25 *KL*

63 0 0
                                    

Pov. Kaelynn Lewis

Twijfelend kijk ik naar me telefoon. Wat zou moet ik nou zeggen?

"Hey hoi Finn!" Of toch eerder voor iets anders? Een diepe zucht verlaat me mond. Op het feest toen ik hem gezoend had, had hij terug gezoend. Maar hij was zeker weten dronken. Waarschijnlijk weet hij het geeneens meer! Of wilt hij het niet weten? Ik heb geen idee..

Sinds dat feest heb ik hem dan ook niet gesproken of geappt. Hij heeft niets van zich laten horen en ik niets van mij. Ik kijk naar mijn open gesprek en zucht. Wat moet ik doen?

'Wat is er lieverd?' Vraagt mijn vader. Hij komt net uit zijn werk en ploft naast me op de bank. 'Ik weet niet wat ik naar Finn moet sturen.' Leg ik uit. Ik heb hem nog niets vertelt over de zoen en dat ben ik ook niet van plan.

'Wat denk je van "Hoi"?' Stelt mijn vader voor. 'Ja, maar daarna. Wat als hij ook "Hoi" terug stuurt?' Ik ben echt ten einde raad. 'Sinds wanneer maak je je zo druk om wat je stuurt naar iemand?' Vraagt mijn vader. Ik moet het hem zeggen. Meestal hebben meisjes dit gesprek met hun moeder, maar mijne heeft me onterft.

'Nou, je weet toch dat ik dat feestje had van Jonas?' Begin ik dan maar. Mijn vader knikt dan. 'Dus ja op dat feestje van Jonas... Finn en ik hebben... uhm... gezoend.' Zeg ik voorzichtig. Ik kijk mijn vader aan, wachtend op een reactie.

Een grote glimlach verschijnt op me vaders gezicht. 'Ik wist wel dat er iets tussen jullie twee speelde!' Ik zucht. Hij is ten minste niet boos.

'Maar nu heb ik hem al een maand niet gezien en gesproken. Duss-' Ga ik dan verder. 'Je bent bang dat het jullie vriendschap verpest?' vraagt mijn vader. Ik knik. 'Begin gewoon met "hoi" en dan zien we wel verder.' zegt mijn wijze vader en dat doe ik.

Nog voordat ik op verzend druk word ik gebeld. 

Kaelynn: Hallo?

'Wie is dat?' vraagt mijn vader. Ik haal mijn schouders op als teken dat ik geen idee heb. 

Ambulancebroeder: Hallo. Is dit Kaelynn?

Kaelynn: Ja? Wie is dit?

Ambulancebroeder: Ik ben Lucas

Kaelynn: De ambulancebroeder?

Mijn vader schuift dichterbij en ik zet de oproep op luidspreker.

Ambulance: Ja, sorry dat ik bel, maar Nova ligt in het ziekenhuis

Kaelynn: Nee, niet nog een keer. Is ze alleen?

Ambulancebroerder: Nee, haar broer Mick is er ook

Ik slik. Dit is menens. Wat is er gebeurd?

Ambulancebroeder: Ben je er nog?

Kaelynn: Ja, ik kom er zo snel mogelijk aan

Zo snel als ik kan trek ik me jas aan. Ik moet hier nu weg! 'Wacht op mij! Ik breng je wel.' zegt mijn vader en zoekt zijn schoenen. 'Hier pap.' zeg ik en geef mijn vader zijn schoenen. Ik trek de deur open en loop naar de lift. 

Mijn vader komt naast me staan en ik druk op het lift knopje. 'Dit duurt te lang.' zeg ik en tik met mijn voet op de grond. 'We kunnen ook de trap nemen naar beneden.' zegt mijn vader. Dat ik daar niet aan gedacht heb! 

Ik sprint de trap af en beneden aangekomen druk ik op het knopje om de deur open te doen. Met mijn vader op mijn hielen ren ik naar de auto. Ik neem plaats en mijn vader start de auto. 

'Op naar het ziekenhuis.' zeg ik en zucht. Waarom is Nova ook zo onhandig?! 'Weet je wat er gebeurd is?' vraagt mijn vader. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, geen idee. Ik weet wel dat ze dit keer niet alleen, want ze heeft Mick op de één of andere manier meegenomen in het ongeluk.' leg ik uit. Wat is er gebeurd?

Bij het ziekenhuis aangekomen rennen we naar binnen en stoppen we bij de balie. Dit keer staat de norse vrouw die er normaal staat er niet, maar een man. Hij staat met zijn rug naar ons toe. Ik schraap mijn keel en hij draait zich om. 'Kan ik jullie helpen?' vraagt hij. 'Ja, waar liggen Nova en Mick Adams?' vraagt mijn vader buitenadem. 'Derde etage, kamer twaalf.' zegt hij na een snelle blik op zijn computer. 'Wel rustig doen, want ze zijn net binnen gebracht.' Ik knik en ren naar de trappen. De lift neem ik niet, want die is te langzaam.

Bij de kamer aangekomen stop ik even. Ik bereid me voor op het ergste. Wat is het ergste? Dat ze in coma liggen en op het randje van nooit meer wakker worden.  Ik voel een hand op mijn schouder. 'We gaan er voor.' zegt mijn vader en duwt me naar voren. Langzaam loop ik de kamer in en de eerste die ik zie is Mick. 

Ik loop naar zijn bed en kijkt naar alle snoertjes die in en uit hem lopen. 'Hey Kaelynn.' zegt hij schor. 'Hey, wat is er gebeurd?' vraag ik en kijk hem aan. 'Ik reed te hard met de scooter. Ik was boos. Nova probeerde me rustiger te laten rijden, maar ik hoorde haar niet tot ze me liet schrikken en toen vielen we.' legt Mick uit. 'Waarom was je boos?' 'Vraag dat maar aan Niek.' 'Niek? Wie is Niek?' 

'Hoorde ik mijn naam?' klinkt er vanachter het gordijn. Ik kijk op en loop naar het gordijn. Ik trek hem open en zie een jongen aan het bed zitten. In het bed ligt Nova, bewusteloos met een beademingsapparaat. 'Wie ben je en waarom zit je naast Nova?' vraag ik en zet mijn handen in mijn zij. 'Ik ben Niek en ik ben de reden dat Nova hier ligt.' 

Ik kijk hem boos aan. 'Wat heb je gedaan?' vraag ik. 'Nova... heeft... uh... gevoelens voor mij..., maar ik... niet... voor haar.' begint Niek, maar ik onderbreek hem. 'OMG! Jij bent "N"! Nova had het veel over jou!' Ik loop om het bed heen en ga voor Niek staan. Ik geef hem een klap voor zijn harses en schreeuw: 'Jij oliebol! Je weet niet wat je mist! Nova is het beste wat je kan overkomen en wat doe jij? Jij breekt haar hart, maakt mensen boos en zorgt ervoor dat ze een ongeluk krijgt. Wat een imbeciel!' schreeuw ik. Opeens werd alles duidelijk. Deze jongen is een hele grote oliebol.

She's a fan, I'm not (Discontinued)Where stories live. Discover now