Hoofdstuk 10

195 9 1
                                    

Na een tijdje gereden te hebben, komen we aan bij het ziekenhuis. Ik ben heel erg misselijk van de zenuwen en kan dan ook niet normaal lopen. Floris kijkt me bezorgd aan en slaat zijn arm om me heen. We komen aan in de wachtkamer, waar Floris zijn vader naar de balie gaat om te melden dat we er zijn. Na een tijdje wachten hoor ik mijn naam geroepen worden. Als ik op sta knijpt Floris me bemoedigend in mijn hand. We lopen samen naar de arts die mij geroepen heeft. Als we het kamertje inlopen, gaan we zitten aan het bureau van de arts en wachten tot dat de arts zelf ook gaat zitten. Hij stelt zich voor. ' Hoi Eva, ik ben dokter Sonneveld en ik ga vandaag wat onderzoekjes bij je doen.' Ik knik en houd Floris zijn hand nog steviger vast. 'Eva? Wil je zo dit aantrekken, zodat we kunnen beginnen.' Hij houd een soort van ziekenhuis ding omhoog en geeft het dan aan me. Ik pak het aan en loop naar het kleedkamertje in de hoek van de kamer. Er is ook een spiegel in het kleedkamertje en ik kijk naar mezelf in de spiegel. Wat ziet Floris toch in me? Ik ben lelijk en ik zit helemaal onder de blauwe plekken en schrammen. En dan heb ik ook nog eens zoveel problemen. Wat ziet hij toch in me? Ik wordt helemaal gek van mijn gedachten dat ik niet eens door heb dat Floris achter me is komen staan. 'Hey, lieverd het komt goed. Je bent onwijs sterk en dapper.' ' Ik ben bang Floris. Ik durf niet.' 'Je kan dit en ik zal erbij blijven als je dat wil.' 'Ja, dat wil ik. Blijf alsjeblieft bij me ik durf niet alleen.' 'Kom je? Als je nu gaat ben je er sneller vanaf. En je moet weten dat de arts je niet raar vindt. Hij ziet dit veel vaker daar hoef je je niet voor te schamen.' Ik knik en loop dan langzaam achter hem aan het kleedkamertje uit.

'Zo Eva, ben je er klaar voor?' Vraagt de arts. 'Nou, eerlijk gezegd niet. Maar het moet maar.' 'Laten we dan maar snel beginnen.' Ik knik en loop dan met de arts mee naar een aparte kamer, Floris loopt uiteraard ook mee. 'Ik ga nu eerst kijken wat je aan de buitenkant van je lichaam kan zien. En als ik wat zie maak ik daar foto's van om dit aan het dossier toe te voegen.' Ik knik en laat alles over me heen komen. Als dit klaar is moet ik op een tafel/bed gaan zitten. 'Eva, je doet het tot nu toe al heel erg goed, maar dit vind iedereen die ik hier heb gehad erg moeilijk. We gaan nu een inwendig onderzoek doen. Om te kijken of er sporen van verkrachting te vinden zijn. Dit zal niet fijn zijn en daarom vraag ik ook of Floris bij je wilt blijven.' Ik knik zachtjes en kijk Floris angstig aan. Hij streelt rustig door mijn haren heen en houdt mijn hand heel de tijd vast. Als hij ziet dat ik het moeilijk krijg, slaat hij zijn armen om me heen en drukt zachtjes kusjes in mijn haar en nek. Ik probeer me te concentreren op hem en niet op wat de arts doet. Dat lukt een beetje. Na een tijdje zegt de arts. 'Nou Eva, je hebt het heel erg goed gedaan. Je bent nu klaar.' Als ik dat hoor weet ik niet hoe snel ik weer naar het kleedkamertje moet lopen. Als ik bij het kleedkamertje aankom trek ik snel dat vreselijke ziekenhuis ding uit en trek mijn eigen kleren weer aan. Als ik mijn schoenen aan wil trekken, hoor ik Floris en zijn vader met de arts praten. Er wordt gezegd dat mijn verhaal klopt en ik inderdaad verkracht ben. Er moet nu nog uit DNA onderzoek blijken dat het mijn vader is, maar waarom zou ik daar over liegen. Als ik mijn leren jasje aantrek, vraagt Floris of ik al klaar ben. 'Ja, ik ben bijna klaar. Ik moet alleen nog maar mijn jasje aantrekken. Als ik het kleedkamertje uitstap zie Floris vlak voor me staan. Ik ren zowat in zijn armen en barst in huilen uit. 'Rustig meisje, het is voorbij. Je hebt het super goed gedaan. Het is niet erg dat je moet huilen, dat is vast de spanning die er nu uitkomt.' Ik knik tegen ze borst. We blijven nog even zo staan, totdat ik ben uitgehuild. Als in ben uitgehuild, bedanken we de arts en lopen we met zijn drieën naar de auto toe. 

Als we even later weer de straat in rijden waar Floris woont. Pak ik alvast mijn spullen om zo gelijk uit de auto te stappen. De auto stopt en we stappen uit. Floris doet de deur open en we lopen naar binnen. Als we onze schoenen en jas hebben uitgetrokken, lopen we naar de woonkamer en gaan we op de bank zitten. Eerst zitten we gewoon naast elkaar. Maar na een paar minuten slaat Floris zijn armen om me heen en trekt me dicht tegen zich aan. Zo blijven we een tijdje zitten. Als Floris zijn moeder binnenkomt, hoor ik Floris zijn vader roepen dat het eten klaar is. We zitten gezellig te praten aan tafel en ik vergeet helemaal wat er vandaag allemaal gebeurd is. Als we klaar zijn met eten, praten we nog even verder. Floris zijn vader staat op en begint met de tafel afruimen. Floris en ik helpen met de spullen naar de keuken te brengen en zetten ook samen de spullen in de vaatwasser. Als we daar mee klaar zijn. Lopen we naar woonkamer, waar zijn ouders zitten. We praten nog even gezellig, kijken nog wat tv. Na een tijdje begin ik te gapen en ziet Floris dat natuurlijk. 'Wil je gaan slapen Eef?' 'Ja, graag dit was een erg vermoeiende dag.' We zeggen zijn ouders gedag en lopen daarna naar boven. Ik loop gelijk door naar de badkamer, waar ik mijn haren ga borstelen en mijn tanden poets. Als ik daarmee klaar ben loop ik naar Floris zijn slaapkamer. Waar hij al in bed om me ligt te wachten. Ik kom de slaapkamer binnen en zie Floris al in bed liggen. Ik kleed me snel om en zie dat hij stiekem naar me kijkt. Ik leg mijn kleren op de stoel die in de kamer staat en kruip daarna bij hem in bed. Ik kruip dicht tegen hem aan. We blijven een tijdje zo liggen, totdat ik toch nog een vraag heb. 'Flo? Moeten we morgen weer naar school?' 'Nee, lieverd we gaan na het weekend weer naar school. Dan heb jij nog even rust en de laatste dag voor het weekend vond de directie ook niet zo'n goed idee. Omdat dat de zwaarste dag van de week is.' Ik knik en geef hem een kus op zijn lippen. 'Ik ben jou en je ouders zo dankbaar voor alles wat jullie voor me hebben gedaan de laatste dagen.' 'Je hoeft ons niet te bedanken dit doen we graag voor je.' Hij geeft me een kus op mijn lippen en die gaat als snel over in een passionele zoen. Na een tijdje sluiten we de kus af en kijken we elkaar verliefd aan, maar toch staat er twijfel in mijn ogen en dat ziet hij gelijk. 'Wat is er, Eef? Ik zie het aan je dat er iets is.' 'Nou.... toen ik vandaag in het ziekenhuis in de spiegel keek, vroeg ik me af wat je in me zit. Ik zit helemaal onder de blauwe plekken en schrammen en ik ben lelijk en ik heb alleen maar problemen.' Zeg ik zowat in paniek. 'Eef, rustig. Je hoeft je daar niet druk om te maken. Ik vind je het knapste, leukste, liefste en intelligentste meisje die ik ken. En je bent helemaal niet lelijk. En die blauwe plekken en schrammen, komen door je vader. Niet door jou. En de problemen die je hebt, kan je helemaal niks aan doen. Dus alsjeblieft, Eef maak je daar helemaal geen zorgen over. Ik vind je het leukste meisje van de wereld.' Ik knik zachtjes en draai me van hem weg, omdat ik hem niet durf aan te kijken. Hij draait me weer terug en geeft me een kus op mijn lippen en trekt me stevig tegen zich aan. Als we een tijdje zo geleden hebben. Voel ik dat ik langzaam in slaap val. In de verte hoor ik Floris nog welterusten zeggen.

Dit was weer een deeltje. Volgens mij is dit een best lang deeltje, dus ik hoop dat jullie ervan genoten hebben. Voor iedereen een fijne week en veel succes met alles!

Liefs Amber♥️

Ik zal het nooit vergetenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu