18!

Toxic  #update elk weekend!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu