Hoofdstuk 18

24K 929 47
                                    

Honger had ik vandaag niet. De rillingen liepen over mijn lijf heen. En ook voelde mijn voorhoofd warmer aan dan anders. Beginnende koorts ja. Heel handig. De ontvoerders hadden mij medicijnen gestuurd en daar moest ik het mee doen. Ik en Sue hadden besloten dat ze wel met minimaal twee personen moeste zijn. Vandaar ‘’ontvoerders’’. Ik lag in het grote bed. Ik sloeg de dekens van mij af, om ze vervolgens over een paar seconden weer over mij heen te trekken. En zo ging het de rest van de dag door. Nu was het ik die in bed lag en Sue die starend uit het raam stond te kijken. Ze draaide zich om en liep naar de badkamer. Ik hoorde hoe ze de kraan aanzette. Even later kwam ze terug met een nat washandje en legde het voorzichtig op mijn gloeiende voorhoofd neer. ‘Bedankt’, zei ik met schorre stem. Volgens mij had ik ook een verkoudheidje te pakken. Ze glimlachte naar mij en ging op de rand van het bed zitten. ‘Hoe voel je je?’

‘Beroerd en ik heb het gevoel dat het voorlopig nog niet beter wordt.’

‘Is het maar goed dat je je niet ziek hoeft te melden op je werk.’

Ik schonk haar een glimlach. Nu pas viel mij op hoe mager ze geworden was. Mijn glimlach verdween meteen toen ik haar in haar ogen keek. Haar herfstbruine ogen waren winterogen geworden. De bladeren waren eruit. Ik staarde in een paar levenloze ogen. ‘Is alles wel goed met jou Sue?’ Vroeg ik bezorgd.

Ze keek mij geschrokken aan. ‘Euh wat? Euh ja hoor.’

Ik was niet helemaal overtuigd, maar besloot niet verder te vragen. ‘Ik ben benieuwd de politie al naar ons op zoek is.’

Ze knikte bedachtzaam. ‘Maakt het iets uit dan? Weet je Dean…nu pas besef ik wat het leven inhoud. Als je alle versieringen eromheen weg haalt, dan is er niets meer over.’

Ik keek haar niet begrijpend aan. ‘Versieringen?’

Ze knikte hevig. ‘Ja zoals werk, vrienden etc.’

‘En om het leven plezieriger te maken hebben wij versieringen.’

‘Het hele punt is dat wij zonder die versieringen niets zijn Dean. Dat merk ik nu wel.’

‘Haal geen gekke dingen in je hoofd Sue.’

‘Ik hoef niet meer te leven.’

Ik rolde met mijn ogen. Nu moest ik ook nog eens de psychiater uithangen. ‘Natuurlijk wel.’

‘Kijk mij dan. Ik ben vermagerd, mijn ogen stralen niets meer uit. En niemand haalt mij of jou hier weg.’ Ze keek mij hatelijk aan.

‘Goed dan, je wilt dood omdat jouw leven niets is zonder versieringen? Dan kan iedereen wel dood gaan Sue. En wij komen hier echt wel weg. Geduld.’ Ik stond er versteld van hoe rustig ik dit bracht. Ze haalde haar schouders op en liep weer terug naar het raam.

‘Misschien moet je even rusten’, zei ik.

‘Nee, ik heb geen tijd om te rusten.’

Ik had geen idee wat ze daarmee bedoelde. Wat kon ze anders doen dan rusten?

Naked Where stories live. Discover now