Hoofdstuk 2

97 6 0
                                    

De rest van de nacht verliep slecht. Ik kon moeilijk in slaap komen en als ik sliep had ik nachtmerries.

'Mevrouw, wordt wakker.' Iemand schudde aan mijn schouder en ik was gelijk wakker.

Er stond een wat oudere man naast het bed. Hij had een witte koksmuts op en een spatel in zijn handen. 'Ik moest u wekken van Sire, komt u mee?' Ik knikte en glimlachte voorzichtig naar hem.

Ik stapte uit het bed en liep hem achterna.

'Hier is de badkamer, hier kun je je even opfrissen, er zal een jurk voor je klaarliggen op het bed zometeen. Sire verwacht je in de ontbijtzaal, met zijn eten.'

Ik knikte snel naar hem. Hij wilde weglopen maar ik hield hem tegen. 'Wacht even, waar kan ik zijn eten komen halen?'

'Bij mij natuurlijk!' Hij keek me vrolijk en lachend aan, lach rimpels ontstonden op zijn gezicht.

Hij liep weg en ik friste mijzelf snel op. Mijn haren bond ik ingewikkeld naar achter vast, zodat het niet los zou raken.

Toen ik de kamer weer inliep lag er inderdaad een jurk voor me klaar.

Het was een simpele werkjurk. Op mijn gemak begon ik de kamer uit te lopen. Ik neuriede en vrolijk deuntje terwijl ik de geur van croissantjes volgde in de hoop de keuken te vinden. Ik had geluk en vond de keuken. De man kwam al naar me toe en drukte een dienblad in mijn handen. 'Snel, breng het naar Sire, het is aan het einde van de gang.' Ik knikte en liep een grote kamer binnen. De man stond voor het raam. Toen hij mij binnen hoorde komen draaide hij zich om.

Ik stopte onmiddellijk met zingen en bevroor. Zijn ogen waren donker, haast zwart. Voorzichtig zette ik het blad op de tafel. Hij begon te eten. 'Zing voor me.' Ik keek verbaast op. 'Sorry?' Hij keek me strak aan. 'Zing voor me,' herhaalde hij. 'Ik kan niet goed zingen Sire.' Hij lachte, zonder vreugde. 'Jawel, ik hoorde je net even, je hebt een heldere stem, laat eens horen.' Hij wees naar een grote zwarte vleugel in de hoek van de kamer. 'Maak gerust gebruik van de vleugel. Maar zing voor me.' Zijn woorden waren dwingend en angstig liep ik naar de vleugel toe. Ik legde mijn vingers voorzichtig op de toetsen en speelden een paar akkoorden. Ik speelde het liedje dat zich de hele tijd in mijn hoofd afspeelde. Ik begon zonder het door te hebben een tekst te zingen. De muziek voerde me. Emoties gleden door mijn stem.

Langzaam liet ik de toetsen los. Ik gluurde vanuit mijn ooghoeken naar de man. 'Zie je, ik had gelijk, je stem is werkelijk prachtig.' Zijn stem klonk emotieloos, haast monotoon. 'Dank u, Sire.' Ik fluisterde slechts, durfde mijn stem niet te verheffen. 'Noem me McQueen.' Ik knikte snel.

'Meneer McQueen, mag ik u vragen wat ik hier doe?' Hij keek met een ruk op en zijn donkere ogen boorden zich in de mijne. Ik snakte naar adem toen ik de woede erin zag. Ik wilde mijn blik afwenden, weg van de enge, intimiderende blik, maar iets hield me tegen. Hij zei nog altijd niks en keek me slechts aan. 'Daarom,' antwoorde hij uiteindelijk.

Toen hij bijna klaar was met eten stopte hij opeens. 'Kom hier.' Snel stond ik op en liep naar hem toe. 'Ga zitten,' beval hij en hij schoof een stoel opzij. 'Hier eet wat.' Hij schoof zijn eten naar mij toe. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, dat kan ik niet aannemen, het is van u.' Ik boog mijn hoofd neerwaardig. 'Eet. Het.' Zijn bevelende stem deed me huiveren en ik at het snel op. 'Kijk me aan.' Langzaam keek ik op, recht in de duistere ogen. 'Vanaf vandaag bedien je mij, je doet alles wat ik je opdraag, begrepen.' Snel knikte ik. 'Goed, ga maar naar de keuken, je zal daar je opdrachten krijgen.' Hij zakte onderuit in zijn stoel en keek weer weg, uit het raam. Snel liep ik naar de keuken. Toen ik binnen kwam schraapte ik zachtjes mijn keel. De kok keek op en keek me vrolijk aan. 'Heeft het hem gesmaakt, meiske?' Ik knikte en glimlachte verlegen. 'Volgens mij wel meneer, maar ik kwam mijn opdracht hier ophalen.' De glimlach verdween van zijn gezicht en hij begon in zichzelf te mopperen. 'Niet te geloven dat die grompot zo'n mooi meisje al zijn klusjes laat opknappen.' Ik glimlachte geruststellend naar hem. 'Het maakt niets uit, het is hier vast stukken beter dan dat bos.' Hij keek me medelevend aan. 'Goed, begin anders maar gewoon met de balzaal poetsen, er is een bal vanavond. Als je daar mee klaar bent, begin dan maar met de rest van het huis.' Ik knikte. Hij legde snel uit waar ik alles kon vinden. Neuriënd begon ik met de vloer te poetsen. De vloer was groot en het duurde dan ook wel even, maar al snel was ik klaar. Veel hoefde ik niet af te stoffen want het was best wel schoon hier.

Tegen 4 uur was ik klaar met schoonmaken en ik ging opzoek naar meneer McQueen. Ik wist eerst niet waar ik hem zou moeten vinden maar al snel liepen mijn voeten in een bepaalde richting. Ik wist niet wat het was, maar ik voelde een bepaalde aantrekkingskracht. Al snel stond ik voor een deur. De deur stond open en ik liep voorzicht naar binnen. Ik vond hem, vloekend en al. 'Rot blouse, ga eens dicht.' Ik onderdrukte een giechel, maar blijkbaar had hij mij alsnog gehoord. Hij draaide zijn hoofd met een ruk om en toen hij mij zag staan verduisterde zijn ogen. 'Uh, moet ik u even helpen?' vroeg ik verlegen. Hij knikte. Ik liep langzaam op hem af. Voor hem bleef ik staan en mijn ogen gleden naar beneden. Ik zag zijn afgetrainde buik en hapte naar adem. Voorzichtig begon ik de knoopjes van zijn blouse dicht te maken. Toen ik klaar was keek ik voorzichtig omhoog, recht in zijn ogen. Zijn ogen stonden ineens een stuk vriendelijker. Ze waren een stuk lichter en ze onderzochten me grondig. Zijn ogen gleden over mijn gezicht. Heel voorzichtig, haast teder raakte hij mijn wang aan. Mijn huid begon te tintelen en genietend sloot ik mijn ogen.

'Wat deed je daar in het bos?' Ik opende mijn ogen en keek van hem weg, naar de grond. Ik antwoordde niet, bedenkend wat ik daar deed en hoe ik er terecht kwam. 'Kijk me aan en antwoord me.' Langzaam keek op en ik beet op mijn lip.

'Ik weet het niet, Sire,' zei ik uiteindelijk, naar alle waarheid.

'Goed, het zal wel, ga.' Hij wees naar de deur. Ik knikte en rende de kamer uit. Ik rende naar de kamer waar ik wakker was geworden. Ik liet me tegen de muur aanzakken en begroef mijn gezicht in mijn handen. Wat was er gebeurd? Hoe kwam ik in dat bos. Hoe? Dat was de vraag, een van de vragen waar ik geen antwoord op had.
Vermoeid sloot ik mijn ogen. Misschien moest ik gewoon gaan slapen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Het beestWhere stories live. Discover now