Hoofdstuk 2: De voorspelling

92 6 0
                                    

Percy

Percy hielp Rachel overeind. Ze lag languit op de straat en Percy bood haar een hand aan, die Rachel vastpakte en haar overeind hielp.

'Was ik bewusteloos?' vroeg ze.

'Ja,' zei Percy, 'maar het was niet zo lang. Een minuut, denk ik.'

'Het orakel?'

'Ja.'

De geest van het orakel van Delphi zat in Rachel. Zonet deed het een voorspelling.

'Wat zei ik?' vroeg Rachel. 'Of beter gezegd: wat zei het orakel?'

Als het orakel een voorspelling deee, kon Rachel dat zich niet herinneren of meemaken. Dan nam de geest tijdelijk bezit van haar om haar mond open te doen.

Percy probeerde de woorden van het orakel te onthouden.

Zeven nieuwe halfgoden dwalend op het verloren schip,
Door de teruggekeerde hemel is de aarde sip,
Verliezen de duif tijdens de strijd tegen de afgrond,
En alleen samen met de Olympiër heelt de wond

'Voortaan neem ik een notitieblok mee, als ik bij jou ben,' zei Percy tegen Rachel, die zenuwachtig lachte. Het was lastig om alles te onthouden.

Percy vertelde de voorspelling aan Rachel.

'Deze voorspelling gaat niet over jou en jouw vrienden,' zei Rachel tegen Percy. 'Zeven nieuwe halfgoden.'

Een deel van Percy was opgelucht, dat het niet over hem ging. Geen gevaren voor hem. Maar toch, hij was ook teleurgesteld. Een paar jaren geleden gingen bijna alle voorspellingen over hem en zijn vrienden. Percy ging op queestes met vrienden. Het was de goede oude tijd, ook al moesten ze vechten voor hun leven. Na afloop was alles goed en iedereen was blij en gelukkig. Zelfs Leo was teruggekomen uit de dood, dankzij een remedie van Asclepios. En nu ging de nieuwe voorspelling zeker niet over hem of zijn vrienden. Dat was hij niet gewend.

'Daar is het station,' zei Rachel. Ze deed alsof er niets was gebeurd. Geen voorspelling. Een normaal leven. Dat had Percy dus ook, maar hij was eraan gewend geraakt.

'Ik zie je nog wel, oké?' zei Rachel. 'En doe Annabeth de groeten van me! En je andere ook '

'Ja, oké,' zei Percy en gaf haar een knuffel. 'Moet ik niet meelopen?'

'Nee, hoeft niet. Ik moet haasten. Tot ziens!' Rachel liep weg. Percy zwaaide naar haar en Rachel zwaaide terug, tot ze de school in liep en uit het zicht verdween.

Percy was onderweg naar Annabeths huis, die niet ver weg lag. Onderweg dacht hij aan de voorspelling. Het orakel zei een voorspelling meestal maar één keer, dat was in ieder geval bij hem altijd zo geweest. Maar ze zei het tegen diegenen die in de voorspelling zaten en het orakel had het tegen hem gezegd. Hij had er dus wel íets mee te maken.

Percy sloeg rechtsaf en liep een straat in. Annabeths huis lag aan het einde van de straat. Hij rende naar de deur en belde aan.

Annabeth deed open. 'Hey, Percy! Net op tijd! Leuk dat we nu gaan logeren!' Ze gaf hem een knuffel.

'Ja, eh... hey,' zei Percy wat afwezig.

'Wat is er?' vroeg Annabeth.

'Hmm? Er is niks.'

'Maar je ziet er zo... somber uit.'

Percy zuchtte en keek naar zijn schoenen. 'Ten eerste: Rachel woont hier in de buurt. Ik was vergeten dat ze ook vlakbij woont.'

'Echt? O ja! Ik was het ook vergeten! Ze woont 's zomers in Kamp Halfbloed, dus ik ben gewend dat dat haar thuis is!' riep Annabeth.

'Sorry, ik was het zelf ook vergeten en jij woont hier pas een dag,' zei Percy. 'En je had het druk met inpakken. O ja, je krijgt nog de groeten van haar.'

'Nou, eh, bedankt.'

'Ten tweede: Ik was even bij haar op bezoek en daarna liep ik met Rachel mee. Ze moest naar het station,' zei Percy. Hij keek Annabeth aan. Ze had mooie grijze ogen, maar er lag een wat-nu-weer blik in. 'Wat is er aan de hand?' vroeg ze iets te hard. Toen wat vriendelijker: 'Had ze weer zo een voorspelling...'

'Ja.'

'O, nee hè? Maar... we zouden zonder voorspellingen en queesten samen gaan studeren in Rome en...'

'Ja,' onderbrak Percy. 'Maar het gaat niet over ons.'

Annabeth keek peinzend. 'Hoezo niet?'

'Dat dacht ik ook al,' zei Percy. Blijkbaar had Annabeth er ook moeite mee dat de voorspelling niet over haar ging.

'Ik ben ook gewend dat de voorspellingen van het orakel altijd over ons gaan sinds ik in Kamp Halfbloed zit,' zei Percy, 'maar het orakel had het over zeven nieuwe halfgoden.'

Percy zegt de voorspelling hardop tegen Annabeth.

'Verloren schip?' vroeg Annabeth zich hardop af. 'De Argo II? Leo's schip?'

'Ik weet het niet,' zei Percy. 'Misschien. Misschien bouwt Leo hem wel opnieuw.'

'Of de Hephaistoskinderen in Kamp Halfbloed,' opperde Annabeth.
'Door de teruggekomen hemel is de aarde sip,' zei Percy. 'De hemel... Uranus? Kan hij terugkomen? En zal Gaia weer ontwaken? Ik dacht dat we haar vernietigd hadden! Of zo erg verwond dat ze geen kracht meer heeft!'

'Een ding is zeker: er vallen dus weer doden,' zei Annabeth. 'Verliezen de duif tijdens de strijd tegen de afgrond. De duif is een symbool van Aphrodite. En de afgrond...'

Annabeth zweeg, maar Percy wist dat ze allebei het zelfde dachten: Tartarus.

New Heroes of Olympus (Dutch fanfiction)Where stories live. Discover now