Hoofdstuk 7

7 0 0
                                    

Tot Evander zegt: "We moeten verder."
"Waar gaan we heen?", vraagt Cressida.
"Het lijkt mij een verstandig plan om naar het zuiden te trekken", zegt Evander langzaam. "Het regime van Laverna is daar iets minder sterk. Ik heb daar vrienden. Er zijn vast mensen die ons willen helpen met Laverna onderuit halen. Het belangrijkste is nu om de bevolking op onze hand te krijgen. En ja, dat is gevaarlijk. Dus, ben je bereid om je leven te riskeren hiervoor, Cressy?" Evander kijkt Cressida ernstig aan.
Cressida knikt. "Ik beloof dat ik je zal helpen."
Hun ogen ontmoeten elkaar in het donker van de nacht. De maan weerspiegelt in Evanders ogen. Een warme gloed verspreidt zich in het lichaam van Cressida. Ze vertrouwt hem!

"Eerst", vervolgt Evander dan, "Gaan we langs het huis van een vriend van mij om vermommingen te regelen, en paarden, als het kan. Ik hoop dat hij mij eraan kan helpen. Maar we moeten er zo snel mogelijk heen. Het is mij veel te licht en we vallen enorm op."

Ze lopen verder, zo snel als het kan zonder op te vallen. Dan zegt Evander ineens: "Hoe komt het dat je je vader nooit hebt gekend? Is hij overleden voor je geboorte?" Cressida zucht. "Ik heb geen idee. Ik weet niet wie hij is, waarom ik heb nooit heb gezien en ik weet niet wat hij als beroep deed. Het enige wat ik weet is dat hij niet meer leeft. Verder heb ik geen idee." Haar stem klinkt wanhopig.
Evander denkt na. "Hoe weet je dat hij niet meer leeft?" "In het weeshuis heeft een van de zusters blijkbaar nog medelijden gehad en twee brieven bij mij achtergelaten, van mijn moeder. Ik heb ze niet meer, met dank aan de pesterijen, maar daar schreef mijn moeder in dat mijn vader was gesneuveld. Hoe en waarvoor, geen idee. Daar kom ik denk ik ook nooit meer achter", vertelt Cressida. "Ik ben er wel benieuwd naar, maar ja..." Het blijft stil naast haar.


Na een aantal uur blijft Evander weer staan. De maan verlicht tussen de bomen door zijn gezicht. Hij pakt een kaart en spreidt die uit op zijn knie. "Kijk", wijst hij, "Daar is Eldoria. Dat is het dichtste bij, en goede 70 à 80 kilometer richting het zuiden. Hier is Nixmontem, dat is in de bergen in het noordoosten. Het is behoorlijk ver weg, maar met goede paarden is dat te doen, en die zullen we wel nodig hebben om de imitatie compleet te maken. Als we dat goed doen, dan worden we voorlopig nog niet betrapt." "En waar is de hoofdstad?", vraagt Cressida. Ze wijst op een stip, links bovenaan, in het uiterste noorden van Xeitorya. "Daar?" "Nee, dat is Aurora, dat is ook één van de zes hoofdsteden. Kijk, hier is het." Hij wijst op een stip, ongeveer in het midden van de kaart, maar hoger dan Ignatia, waar ze vandaan komen. "Dit is..." "Isandynzia", vult Cressida aan. "Ik ben niet helemaal dom!" "Dat was ook niet wat ik wilde insinueren", reageert Evander. Cressida schrikt van zijn geïrriteerde toon. Ruzie met Evander? dat mag niet gebeuren! "Sorry, ik maakte maar een geintje", zegt ze snel. De schrik klinkt in haar stem door. "Laten we maar verder lopen, anders komen we er nooit. Hoe lang gaat dit bos nog door?" "Klein stukje nog", wijst Evander. "Op de kaart kun je dat ook zien, hier, een uurtje of twee nog, dan een uurtje of drie over het vlakke veld. Daar lopen we het meeste risico, dus daar moeten we echt opletten. De kans is na een goede dag vrij groot dat we door het hele land gezocht worden. We moeten zo snel mogelijk een vermomming vinden dus. Maar daarna moeten we een klein stukje langs de rivier de Chyror en dan zijn we er zo goed als." "Laten we maar flink doorlopen", zegt Cressida haastig, "Anders komen we er nooit." Stevig stappen ze door.

Op een gegeven moment komen ze bij de bosrand.
"Hoeveel kilometer moeten we nog?", vraagt Cressida. Haar voeten doen pijn en ze wankelt. Evander grijpt haar bij haar schouders. "Gaat het?"
Cressida zakt op de grond en bekijkt haar voeten. Er zit een scherpe steen onder haar rechtervoet. Een snee zit naast de steen, waar ze gisteren haar voet heeft geschramd. Ze peutert de steen eruit en negeert de blauwe plek bij haar enkel. Evander pakt haar voet en knijpt er voorzichtig in.

Ineens voelt Cressida dat de pijn verdwenen is. Ze grijpt naar haar voet en duwt Evanders hand opzij. Ze kijkt nog een keer. De blauwe plek is verdwenen, en van de snee is ook niets meer te zien! "Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?" "Wat?" Evander kijkt verbaasd naar de voet. "Is het over?? Hoe kan dat?" "Ja dat vroeg ik aan jou!", reageert Cressida. "I- Ik heb geen idee", stottert Evander. "Nou, dan niet vragen maar profiteren", zegt Cressida laconiek. "We kunnen nu in ieder geval makkelijk verder. We moeten in elk geval hier weg, want tegen de bosrand vallen we veel te veel op." 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 06, 2023 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The Gold Hands (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu