15

1.9K 97 14
                                    

Wat vooraf ging: "Euh nee"...

Meryem:
Teleurgesteld loop ik m'n huis uit, onderweg naar school. De dokter heeft gezegd dat ik 1 maand niet mag gaan trainen, voor m'n gezondheid! Dat is het ergste wat je tegen mij kan zeggen. Sporten is mijn leven, ik uit m'n gevoelens op sporten. Als ik boos ben ga ik naar de gym. Dit is jammer, 1 maand weten jullie hoeveel dat is?

Terwijl ik m'n AirPods in doe denk ik hoe ik zonder een maandje trainen kan leven. Ik neem een diepe zucht en kijk even naar de grond.

"Waar was die zucht voor nodig, prinsesje?" hoor ik iemand vragen, geschrokken kijk ik naar achter. "Kun je mij nooit met rust laten?" vraag ik aan Latif, hij schudt met z'n hoofd en komt naast me staan. "Wat moet je?" vraag ik geïrriteerd.

"Allebei hebben we een maand verbod om te trainen" zegt hij ook zuchtend "helaas" zeg ik en loop verder. "Wacht op mij!" zegt hij en rent achter me aan. "Kun je mij met rust laten, Kaya?" "hou je mond en loop door", scheef kijk ik hem aan. "Waarom moet ik mijn mond houden dan?" vraag ik "je praat veel" zegt hij droog.

Geïrriteerd zucht ik, terwijl hij met me meeloopt. "Waarom loop je eigenlijk mee? Je hebt toch genoeg geld voor een auto?" vraag ik, hij haalt z'n schouders op. "M'n auto is nu niet bereikbaar", langzaam knik ik en doe m'n handen in m'n zakken. Hij doet z'n capuchon op en zonder 1 woord uit te wisselen lopen we richting ons school.

De mensen voor ons school kijken ons onderzoekend aan. Geïrriteerd kijk ik naar de grond terwijl ik verder loop. Latif trekt me terug van m'n arm. "Wat doe je?!" sis ik fluisterend, "we moeten hun iets duidelijk maken!" zegt hij boos. "Wie?" vraag ik niet-begrijpend. Hij negeert m'n vraag en kijkt boos naar de mensen om ons heen. "Laten we jullie iets duidelijk maken, wij hebben niks!" schreeuwt Latif boos. Ze knikken bang en kijken snel weg.

Ik negeer wat Latif zegt en ruk m'n arm uit z'n greep en loop snel de school in. Stilletjes loop ik het klaslokaal in en neem plaats op m'n vaste plek. Ik pak m'n boek en m'n schrift erbij en kijk uit de raam.

Na een paar minuten is de klaslokaal voller geworden. Wat me opvalt is dat Latif en Bilal er allebei niet zijn. Ali ook niet.

Tijdens de les speel ik met m'n pen die ik op dit moment interessanter vind dan de les. M'n aandacht gaat naar de deur die in 1 ruk opengaat, door Latif en Bilal. "Briefje halen nu!" zegt de docent, Latif begint te lachen. "Mevrouw, wij moesten gaan praten met de leerplicht" zegt Bilal, "hebben jullie een bewijs of iets dergelijks?" vraagt ze. Latif kijkt geïrriteerd om zich heen "is toch leerplicht, denk je dat we nog een briefje gaan vragen aan hun. We zitten al vol met problemen" sist Latif boos, terwijl hij oogcontact maakt met mij.

Ik doe een haarplukje achter m'n oor en kijk snel naar m'n pen. Altijd als ik oogcontact met hem maak voel ik me ongemakkelijk. Ik slik onhoorbaar, terwijl ik met m'n pen speel.

"Meryem! Sluit aan bij Latif en Bilal, anders zit je alleen" zegt de docent, niet-begrijpend kijk ik op. "Ik kan ook alleen werken" zeg ik, "het is een groepsopdracht, ga niet zeiken en sluit je aan bij de jongemannen", een zucht verlaat m'n mond. Terwijl ik m'n stoel pak en tegenover Latif en Bilal ga zitten.

Allebei kijken ze me aan. Beschaamd kijk ik naar de grond. "W-wat moeten we doen?" vraag ik stotterend "jullie ruzie uitpraten" zegt Bilal. Geschrokken kijk ik hem aan. Latif kijkt hem ook met grote ogen aan. "Wij hebben helemaal geen ruzie" zeg ik, "nou er is wel wat gebeurd tussen jullie" zegt hij met spleetjes ogen. "Er is niks tussen ons" sist Latif, "en ik geloof het? Wesh ik ben geen mongool" zegt Bilal.

Ik slaak een diepe zucht en begin snel met de opdracht. "Gaan jullie het nog vertellen?" vraagt hij, "nee" zeggen we tegelijk, terwijl Latif ook naar het blad kijkt.

Na de les loop ik snel naar m'n kluis om m'n boeken te verwisselen. Daarna loop ik snel naar m'n lokaal, terwijl ik daar voor het lokaal op m'n telefoon zit. Ik voel een tik op m'n schouder. Geschrokken kijk ik op waar ik Ali zie. Vies kijk ik hem aan. "Raak me niet aan" sis ik, terwijl ik m'n arm weg doe bij hem.

"Meryem" zegt hij en kijkt naar de grond, "wat moet je?" vraag ik boos "ik wou m'n excuses aanbieden, van dat vorige keer" zegt hij een beetje ongemakkelijk. Ik knik langzaam en kijk hem met opgetrokken wenkbrauw aan. "Dat was onacceptabel" "daarom, het spijt me" zegt hij spijtig. "Heeft iemand je gedwongen om dit tegen mij te zeggen? Hmm?" zeg ik en kijk hem met gespleten ogen aan. Z'n ogen worden groter, terwijl hij om zich heen kijkt.

"Ga je he-", ik word onderbroken door Latif die Ali tegen de muur duwt. "Wat doe je?!" zeg ik boos, terwijl ik Latif wegduw. "Wat heeft hij tegen jou gezegd?!" zegt hij woedend, terwijl hij Ali onderzoekend aankijkt. "Boeit je niet" sis ik, "boeit me wel!" sist hij terug "niet!" zeg ik boos "wel!" schreeuwt hij, terwijl hij dichterbij komt. Hij duwt z'n voorhoofd hard tegen de mijne aan, geschrokken kijk ik hem aan. "Latif haal je hoofd weg" zeg ik kalm, boos kijkt hij me aan. "Heeft hij iets tegen jou gezegd?" vraagt hij dit keer ook kalm "hij heeft z'n excuses aangeboden" zeg ik terwijl ik een stap naar achter doe. Ik voel de koude muur al tegen m'n rug aan.

Hij kijkt me van top tot teen aan en haalt z'n voorhoofd van me weg. Ongemakkelijk.

"Oke je hebt je excuses aangeboden, nu mag je opdonderen van haar buurt" sist hij terwijl hij Ali hard wegduwt. Hij knikt bang en loopt snel weg.

"Waarom deed je dat Latif?" vraag ik niet-begrijpend "waarom deed ik wat?" vraagt hij terug, zuchtend ga ik op een stoel zitten. "Waarom doe je dit elke keer?" vraag ik en kijk hem aan, "g-gewoon, ik zie je als een zusje" "waarom help je me elke keer? Wat heb ik dat je me elke keer helpt in situaties?". Een diepe zucht verlaat z'n mond.

"Je stelt te veel vragen Meryem, ik ga" zegt hij en draait zich om, om weg te lopen. "Je kan niet weglopen van de waarheid Latif!" zeg ik boos. Hij draait zich om en kijkt me voor de laatste keer aan "doe ik ook niet, bemoei je met je eigen zaken" sist hij "jij moet je dan ook bemoeien met je eigen zaken! Waarom help je me elke keer?" vraag ik met een toontje boosheid. Hij kijkt me aan en krijgt een klein lachje op z'n gezicht "je hoeft niet alles te weten" zegt hij en loopt langzaam weg.

Ik leun met m'n rug tegen de leuning van m'n stoel aan, terwijl ik door m'n haren ga. "Er moet iets zijn" fluister ik in mezelf...

STEM EN REAGEER!!!

VoorgelogenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu