Het ontstaan van het universum

103 5 2
                                    


Donker en licht leefden in het universum ver van elkaar, waar ze elkaar niet zagen of stoorden.
Licht was zo licht dat je er niet naar zou kunnen kijken en donker was duister dat als je nog maar een glimp zou nemen van het object je opgeslokt zou worden in de duisternis en nooit meer zou terugkeren.
Er bestond niet buiten hun, er was geen balans.
Twee tegengestelden gedoemd om alleen te wezen.

Licht probeerde om een eigen wereld te creëren, maar dit eindigde catastrofaal.
De organismen op deze utopie waren gelukkig, hun ziel zat vol met gemaakte liefde en vriendschap, maar hun leven was doods.
Elke dag was hetzelfde, er was geen smaak, geen kattenkwaad die de jeugdigen konden uithalen, geen levenslessen waar ze uit konden leren.
Niemand ging dood.
Licht zag dat het leven er te gemaakt was, te geprogrammeerd.
Er werd een eind aan de eeuwenlange marteling.
Licht was opnieuw alleen, gelukkig, maar leeg vanbinnen.

Donker probeerde op zijn beurt ook een eigen wereld te creëren, deze dystopie was een plek waar organismen een vrije wil hadden, maar er was geen eten om hun hongerige lichaam te voeden, geen echte liefde en vriendschap.
De dagen waren alleen en vol besef ervan.
Zonder enig vermaak en gezelschap.
De organismen gingen er snel dood aan ziektes.
Donker zag dat het er te stil en levenloos was.
Er werd een eind gemaakt aan het leven.
Donker was opnieuw geïsoleerd, nog verbitterder dan ervoor.

Op een dag ging Licht naar buiten op zoek naar vermaak.
Licht zag een wrok van duisternis, het was een ongelukkige creatie.
Donker daartegenin zag een bron van licht, zo licht dat het bijna onzichtbaar was.
Licht besloot om te vragen wat het hier doet.
De vraag werd beantwoord door een kort, arrogant antwoord.
Het hield toch vol tot Donker besloot te antwoorden met "wat doe je hier?"
Het antwoordde "Ik ben opzoek naar inspiratie om mijn organismen een vrije wil te geven."
Ik wil ze het leven doen smaken.
Donker antwoordde dat zijn organismen een vrije wil hadden, maar ongelukkig waren, zonder vermaak en gezelschap.
De twee begrepen dat ze elkaar aanvulden.
Ze bleven alleen, maar toch tezamen.

Ze besloten om samen een wereld te schapen.


Licht en Donker creëerden een organismen dat perfect was, gelukkig maar met een vrije wil en ongelukkig op momenten waar het nodig is.
Ze noemden het organisme de mens.
De mens stierf een natuurlijke dood, op een aanvaardbare leeftijd.
Ze vroegen zich af waar ze hun organisme konden plaatsen.
Samen schiepen ze een planeet waar alles perfect was afgesteld op de mens.
Er waren andere organismen, planten en vruchten die dienden als voedsel.
Licht en Donker schiepen water zodat de mens en de andere organismen konden leven

en functioneren.
Licht schiep de zon, het maakte de zon zo dat het een kopie was van zichzelf.
Het schiep de hemel waar de zon werd in geplaatst.
Donker schiep de maan, ook een kopie van zichzelf.
Het plaatste de maan ook in de hemel.
De twee beseften dat de zon en de maan niet op hetzelfde moment in de hemel konden aanwezig zijn, ze schiepen dag en nacht, dag stond voor licht en nacht stond voor duisternis.
De maan geeft een schijn van licht weer omdat licht en donker samen één zijn.

Licht en donker keken terug op hun creatie en zagen dat alles functioneerde zoals het moest, mensen gelukkig, er was echte liefde en vriendschap, de mens leerde uit hun fouten, er was een balans tussen donker en licht.

Het ontstaan van het universum (spiritueel)Where stories live. Discover now