hoofdstuk Ⅲ

638 16 5
                                    

maandag middag

Connor en ik zitten in de ruimte die normaal gebruikt wordt voor vergaderingen. Maar het is rond lunchtijd en iedereen is lunchen of huilen op het toilet omdat hun baas hen uitgekafferd heeft. 

Ik buig we voor de vierde keer in een uur tijd over de zin 'Mevrouw Clara geeft in een interview aan te weten dat de haarkleur van haar zogenaamde belager bruin met blonde strepen was dit wijst erop dat mevrouw teveel nagedacht heeft over nutteloze details wat er weer op zou kunnen wijzen dat mevrouw niet de waarheid spreekt.' Wat een rot zin. 

We zijn de dossiers van de rivaliserende partij aan het doorspitten en tot nu toe hebben we alleen nog maar elle lange zinnen zonder leestekens waar ik geen snars van begrijp. Eigenlijk komt het allemaal neer op 'maureen is een leugenaar' en dan zonder leestekens. 

'Heb jij al wat?' Ik kijk op van de vreselijke zin en zie dat Connor weer driftig op dat stomme telefoontje van hem aan het tikken is. Voor hem staat een onaangeroerde quinoa bowl. Wat je blijkbaar uitspreek als kin-wa en niet als ki-no-wa. 

Of was het een poke bowl? Hippe namen die hippe mensen aan hun hippe eten geven. En laat ik nu net niet hip zijn. 

Connor neemt niet eens de moeite op te kijken van zijn schermpje wanneer hij antwoord geeft. 'Nope.' 

Ik sla de bladzijde om in de hoop mezelf af te leiden. Als ik de zoon van van Son vermoord kan ik fluiten naar m'n partnerschap. Dus houd ik me in en focus me op de volgende zin. 'Naar verluid is clara onstabiel meerde getuigen in haar directe omgeving hebben aangegeven zich wel eens onveilig of ongemakkelijk in haar nabijheid te voelen door haar toedoen'. 

'Jezus.' Ik klap het dossier dicht. 'Dit is nutteloos. We moeten gewoon met Maureen Clara gaan praten.' 

Connor salueert naar me. 'Ja, ja, moeten we doen.' Dan kijkt hij plots op van zijn telefoon. 'Wacht, wat? Nee echt niet. Bij die gek kom ik niet in de buurt.' 

Ik kijk hem verontwaardigd aan. 'Die gek moeten wij wel gaan verdedigen, dus het lijkt mij een strak plan dat jij even een beetje gaat dimmen en je gaat verdiepen in deze zaak.' Ik schuif zijn exemplaar over de tafel naar hem toe. 'Aan het eind van de middag wil ik een lijst van dingen die je opvallen in het dossier.' 

Connor kijkt me aan alsof hij een spook heeft gezien. 

'Wat?' Vraag ik. 'Is het prinsje het niet gewend gecommandeerd te worden?' 

Hij knippert alleen maar even een paar keer met zijn ogen, lacht een raar lachje en buigt zich over zijn werk. Gelukkig heeft hij eindelijk die stomme telefoon weggelegd. 

---

Het is het einde van de middag en ik ben ontzettend benieuwd naar Connors lijst. Hoewel ik echt wel iets heb gedaan vanmiddag, heb ik me het grootste deel van de tijd zitten verkneukelen om het feit dat Connors lijst beslist bar slecht gaat zijn. 

Je mag niet oordelen, bla, bla, bla, principes. Ik oordeel altijd, en negen van de tien keer - wat zeg ik? - tien van de tien keer is mijn oordeel correct. Daarom ben ik ook zo'n goede advocate. Ik oordeel juist. 

Connor slaat zijn map met een klap dicht. 'Dus,' hij rekt de s nogal uit, waardoor het meer klinkt als dusssssh. Wat dus echt vreselijk irritant is. 

Ook ik sla mijn map dicht. Na vier uur lang hele bladzijden zonder leestekens lezen wil ik dit dossier het liefst uit het raam kieperen. Bij voorkeur van twaalf hoog. 

'Ik wil iets met je afspreken,' zegt Connor, en ik ben meteen op mijn hoede. 'Als ik met een goede lijst komt ga jij met mij uit eten, doe ik dat niet, dan mag je me de rest van deze samenwerking in de rondte commanderen.'

Ik ben een beetje beduusd. 'Dat is, eh, gewaagd.' Weet ik eruit te persen. 'En wie gaat voor jury spelen?'

Hij leunt naar achteren op zijn stoel, zodat hij net om het hoekje van de openstaande deur kan kijken. 'Kom je, Joris?' 

Joris kijkt om de deur heen en kijkt me even verontschuldigend aan. Ik schud alleen maar vermoeid mijn hoofd. 

'Nou,' zeg ik, en leun achterover in mijn stoel. 'Kom maar op met je lijst. Als je maar weet dat ik toch wel ga winnen.' 

Connor begint. Zijn stem dreunt zelfverzekerd door de vergaderzaal. 

'Nummer een: Mevrouw Clara is direct na haar aangifte in een isoleercel gezet omtrent haar hysterische gedrag. Dit kan tot op zeker hoogte het psychisch letsel hebben veroorzaakt, hierdoor is het mogelijk dat Clara voor de bewuste avond nog psychisch letsel had en dus prima in orde was. Hierdoor is het te bewijzen dat Clara de waarheid spreekt.' Hij kijkt me triomfantelijk aan. 

Ik ben niet onder de indruk, dit hadden we veertien dossiers geleden al kunnen ontdekken. 'Ga door.' Ik draai rusteloos op mijn stoel, ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat hij met dit punt zou komen. 

Connor likt met zijn tong over zijn onderlip. Voor het eerst valt het me op dat hij leuk om te zien is. En dan bedoel ik ook echt heel leuk om te zien. Maar goed, wat heb je aan een fraai gezicht als je het karakter van een boekenkast zonder boeken hebt? 

'Nummer twee: Aangezien er geen beelden zijn van het verhoor van mevrouw Clara is onmogelijk te bewijzen dat mevrouw zich verdacht gedroeg. Nummer drie: Enkel de opnames zijn te beluisteren, hierop is duidelijk te horen dat Clara overstuur is. Hier werd niks aan gedaan en er is absoluut niet volgens de procedure gehandeld.' Hij is even stil en kijkt naar Joris. 'Hierop zouden we ze kunnen pakken. In heel deze zaak is geen enkele procedure goed uitgevoerd.' 

Ik kijk hem niet aan. Advocaten zijn dol op procedures, advocaten zijn er niet zo dol op als iemand die ze niet mogen ze op hun nummer zet. Zoals Connor nu bij mij doet. 

Connor kijkt van Joris naar mij. 'Nou, vriendje van Merel, heb ik gewonnen of niet?' 

Joris kijkt weer naar mij, zijn wenkbrauwen kruipen verontschuldigend naar elkaar. Maar ik weet al wat er komen gaat. 'Hij had goeden punten, dat zie jij ook wel, toch?' Schoorvoetend knik ik. Echt niet dat ik met hem uit eten ga, hoor, maar hij had een goede lijst. Connor kijkt me triomfantelijk aan. 

'Dankjewel, vriendje van Merel, je kunt gaan.' Joris glimlacht nog eens naar me, ik probeer terug te glimlachen maar ben teveel bezig met boos zijn op mezelf. Ik had dit nooit moeten doen. Wat ben ik ook een sukkel.

'Hij is mijn vriendje niet.' Ik wil Connor onder de tafel schoppen, maar dat lijkt me niet heel professioneel. 

'Sorry, hoor.' Connor kijkt me aan en glimlacht. 'Daar lijkt het anders wel op. Die jongen trekt nog net niet zijn broek uit als ie' je ziet.'  

'Dat is zo niet waar.' 

'Oh, echt wel. Ik hoefde maar te zeggen dat hij iets voor jou moest doen en hij kwam nog net niet met hartjesogen aangelopen. Die kerel is harstikke verlieft op je.' Hoe krijgt hij het toch voor elkaar om hooghartig en medelijdend tegelijk te kijken. 

'Hij is mijn vriendje niet, en ik ga niet met je mee uit eten.' 

Connor veegt zijn papieren bij elkaar, precies zoals zijn vader altijd doet, en staan op. Hij kijkt op me neer en lacht een zuinig lachje. 'Oh, echt wel, morgen na het werk.' Hij loopt naar de deur en kijkt nog even naar me om. 'Trek iets leuks aan.' 

Ik steek mijn tong uit naar de dichte deur. 

Heel veel liefs xxx

Alles Wat We Lief Hebben ✔Where stories live. Discover now