Boek 1, hoofdstuk 8 - Leona ✔️

516 18 4
                                    

Kleine vogelgeluidjes klinken op de achter grond. 'Elena. Word wakker.' zegt een stem naast me. Ik voel een hand door mijn haren gaan. Voorzichtig open ik mijn ogen. Ik til mijn hoofd op en kijkt naar waar het geluid vandaan komt. Ik kijk recht in de stalende ogen van Evan. 'Hey.' Zegt hij zacht. Heb ik de hele acht in zijn armen geslapen? 'Hoi.' Mompel ik moe. 'Heb ik de hele nacht in jouw armen geslapen?' Zucht ik vermoeid. Evan knikt en een kleine blos verschijnt op zijn wangen. Ik heb het in ieder geval niet koud gehad vannacht. In Evana kunnen de nachten koud zijn. Ligt aan de periode. Het is nu zomer dus de nachten zijn ook warmer.

'We moeten verder.' Mompelt Evan als hij in de verte tuurt. Twee zwarte stippen zijn ver in de verte te zien. Geschrokken grijp ik Evan vast. 'Ze komen me halen?' Piep ik bang, 'Wat moeten we doen.' 'Rustig leen.' Zegt hij. Leen? Een bijnaam? Zonder het te merken worden mijn wangen warmer. Evan ruimt zo snel als hij kan de deken op en gooit mij mijn mantel. 'Doe het aan.' Zegt hij en duwt de deken gehaast in de tas. Ik doe snel mijn mantel om voor ik opsta en wacht tot Evan de tas dicht heeft. Hij gooit de tas om zijn schouder en pakt mijn hand vast. 'Kom.' zegt hij weer zoals elke keer. Elke keer als Evan me beschermend meeneemt pakt hij mijn hand vast, wat lichte kriebels oplevert. Ik laat me door Evan begeleiden door het grasveld. Het vijftal bomen laten we achter ons. Evan versnelt zijn pas waardoor ik ook mijn pas moet aanpassen.

Samen rennen we door het hoge gras. De zwarte stippen hebben nog niks door. Ze verplaatsen zich nog net zo langzaam als net. De rivier komt steeds dichterbij en ik hoor het stomende water al vanaf hier. Als ik nog een keer achteromkijk zie ik de zwarte stippen niet meer. 'Evan? Ze zijn weg?' piep ik bang. Evan kijkt even snel achterom. 'We zijn een heuvel af gelopen Elena. Ik kan ze ook niet meer zien.' zegt Evan met een lach. Ik kijk weer terug achterom en kijk dom naar de heuvel. Had ik moeten weten. Evan verminderd zijn vaart en komt langzaam tot stilstand. Ik bots tegen Evan aan en kijk naar voren. 'Weer zo'n ding?' mopper ik. 'Tja.' Antwoord Evan simpel weg. Hij loopt naar het pondje en zet zijn tas neer op de platvorm. Gelijk wiebelt de platvorm. Afkeurend kijk ik naar het ding. 'Kom nou.' zegt Evan en hij steekt zijn hand weer naar me uit.

Ik neem Evan zijn vertrouwde hand aan en stap voorzichtig op de platvorm. Ik klam me zelf weer vast aan Evan voor hij aan het touw begint te trekken en het pondje in beweging komt. Inmiddels begin ik te wennen aan het pondje. Na een paar minuten is het pondje aan de overkant. Ik spring zo snel mogelijk van de platvorm af en wacht tot Evan naast me staat met de tas. Hij gooit de tas weer over zijn schouder waarna hij me aankijkt. 'Klaar voor Leona?' vraagt hij. Ik kijk om me heen doe mijn muts op. 'Ja.' zeg ik vast besloten en loop een willekeurige richting op. Lachend loopt Evan me achter na. Hij pakt mijn schouders vast en draait me in de goede richting. 'Juist.' Mompel ik en ik loop de goede richting op. 'Wat is er allemaal te zien in Leona.' vraag ik en ik spring enthousiast rond. Evan lacht. 'Doe eens rustig.' zeurt hij. 'Nee.' Lach ik terug.

'Leona is iets rijker dan Lea en Bata.' Legt Evan kort uit. Ik knik. 'Hebben ze ook lichtjes?' vraag ik na een tijdje. 'Nee.' zegt Evan. Weer knik ik. De huizen van Leona komen steeds dichterbij. We lopen op een normaal tempo richting het dorpje. Een leeg gevoel nestelt zich in mijn buik gevolgd door een knor. 'Ik heb honger.' mompel ik. Evan pakt lachend zijn tas van zijn schouder. Terwijl Evan en ik doorlopen pakt hij het stuk brood uit de tas. 'Het moet nog te eten zijn.' Zegt hij voor hij een stuk afscheurt en het aan mij geeft. Dankbaar neem ik het aan en neem een grote hap. Binnen een paar tellen is mijn stukje brood bijna op. Een aantal vogels komen naar ons toe gevlogen. Hongerig kijken de vogels toe hoe ik mijn laatste hap neem. 'Mogen zij ook wat?' Vraag ik aan Evan en wijs naar de vogels. Hij knikt en pakt het stuk brood weer uit de tas. Blijkbaar had hij het er weer terug in gestopt. Hij scheurt nog een stuk af en geeft het aan mij. De vogels volgen alles nauwkeurig. Ik draai me naar de vogels en kijk naar het brood. Als ik terug kijk rennen de vogels mijn kant op. Een gil verlaat mijn mond en ik begin te rennen. De andere kant als dat we op moeten. 'ELENA!' roept Evan me achter na.

Just A Princess | Boek 1 [herschrijven]Where stories live. Discover now