hoofdstuk 2

25 2 4
                                    

"Nachtkit, je hebt de leeftijd van zes manen bereikt en het is tijd voor jou om leerling te worden", miauwde Langster luid. "Tot die tijd dat je je krijgersnaam krijgt zul je bekend staan als Nachtpoot, je mentor zal Witstaart. Ik hoop Witstaart dat je al je kennis over zult brengen op deze nieuwe leerling"

Nachtpoot liep naar Witstaart en raakt haar neus met de zijne aan. "Nachtpoot, Stekelpoot, roodpoot, Spikkelpoot!", Riepen de krijgers. " Jij had hier bij moeten zijn Zachtkit", mompelde Nachtpoot. Spikkelpoot kreeg Scheuroor, Stekelpoot kreeg Eensnor en roodpoot kreeg Modderklauw. "Kom je, Nachtpoot", vroeg Witstaart. Nachtpoot knikte. Hij volgde Witstaart uit het kamp. Het was veel rennen. Maar na een tijdje kwamen ze tot stilstand. "Ruik je dat, Nachtpoot?", vroeg Witstaart. Nachtpoot deed zijn mond open om te ruiken. "Dat is de geur van de RivierClan", zei Witstaart. Ze gingen verder en Nachtpoot kende de. geuren van alle clans. Toen ze terug gingen naar het kamp, rook Nachtpoot. Een vreemde geur. De geur van de RivierClan! "Witstaart, de RivierClan komt ons aanvallen", miauwde Nachtpoot ernstig. "Wat!", siste Witstaart. " We moeten terug naar het kamp" opeens verscheen een ongewoon gevlekte poes met achter haar een kleine, maar forse grijze kater en naast hem een blauwgrijze poes. De gevlekte poes sprong op Witstaart en duwde haar sissend tegen de grond. De grijze kater wou op Nachtpoot springen maar hij ontwijkte dat. Nachtpoot sprong op de gevlekte poes af. Door zijn onverwachte aanval. Sprong de poes opzij. ze siste luid naar hem. Toen Witstaart wegvluchten. Volgde hij haar voorbeeld en rende terug naar het kamp. Toen hij bij het kamp aankwam, keek hij achter hem en zag nog meer RivierClankatten. Hij zag zijn Clangenoten aanvallen. Nachtpoot sprong op een kleine zwarte met zilvergrijze poes. "zij is waarschijnlijk nog leerling", dacht hij. De poes wist zich los te maken en rende het kamp uit. Nachtpoot zag dat nog meer RivierClankatten het kamp uitvluchten. Tot ze uiteindelijk allemaal verdwenen waren en de rust was teruggekeerd. Er gingen verschillende naar Sparneus, de Medicijnkat. Toen hij zag dat verschillende katten hun wonden verzorgde. Voelde Nachtpoot op een een stekende pijn in zijn achterpoot. Toen hij keek zag Nachtpoot dat hij een heel diepe wondde had. Hij liep naar Sparneus zijn hol. "Ja, Nachtpoot?", vroeg Sparneus. Nachtpoot liet de wonden zien. "Het is te erg, Nachtpoot", miauwde Sparneus. "je moet hier een paar dagen blijven" "Wat!", riep Nachtkit. "En de training dan!" "het zal maar een paar dagen duren", miauwde Sparneus geruststellend. Nachtpoot zuchtte. Hij nog maar een dag leerling en moest al in het medicijnhol zitten.

Toen hij enkele dagen wakker werd. Hoorde hij iemand schreeuwen. Hij zag Sparneus aan zijn flank hing een aangevallen Scheuroor. Hij zag een grote kras in zijn flank. Nachtpoot hinkte naar de plek waar alle medicijnen lagen. Hij pakte wat Spinnenrag en Goudsbloem. Hij hinkte terug. Sparneus keek grote ogen toe hoe de kleine leerling, met de kruiden in zijn mond naar hem toe kwam. Sparneus reikte naar de kruiden en miauwde: "bedankt, Nachtpoot"

Nachtpoot knikte respectvol en werd warm bij het bedankje, van sparneus. Hij ging terug naar zijn mosbed. Om een nog wat te slapen. Toen hij ging liggen, hoorde hij gritsel bij de ingang van de medicijnhol. Spikkelpoot kwam binnen met achter haar Scheuroor . Ze had een lekkere eekhoorn in haar mond. "bedankt, Spikkelpoot!", snorde Nachtpoot. "je hebt echt jachttalent" Spikkelpoot ging naast Nachtpoot zitten en wreef haar hoofd tegen de zijne "Mag ik bij jou slapen?", fluisterde ze in zijn oor. "Tuurlijk", fluisterde hij terug. Spikkelpoot en Nachtpoot hun staarten verwikkelden elkaar. "Ik hou van je, Nachtpoot", snorde ze zacht. "Ik ook van jou, Spikkelpoot", antwoordde hij terug.

Toen Nachtpoot de volgende ochtend wakker werd zag, hij dat Spikkelpoot nog lag te slapen. Nachtpoot likte haar oor en stapte naar buiten. Hij mocht vandaag eindelijk weer trainen. "Hé, Nachtpoot", miauwde iemand. toen Nachtpoot zich omdraaide zag hij Witstaart op hem afkomen. "Kan je weer trainen?", vroeg ze snorrend. "Ja!", antwoordde hij vrolijk. "Dan heb ik een leuke verrassing", miauwde Witstaart. "volg me"Witstaart volgde Nachtpoot. Het viel Nachtpoot op dat ze niet in het woud gingen, maar eruit! Toen ze verder gingen zag Nachtpoot. Een heide! "Eh, Witstaart", miauwde hij. "Waar gaan we naar toe?" Witstaart negeerde zijn vraag en liep verder.

Toen ze bij de heide aan kwamen. Zag Nachtpoot een kleine, forse, gespierde zwart-witte kater. "Hallo, Rogge", miauwde witstaart vriendelijk. De forse kater knikte. Witstaart mompelde iets, wat Nachtpoot niet hoorde. toen riep Rogge: "Ravenpoot, breng Ella en Wit mee" uit de stal kwam een klein zwart kater, een bruine poes en een sneeuwwitte poes. Nachtpoot herkende de bruine. Het was de poes die Zoetkit had meegenomen. Toen Nachtpoot goed naar de knappe poes keek. Herkende hij Zoetkit! "Zachtkit!", snorde Nachtpoot. "Ik heb je gemist!" "Ik jou ook, Nachtpoot", miauwde ze. "En ik heet nu Wit" "Kom je, Nachtpoot", mompelde Witstaart. "We moeten heel wat trainen" Nachtpoot knikte. Nachtpoot mompelde gedag tegen Wit. "Kom me nog eens bezoeken!", riep Wit. Nachtpoot riep terug: "Zal ik doen!" "Heb je toestemming van Langster", vroeg Nachtpoot? Witstaart knikte."Bedankt, dat je hebt meegenomen Witstaart", snorde Nachtpoot. "Dat doe ik met plezier, Nachtpoot" snorde ze terug; "Kom we moeten nog een poosje trainen" Nachtpoot sprong op van blijdschap. Eindelijk kon hij nog wat trainen.

Nachtklauws vuurWhere stories live. Discover now