Deel 7

934 29 7
                                    

Ze stond vastgenageld aan de grond. Van schrik, van angst. Haar moeder daar in tegen leek er geen last van te hebben en stapte naar voren. ‘Wegwezen!’ riep ze en Lilly schrok van de woedde in de stem van haar moeder. Eva ging beschermend voor haar dochter staan toen de man dichterbij stapte. ‘Oprotten! Nu!’
‘Maar..’ wilde de man er iets tegenin brengen maar hij werd hun garage al uit gegooid. 
‘Geen gemaar. Dag Peer!’ met veel kabaal werd de garagedeur dichtgetrokken en op slot gedraaid. 
‘Mama?’ kwam de kleinste van hun gezin met grote ogen kijken wat er aan de hand was. ‘Ben je boos?’ de blik in Eva haar ogen verzachtte en ze toverde een glimlach op haar gezicht. 
‘Nee hoor.’ schudde ze haar hoofd. 
‘Op Li?’ pruilde de kleuter er ze werd opgetild door haar moeder. 
‘Mama is helemaal niet boos. Ga je weer spelen? Dan gaat mama ons eten klaarmaken.’ 
‘Oeeh..’ klapte Youna blij in haar handen en was ze al weer helemaal vergeten dat ze zo was geschrokken. ‘Kippie!’ 
Lilly stond nog steeds als een standbeeld aan de grond genageld. Haar blik was nog niet van de garagedeur geweken. ‘Help je me zo, Lilly?’ schrok ze op toen ze de hand van haar moeder op haar schouder voelde. Ze had even een paar seconde nodig om goed uit haar gedachten te komen, uit haar shock. 
‘Wie was dat?’ 
‘Geen flauw idee. Vast een of andere zwever die om eten kwam bedelen.’ Was het antwoord dat ze kreeg. Verbaast keek ze haar moeder achterna, die haar schouders had opgehaald en richting de keuken was gelopen. 
‘Wel een zwerver die je kent dan..’ waren de woorden die Lilly kon uitbrengen nadat ze haar voeten van de grond los had weten te krijgen. 
‘Hoe kom je daar nou weer bij?’ Eva lachte kort en deed net alsof ze heel druk met het eten bezig was. Lilly schudde haar hoofd. 
‘Een zwerver die míj in ieder geval wel kent..’ 
‘Hou er over op Lilly.’ 
‘Maar..’ 
‘Geen maar.’ Deze woorden lieten Lilly denken aan de woorden die haar moeder nog geen anderhalve minuut geleden had gezegd. Tegen die man. 
‘Peer!’ riep ze. ‘Zo noemde je hem.’ Haar moeder bleef stil. Lilly probeerde na te gaan of ze die naam ergens van kende, maar ze had het nog nooit eerder gehoord. 
Ze had zoveel vragen, die ze zo graag wilde stellen aan haar moeder. Maar ze wist dat ze toch geen antwoord zou krijgen. En ze wist ook dat ze haar moeder alleen maar kwaad zou maken als ze zou doordrammen. Zo werd er dus tijdens het eten en ’s avonds tijdens hun filmmarathon geen woord meer over gesproken. Ze wisselde sowieso nauwelijks woorden en dat was niets voor hun. Zelfs Youna was het opgevallen. ‘Jullie zijn saai.’ Ging ze halverwege de film voor hun staan met haar armen over elkaar heen geslagen. 
‘Je staat in m’n beeld mafkees..’ duwde Lilly haar zusje meer naar rechts, zodat ze uit haar beeld verdween. Youna sprong weer op de bank, boven op haar grote zus.

Die avond kon Lilly maar niet in slaap komen. Ze kon alleen maar denken aan wat er was gebeurd. En zich afvragen waarom haar moeder er zo raar op had gereageerd. Ze had overwogen haar vriendje te bellen om het hem te vertellen maar ze had het toch maar niet gedaan, omdat ze niet eens wist hoe ze het hem moest vertellen. Vermoeid draaide ze zich nog eens om toen ze ineens harde stemmen hoorde. Bijna geschreeuw. Nieuwsgierig en ergens toch wel bang kwam ze haar bed uit en sloop ze voor de helft de trap af, zodat ze het beter kon horen. ‘Ik wil je dat weg gaat Peer!’ riep haar moeder. 
‘Kom op nou Eva. Ik heb jou toch niets gedaan.’ Het was de man van vanmiddag.
‘Noem het maar niets.’ 
‘Het was toch gezellig met z’n tweetjes?’ Lilly begreep er steeds minder van. 
‘Gezellig? Je hebt me gewoon gebruikt.’ 
‘Gebruikt is wel een groot woord.. En jij wilt zeggen dat jíj mij niet gebruikte?’ het bleef even stil. 
‘Het had niet veel gescheeld of Wolfs was er allang niet meer geweest. Door die vuile spelletjes van jou. Ik wil dat je weg gaat en weg blijft. Laat me met rust. En sterker nog, laat míjn kinderen met rust. Anders..’ 
‘Gaan we dreigen?’ lachte de man. ‘En het is ons kind, vergeet dat niet.’ Als Lilly zich niet had vast gehouden aan de leuning van de trap was ze naar beneden toe gedonderd, dat wist ze zeker. Hun kind? Hadden ze het nou over haar? 
‘Míjn kind.’ Riep haar moeder. ‘Wolfs is haar vader.’ 
‘Laat me niet lachen. Wolfs is alles behalve een goede vader, laten we eerlijk zijn.’
‘Jij hebt niet het recht om te oordelen. En daarbij ben jij niet eens een vader dus je zal ook echt niet beter zijn dan Wolfs.’ 
‘Ik ben haar vader Eva.’
‘Je bent helemaal niks!’ 
‘Laat me haar vader zijn dan.’ Lilly hoorde haar moeder diep zuchten.
‘Geen denken aan. Je bent er nooit geweest dus je zal er ook nooit voor haar zijn. Ze heeft je nooit gemist en dat zal ze ook nooit doen.’
‘Omdat je het me nooit verteld hebt.’
‘Omdat jij dood was!’ had haar moeder zoals altijd een weerwoord. En dit keer een ijzersterk weerwoord want er viel een lange stilte. 
‘Wat als dat niet zo was geweest? Was je naar me toe gekomen om het me te vertellen?’ weer een stilte. ‘Eva?’ 
‘Nee.’
‘Had je überhaupt nog iets van je laten horen?’ 
‘Ook niet.’ Zei haar moeder resoluut. 
‘Ik denk dat we voor nu uitgepraat zijn..’ zei de man na een korte stilte. Lilly wist niet of ze het goed hoorde maar hij klonk teleurgesteld. Of gekwetst. 
‘Ik denk voor altijd. Dag Peer.’ Ze hoorde voetstappen en snel sloop ze terug naar boven, voordat ze gezien zou worden. Ze hoorde de voordeur open gaan maar het dicht vallen duurde langer dan ze verwachtte. 
‘Ze is mijn dochter Eva. Denk maar niet dat ik haar zomaar opgeef.’ Zei de man.
‘Ik wens je heel veel succes.’ Waren de woorden van haar moeder en de deur klapte dicht.

Afleiding IIWhere stories live. Discover now