Hoofdstuk 20

532 30 6
                                    

''Hey Lieverd'' Mijn moeder komt gelijk naar me toegelopen zodra ik binnenstap. Ik ben blij dat de auto al is weggereden. Dat mijn moeder in ieder geval niks meekrijgt van de sfeer. Ik probeer een neppe glimlach op te zetten, maar voel al dat mijn mond wat wegtrekt. ''Geef maar'' Ze pakt de koffer van mij aan. ''Je zult wel moe zijn zeker? We praten later wel even bij.'' Ik ben opgelucht dat ik nu niet over de vakantie hoef te praten. Ik ren gelijk de trap op naar mijn kamer zonder ook maar iets van een broertje of vader nog tegen te komen.

Ik ga zitten op mijn bed en zucht diep uit. Een paar dagen geleden zat ik hier heel anders. Blij enthousiast met vlinders in mijn buik. Ik kan niet ontkennen dat die vlinders er niet meer zijn. Die gaan niet in één keer weg. Maar die zijn wel vreselijk verwaarloosd. Ik pak mijn oordopjes en zet een random nummer op. Ik zou niet kunnen vertellen waar het over gaat, maar het voelt even relaxed.

Er wordt op mijn deur geklopt. Ik trek een oortje uit om te horen of het niet toevallig van de muziek kwam, maar dat was niet het geval. ''Ja'' zeg ik droog. De deur wordt langzaam geopend. Ik zie een klein jong mannetje met sprankelende ogen en een ietwat smiechtige glimlach voor me staan. ''Hai'' Mijn stem klinkt zacht en zonder dat ik het door heb verschijnt er ook een glimlach op mijn gezicht. ''Kom hier Ezzie'' Ik klopt naast me op het bed. Hij komt naast me zitten en sluit meteen zijn handen om mijn torso. Ik doe ook mijn andere oortje uit. Ik aai zacht over zijn haren heen. ''Ik heb je gemist Matthy'' hij kijkt me bewonderend aan. ''Ja? Heb je je grote broer gemist?'' Hij knikt overduidelijk. Z'n schattige koppie doet me weer glimlachen. Tien jaar jonger dan ik, maar wel één van mijn beste vriendjes.

Met Ezra op m'n rug lopen we de twee trappen af naar beneden voor het eten. ''Haii jongen'' Mijn vader aait me over mijn hoofd. Ik neem plaats aan mijn vaste plek aan tafel. Ik schep niet veel op. Ik krijg geen hap door mijn keel nu, maar het moet ook niet opvallen. ''Dus...'' begint mijn vader. Ik kijk hem fronsend aan. ''Vertel even hoe het was'' Ook hij schept eten op voor zowel hem als Ezra. ''Ja, was leuk'' Mijn moeder kijkt me ontevreden aan. ''Even wat uitgebreider Matthyas. Wij zijn benieuwd hoe het was en wat jullie hebben gedaan.'' Ik zucht. ''Wat wil je nou precies weten?'' Ik laat mijn bestek per ongeluk op het porseleinen bord kletteren wat zorgt voor een hard geluid. Daarnaast is mijn toon boos en verveeld, terwijl het niet zo bedoeld is. Ik kan gewoon niet leuk doen als ik me nu zo voel.

Ik stap bij het eten weg en ren naar boven. Ik heb weer het idee of moet ik kotsen, maar er zal toch niks uit kunnen komen. Ik krijg al de hele dag geen hap door mijn keel. Ik krijg het ook weer bloedbenauwd en dit keer begint mijn been te trillen. Ik heb het even niet onder controle. Ik neem snel een slok van het glas water die al minstens een week op mijn kamer staat. Het duurt niet lang voordat mijn moeder bij me komt. ''Lieverd we snappen dat je nu moe bent en misschien wat overprikkeld bent ook, maar je hoeft niet gelijk zo te reageren.'' Ik knik maar wat. Ze snapt het toch niet. ''Je eten heb ik in de koelkast gezet, die kun je wel opwarmen in de magnetron. Neem eerst maar even rust.'' Ik wacht totdat ze uit mijn kamer vertrokken is en zucht daarna diep uit.

Ik druk mijn PlayStation aan en speel een paar potjes Fifa. Ik word onderbroken door Ezra die mijn kamer binnen komt lopen. Ik zet het spel op stop en zet ook mijn headset af. ''Had je geen honger?'' Ik draai met mijn bureaustoel naar hem toe. Hij is op mijn bed gaan zitten. Ik schuif nog dichter naar hem toe. ''Soms als je je niet zo lekker voelt heb je niet zo'n honger'' leg ik uit. ''Ben je ziek?'' Hij kijkt gelijk geschrokken. Ik schud mijn hoofd. ''Als je verdrietig bent heb je dat ook'' ''Ben je verdrietig?'' Ik knik. ''Waarom dan?'' Zijn mond staat een beetje open. Hij is zo lief en nieuwsgierig tegelijk. ''Matthy was een beetje verliefd..'' Ik begin in de derde persoon te praten. Ik zie zijn ogen glinsteren. ''Op wie dan?'' Zijn hand beland voor zijn mond. Ik negeer de vraag even. Dat is nou net zo lastig als je verliefd bent op je beste vriend. Al helemaal om aan een jongentje van zes uit te leggen.

''Verliefd zijn is iets heel moois, maar het kan ook pijn doen...'' ''Als het niet wederzijds is bijvoorbeeld'' Hij kijkt me vol ongeloof aan en valt me daarna in de armen. ''Maar waar heb je pijn dan?'' Ik leg mijn hand op mijn borst. ''In mijn hart Ezzie'' Hij is waarschijnlijk nog te jong om het allemaal goed te begrijpen, maar het voelt goed om er even over te praten in plaats van dat het constant alleen in mijn hoofd zit. ''Kan de dokter je niet helpen?'' Ik moet grijnzen om zijn opmerking.

''Maar op wie was je verliefd dan?'' Hij kruipt bij me op schoot. Ik streel zacht door zijn haren heen. Hoe ga ik dit in vredesnaam aan hem uitleggen? ''Je kent hem wel'' Hij springt gelijk van mijn schoot af. ''Is hij van je school?'' ''Of zit hij op voetbal'' Ik vind het schattig hoe hij doorgaat in ''hij'' alsof het niks raars is. Het is ook niet raar, maar ik had verwacht dat een jongentje van zes die opgegroeid is in een generatie waarbij hetero het ''normaal'' is, het wel bijzonder zou vinden. Anders tenminste. ''Ja en nee'' beantwoord ik zijn vraag. ''Hij komt hier wel eens bij ons thuis'' hint ik. ''Is het Milo?'' Hij staat gelijk op. Zijn ogen glinsteren weer helemaal. ''Waarom denk je dat?'' ''Milo is leuk'' is zijn antwoord daarop. Ik knik. ''Echt?'' Hij springt weer bij me op schoot en knuffelt me. ''Milo is ook heel leuk..'' Ik begin enthousiast. ''Maar we hebben nu ruzie'' Mijn stem slaat over. Het is niet echt een ruzie, maar zo is het voor Ezra wat duidelijker allemaal.

Volgensmij hoort hij de rest niet echt, want hij begint al gelijk over de toekomst. ''Gaan jullie dan trouwen?'' ''En samen kindjes krijgen?'' ''Zijn dat dan mijn neefjes en nichtjes?'' Ik glimlach weer. ''Dat weet ik allemaal nog niet..'' ''Komt Milo morgen dan weer?'' Ik zou willen dat ik tegen Ezra kan zeggen dat hij morgen komt, maar zo makkelijk is het allemaal niet.

Weg van jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu