1.

3 0 0
                                    

Vandaag stormde het. Regen kletterde tegen het dak aan en in de verte hoorde ik gerommel in de lucht. Met sweater en sjaal aan stond ik in het geïmproviseerde keukentje van mijn studentenhuis. Met in een hand een boek en in de ander een spatel waarmee ik door de pan kokende spaghetti roerde. Aan het aanrecht zat aangekoekt eten geplakt. Smerige borden torende boven de kraan uit. In de ruimte dat zich een keuken noemde was plek voor hooguit twee personen. Ik goot de hete spaghetti af en warmde de pastasaus van gisteren in de magnetron op. Met het simpele eten liep ik naar mijn kamer en startte mijn laptop op. Mijn mail was op spam na leeg. Ik zuchtte. Al die sollicitatiemails bleven onbeantwoord, terwijl ik er wekelijks toch heel wat uitstuurde. Ik was op weg naar de keuken om een tweede ronde aan eten te halen toen beneden de bel klonk. Ik stond even stil, maar toen geen van mijn huisgenoten hun kamer uit leken te gaan besloot ik maar de krakende trappen van het huis af te lopen. De bel was overgegaan naar luid gebons. "Sofia, open!" Ik opende de deur. Mijn doorweekte vriendin stapte met een boze blik naar binnen. "Godsamme!" Vragend nam ik haar jas aan en sloot de deur. "Wat is er met jou aan de hand?" vroeg ik bezorgd. "Mijn vriendje is een fucking asshole!" Stampvoetend liep ze de trap op. "Heb je chocola? Of wijn?" Terwijl ik de lades doorzocht naar eten, greep mijn vriendin een handdoek en liep mijn kamer in. Ik liep mijn kamer binnen met een kop thee en een bak chocolade ijs in mijn handen. "Ik háát hem!" Ik gaf mijn vriendin de bak ijs aan en plofte naast haar op de bank. "Hé, rustig aan Clara, vertel me alles." Ze stopte twee grote happen ijs in haar mond, tot de brain-freeze binnendrong en ze een moeilijk gezicht trok. Toen zuchtte ze diep. "Die lul vertelde me vandaag dat hij iemand anders heeft. Oh, ik haat hem zo!" Nog een lepel ijs. "En dan maar steeds lief doen tegen mij, en ondertussen met een één of andere huppeltrut in bed rollen, hoe kan hij?" Ze bleef door razen. "Weetje waar ik behoefte aan heb?" Vroeg ze me na een halfuur en een lege bak ijs. Ik schudde mijn hoofd. "Om weg te gaan. Ver weg van die sukkel en, en reizen of iets." Ze keek mij aan. "Ga je mee?" In eerste instantie wilde ik nee schudden. Ik had nog een heel leven voor me, ik kon toch niet zomaar vertrekken? Ik was niet gek. Ik wierp een blik naar mijn laptop. Naar de lege inbox. Ik was al driekwart jaar klaar met mijn studie en had nog steeds geen baantje gevonden. Ik zat in een studentenhuis waar jongeren woonden die bijna elke avond vierde dat ze student waren, waarbij ik elke avond met oordoppen in de beat van de muziek door de dunne muren heen hoorden. Ik had nog jaren om mijn studieschulden af te betalen. "Wanneer wil je gaan?" vroeg ik Clara. Ze keek me aan. "Morgen." Ze stond op. "Morgen gaan we op een road trip. We gaan de zon opzoeken en het leven vieren en ver weg van dit vieze, koude land!" Ze danste door de kamer heen. "We kunnen naar Italië, naar Frankrijk, naar alle zonnige landen toe!" Vragend keek ik haar aan. "Maar we hebben geen auto." Clara greep haar jas en zwierde naar de deur toe. "Ik regel wel wat, morgen sta ik om tien uur voor de deur!" Met een klap ging de deur dicht. 

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Apr 15, 2019 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Route OneWhere stories live. Discover now