Deel 11: Een snufje zout

233 9 0
                                    

POV Matthy

Aangekomen op school rijdt Robbie met de scooter de stalling binnen en zet daar de scooter neer. Ik trek die helm van mijn kop af en haal weer mijn vingers door mijn haren heen om het even in model te brengen. Robbie pakt de helm van mij aan en stopt deze samen met zijn helm in de buddy en klapt deze daarna dicht waarna we de fietsenstalling uitlopen. Hoewel Robbie zijn hand uitnodigend naar me uitsteekt, kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om hem vast te pakken. Er was iets in me dat tegenstribbel, iets dat me ervan weerhoud om openlijk mijn liefde voor hem te kunnen tonen. Zelfs op school! Waar je juist jezelf hoort te zijn.

We lopen via de ingang de school binnen en gaan met de roltrap naar de eerste verdieping, daar pakken we de lift naar de derde. Waarschijnlijk merkte Robbie mijn aarzeling, hij keek me ook onderzoekend aan. Zijn blik voelde als een zachte aanmoediging. "Pak gewoon mijn hand Matthyas" kon ik in zijn ogen lezen. "Wat houd je nou tegen?" Het is niet dat ik niet van hem houd, integendeel zelfs. Mijn gevoelens voor Robbie zijn groots, en dat weet hij ook wel. Alleen laat ik het misschien minder vaak merken dan hij dat doet. Maar er was gewoon iets anders, iets wat mij ervan weerhield om mezelf te kunnen zijn, om mezelf volledig over te kunnen geven aan zijn liefde in het bijzijn van andere. Misschien was het angst voor oordelen, afwijzingen, of het ongemak van het tonen van mijn waren gevoelens in een omgeving waar ik me gewoon niet meer thuis voel nu ik al mijn vrienden kwijt ben. Althans, ik zie ze niet meer. Maar gelukkig heb ik Robje, hij is op dit moment het enige wat ik echt nodig heb in dit leven. Iemand die naast me ligt, mij warm houd, mij opvrolijkt, mij troost, mij laat lachen, me laat zien wat leven is. Me laat zien, wat liefde is.

Terwijl we door de gangen heen lopen op weg naar ons lokaal, voel ik me gespannen, alsof ik elk moment op iets betrapt zou kunnen worden. Wat als mijn oude vrienden net opeens de hoek om zouden lopen en ze mij hier zouden zien hand in hand lopen met Robbie? Wat als ze me uitlachen, me veroordelen voor wie ik ben, wat ik ben? Die gedachte doet mijn hart sneller laten kloppen. Robbie kent mij nu al goed genoeg om te weten dat er iets aan de hand is. Hij vertraagd zijn pas terwijl ik gewoon doorloop. "Matthy" hoor ik hem dan achter me zeggen op een geruststellende manier. "Je hoeft bij mij niets te doen waar je je niet goed bij voelt hè. Dat weet je toch?" zegt hij op diezelfde geruststellende toon, maar op een iets lager volume. Die woorden raken mij oprecht, recht in mijn hart. Hij accepteert mij, hij heeft me lief om wie ik ben, zonder verwachtingen of eisen. Hij neemt me gewoon hoe ik ben. En daar ben ik zo blij mee.

Toch kan ik de angst niet van me afschudden, de angst voor afwijzing, voor het onbekende. Maar terwijl ik naar Robbie kijk, diep in zijn ogen. Zie ik weer die kleine rimpeltjes in zijn ooghoeken verschijnen door zijn prachtige maar kleine goedkeurende glimlach. Op dit moment besef ik me dat ik niet langer kan toestaan dat angst mijn leven beïnvloedt. Ik wil niet langer in een schaduw leven, mezelf verbergen voor de wereld uit angst voor wat anderen zullen denken. Met een vastberaden glimlach pak ik Robbie's hand vast, mijn vingers die van hem omhelzen alsof ze nooit iets anders hebben gedaan. En hoewel mijn hart nog steeds bonkt van angst, voel ik ook een rust over me heen komen. Hier loop ik dan, hand in hand met een jonge, met Robbie, in het volle zicht van iedereen, mijn liefde tonend aan degene die het verdient, zonder angst of schaamte.

Ik weet dat ik misschien niet de makkelijkste ben met het laten zien dat ik van hem houd. Want dat doe ik! Ik houd van hem. En hij ook van mij dat weet ik. En dat zegt hij vaak genoeg. Ook al was ik de eerste die het uit sprak, dat ik ik van hem houd. Maar hij laat het het meeste merken. Met z'n koosnaampje die hij voor me heeft. Liefje, lief, schatje. Hoe hij er voor mij is, hoe hij mij bezig houd in deze situatie. Kan ik er maar eens voor hem zijn hoe hij er voor mij is. En ik noem hem altijd maar bij zijn eigen naam. Ooit heb ik hem wel eens schat genoemd volgens mij. Maar, ja geen idee, het voelt gewoon onwennig. Ik vind het moeilijk om te tonen wat ik echt voor hem voel. Het is daarentegen ook mijn eerste liefde. De eerste keer dat ik iets voor iemand voel. De eerste keer dat ik me naar iemand uitspreek. Ik weet dat ik me meer moet openstellen naar hem op dit gebied. Maar ik vind het echt lastig.

Wat voel je? ft. Mabbie, De BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu