Het lot van Zilverdam

36 12 15
                                    

Lyra hoorde haar hart in haar oren bonken terwijl ze, met Julian in haar armen, door de drukke straten rende. De geluiden om haar heen, werkten op haar in. Handelaren schreeuwden om aandacht voor hun waren, paardenhoeven kletterden op de keien en mensen praatten hartelijk met elkaar.
Ze was al bijna een jaar op de vlucht, maar ze raakte er nooit echt aan gewend. Het was niet haar bedoeling geweest om naar Zilverdam te komen. Honger en onmacht hadden echter de wanhoop té dichtbij gedreven. Er was geen andere optie.
Ze wierp een blik achterom. De man die haar had herkend was verdwenen. Toch bleef ze snel doorlopen, altijd op haar hoede. De straten waren smal en kronkelig, vol met mensen die zich haastten om hun dagelijkse bezigheden te voltooien. De geur van zweet en vuil hing in de lucht, vermengd met de geur van de dieren die tussen de mensen door zwierven. Lyra voelde de drukte om zich heen terwijl mensen haar onopvallend in de gaten hielden, hun nieuwsgierige blikken gemaskeerd door hun eigen zorgen en haast.
De geur van vers brood drong Lyra's neus binnen, al voordat ze de bakkerij zag. De verleidelijke geur trok haar dichterbij. Haar lege maag rommelde pijnlijk, een herinnering aan wat ze miste. Ze kon het niet weerstaan om even bij het raam toe te kijken hoe de dampende broden uit de oven werden gehaald.
Haar blik gleed naar het kleine jongetje in haar armen, nog maar net een jaar oud. Ondanks de pijn in haar hele lichaam, was hij haar enige focus. Ze voelde zijn kleine hand in de hare, zijn zachte ademhaling tegen haar huid. In dit moment van paniek en angst, herinnerde ze zich Julian in zijn wieg. Hij was zo klein toen hij pas net geboren was. Het geluid van zijn gehuil ging door merg en been. Het stopte pas toen ze hem voor het eerst aanraakte. Dat was de laatste herinnering die ze had aan hun oude leventje. Het leven voordat ze op de vlucht sloegen.

Hij was de enige reden waarom ze moed verzamelde om de geur van de bakkerij achter zich te laten. De straten waren een wirwar van mensen en geluiden, kinderen speelden en dieren liepen te pas en te onpas in het rond. Lyra manoeuvreerde behendig om de obstakels te vermijden en haar weg te vinden door de menigte. Haar hart bonkte in haar keel, ze had constant het gevoel dat ze in de gaten werd gehouden.

Geschreeuw achter haar, mannen die haar naam riepen. Ze was niet snel genoeg geweest. Wanhopig keek ze om zich heen en versnelde haar pas. Het zweet parelde op haar voorhoofd. De hele stad leek tegen haar te zijn, het gevaar loerde overal.
Lyra vond een smal steegje dat uitkwam op een verlaten binnenplaats. Achter een stapel kratten vond ze een schuilplek. Ze hield Julian stevig vast. Zijn kleine lichaam trilde van angst, zijn ogen gevuld met verwarring. Ze streek zacht over zijn hoofdje en fluisterde geruststellende woorden, terwijl tranen van onmacht over haar wangen heen stroomden.
In de stilte van de binnenplaats hoorde Lyra alleen haar eigen gehijg en gesnik. Ze wist niet waarom de mannen achter Julian aanzaten. Sinds zijn geboorte waren ze geobsedeerd door hem. Hoewel het moeilijk was om moed te verzamelen, wist ze dat ze hier niet lang kon blijven.
Ze veegde de tranen van haar wangen. Vastbesloten om Julian te beschermen, trok ze zich omhoog. Zelfs als ze voor altijd op de vlucht moest blijven, zou ze hem nooit in de steek laten.

Voordat ze zich mengde tussen het alledaags gepeupel, keek ze goed om zich heen. Haar doel was duidelijk. Ze moest haar laatste bezittingen ruilen zodat ze misschien de rest van de week konden eten. Ze manoeuvreerde zich een weg door de menigte, wat hier en daar gemopper veroorzaakte. Hopelijk was het druk genoeg om niet herkend te worden.
Aan het einde van de straat was een winkeltje waarvan ze zeker wist dat ze daar haar spullen kon verkopen. Het houten gevelbord wiegde in de wind. Een gevoel van triomf zorgde ervoor dat ze haar tempo verhoogde.
De menigte spleet uiteen, waardoor ze twee gewapende mannen voor haar zag. Mannen van de koning. Ze bleef uit schrik even staan. Ze hoorde de mannen aan de menigte vragen of ze een vrouw met haar kenmerken hadden gezien.

In een reflex draaide ze zich om. Julian voelde de spanning in haar lichaam en reageerde erop door te huilen. Voordat ze hem kon sussen, trok het gehuil de aandacht van de mannen. Ze hadden haar meteen gezien. De mannen waren te dichtbij om zomaar te verdwijnen.

Wortels van verbeeldingWhere stories live. Discover now