Hoofdstuk 6: Dag 3

3 0 0
                                    

"Ey Daisy, zin om vandaag mee te gaan naar een stadje? Ralph en ik gaan wel." zegt Jannes terwijl hij aan zijn campingbandje friemelt. "Ja prima, maar alleen als Vera ook mee gaat." zegt Daisy terwijl ze mij vragend aankijkt. "Ja prima." zeg ik, maar eigenlijk heb ik geen zin. Vooral omdat Jannes en Ralph mee gaan, ik vertrouw hun gewoon niet. Ze kwamen maandag opeens opduiken, net nadat onze stroom terug was, ik was toen al op mijn kamer, maar kon ze horen praten. Het klopt gewoon niet. Ik pak mijn tas, uit de kast pak ik nog een paracetamol. Ik heb vaak last van hoofdpijn, dus als dat weer opspeelt kan ik deze innemen. "Hoe gaan we er eigenlijk heen?" vraagt Daisy opeens bezorgd aan Jannes. Ralph wijst naar de 4 fietsen achter hem. "Met deze dingen." zegt hij vervolgens grijnzend. "Hoe kom je nu weer aan 4 fietsen?" vraagt Daisy lachend. "Gehuurd, bij de receptie." zegt Ralph terwijl hii op een van de zadels klopt. "Wij dachten al dat jullie wel mee zouden gaan, dus dachten we, we huren er vast 4." Samen met Daisy loop ik naar de fietsen. "Naar welk stadje gaan we eigenlijk?" vraag ik terwijl ik op een van de fietsen stap. "We gaan naar Pizza, ik wil graag die scheve toren recht zetten." zegt Ralph met een knipoog. Ik rol met mijn ogen, ik vind Ralph echt een grote kleuter. Eenmaal in Pizza aangekomen is het alweer 12:00. We hebben er 45 minuten op gefietst. "Maat ik rammel." zegt Daisy terwijl ze haar fiets op slot zet. "Zullen we een pizza eten dan?" vraagt Jannes. Daisy kijk hem vragend aan. "Waar wil jij een pizza gaan halen dan?" vraagt ze vervolgens. Jannes wijst naar een pizzeria op de hoek van de straat waar we in staan. Met z'n 4 lopen we naar de pizzeria. "Hello, do you have a seat for us?" vraagt Ralph in gebrekkig Engels aan de serveerster. "Yes, would you like a seat near the window?" Vraagt de serveerster terwijl ze naar een tafel bij het raam wijst. Ralph knikt "Yes please!" We gaan zitten. Ik zit bij het raam en kijk naar buiten. Ik kijk naar de mensen die voorbij lopen, mannen en vrouwen met kinderen, opa's en oma's, vrouwen met waaiers, spelende kinderen. Er lopen veel verschillende mensen buiten, de meeste hebben geen idee wat voor gevaren deze wereld kent. De pizza's worden gebracht en iedereen begint snel te eten. Opeens hoor ik het weer, de stem van Molly. Ik tik Daisy aan "Wat?!" vraagt ze geïriteerd. Ik twijfel moet ik het wel zeggen, ze heeft zoveel lol met Ralph en Jannes, ik verpest de leuke dag dan alleen maar. "Wat is er Vera?" vraagt Daisy nogmaals. "Ik hoorde de stem van Molly weer." zeg ik zacht terwijl ik naar buiten kijk. "Oh shit." zegt Daisy meteen. "Komt goed, er kan niks gebeuren. Kijk hoeveel mensen hier zijn." Ik knik. Ik weet dat er nu niks kan gebeuren, maar het zal niet lang meer duren. Het is echt niet grappig meer. Na het eten lopen we naar het centrum. "Omg! Daar is de toren eindelijk!" roept Ralph terwijl hij een sprintje trekt. Ik verstijf, bij de toren staat een man met een masker. Hij draagt dezelfde soort kleding die Molly aanhad op de dag dat ze stierf, een roze t-shirt en een zwarte spijkerbroek. "Vera kom je nog?" roept Jannes terwijl hij naast de toren gaat staan. Voorzichtig loop ik naar hun toe. Ik voel dat de gemaskerde man naar mij kijkt. "Oke wij doen alsof we de toren tegen houden. Wil jij dan een foto maken?" vraagt Jannes vervolgens aan mij. Ik knik, terwijl ik de foto maak tikt er iemand op mijn schouder. Ik draai me om, het is de gemaskerde man. "Vera kunnen we even praten?" vraagt hij. Geen idee hoe hij het doet, maar zijn stem is helemaal vervormt. Niks aan hem is herkenbaar. "Vera, je moet oppassen met Daisy, ze is niet wie ze zegt dat ze is. Ze speelt een spelletje met je." zegt hij vervolgens. Ik knik voorzichtig. "Ik weet wat er met Molly is gebeurt. Je moet echt voorzichtig zijn, anders ben jij misschien de volgende."  Voorzichtig zet ik een stap naar achter. "Vera, wat doe je?" roept Daisy vanuit de andere kant van de straat. "Kom eraan!" roep ik snel terug. "Weet wat ik heb gezegd over haar." zegt de gemaskerde man op bezorgde toon. Ik knik en sprint weg. "Wie was die man?" vraagt Daisy. "Geen idee, hij wilde met me praten. Hij heeft dezelfde stem als wat we steeds op de camping horen." zeg ik zacht. "Jeetje wat eng." zegt Daisy terwijl ze naar Jannes loopt. Ze klonk niet heel erg geïnteresseerd. "Zullen we gaan? Ik heb geen zin meer." vraag ik terwijl ik mijn fiets van slot haal. "Ja dat is goed, maar alleen als we op de camping nog een ijsje halen." zegt Ralph grijnzend. Ik knik. We zijn bijna bij de camping als opeens mijn band klapt. Ik vlieg voorover van mijn fiets af. "OMG! Vera gaat het!" schreeuwt Daisy terwijl ze snel naar mij toe rent. Ik sta op en neem de fiets aan de hand. Mijn hoofd doet zeer en heb een grote schram op mijn hoofd. Ook mijn pols doet zeer en op mijn been zit een grote snee die erg bloed. "Vera we moeten naar een dokter, je bloed!" roept Daisy bezorgd. "Zullen we gewoon naar de camping lopen? Het is hier letterlijk om de hoek." zeg ik schor. "Wij gaan wel alvast hulp halen, zien we jullie zo weer." zegt Jannes terwijl hij en Ralph weer op de fiets stappen. Niet veel later komen ook Daisy en ik bij de camping aan. Ralph en Jannes staan ons op te wachten met een man van de EHBO. De man verbindt mijn been en geeft mij een paracetamol tegen de pijn. Daarna zijn we alsnog een ijsje gaan eten.

Vera is zo naïf. Ze blijft die Daisy vertrouwen. Nog even en ze komt achter de waarheid. Of is het dan al telaat?

"Ey Daisy, zin om vandaag mee te gaan naar een stadje? Ralph en ik gaan wel." zegt Jannes terwijl hij aan zijn campingbandje friemelt. "Ja prima, maar alleen als Vera ook mee gaat." zegt Daisy terwijl ze mij vragend aankijkt. "Ja prima." zeg ik, maar eigenlijk heb ik geen zin. Vooral omdat Jannes en Ralph mee gaan, ik vertrouw hun gewoon niet. Ze kwamen maandag opeens opduiken, net nadat onze stroom terug was, ik was toen al op mijn kamer, maar kon ze horen praten. Het klopt gewoon niet. Ik pak mijn tas, uit de kast pak ik nog een paracetamol. Ik heb vaak last van hoofdpijn, dus als dat weer opspeelt kan ik deze innemen. "Hoe gaan we er eigenlijk heen?" vraagt Daisy opeens bezorgd aan Jannes. Ralph wijst naar de 4 fietsen achter hem. "Met deze dingen." zegt hij vervolgens grijnzend. "Hoe kom je nu weer aan 4 fietsen?" vraagt Daisy lachend. "Gehuurd, bij de receptie." zegt Ralph terwijl hii op een van de zadels klopt. "Wij dachten al dat jullie wel mee zouden gaan, dus dachten we, we huren er vast 4." Samen met Daisy loop ik naar de fietsen. "Naar welk stadje gaan we eigenlijk?" vraag ik terwijl ik op een van de fietsen stap. "We gaan naar Pizza, ik wil graag die scheve toren recht zetten." zegt Ralph met een knipoog. Ik rol met mijn ogen, ik vind Ralph echt een grote kleuter. Eenmaal in Pizza aangekomen is het alweer 12:00. We hebben er 45 minuten op gefietst. "Maat ik rammel." zegt Daisy terwijl ze haar fiets op slot zet. "Zullen we een pizza eten dan?" vraagt Jannes. Daisy kijk hem vragend aan. "Waar wil jij een pizza gaan halen dan?" vraagt ze vervolgens. Jannes wijst naar een pizzeria op de hoek van de straat waar we in staan. Met z'n 4 lopen we naar de pizzeria. "Hello, do you have a seat for us?" vraagt Ralph in gebrekkig Engels aan de serveerster. "Yes, would you like a seat near the window?" Vraagt de serveerster terwijl ze naar een tafel bij het raam wijst. Ralph knikt "Yes please!" We gaan zitten. Ik zit bij het raam en kijk naar buiten. Ik kijk naar de mensen die voorbij lopen, mannen en vrouwen met kinderen, opa's en oma's, vrouwen met waaiers, spelende kinderen. Er lopen veel verschillende mensen buiten, de meeste hebben geen idee wat voor gevaren deze wereld kent. De pizza's worden gebracht en iedereen begint snel te eten. Opeens hoor ik het weer, de stem van Molly. Ik tik Daisy aan "Wat?!" vraagt ze geïriteerd. Ik twijfel moet ik het wel zeggen, ze heeft zoveel lol met Ralph en Jannes, ik verpest de leuke dag dan alleen maar. "Wat is er Vera?" vraagt Daisy nogmaals. "Ik hoorde de stem van Molly weer." zeg ik zacht terwijl ik naar buiten kijk. "Oh shit." zegt Daisy meteen. "Komt goed, er kan niks gebeuren. Kijk hoeveel mensen hier zijn." Ik knik. Ik weet dat er nu niks kan gebeuren, maar het zal niet lang meer duren. Het is echt niet grappig meer. Na het eten lopen we naar het centrum. "Omg! Daar is de toren eindelijk!" roept Ralph terwijl hij een sprintje trekt. Ik verstijf, bij de toren staat een man met een masker. Hij draagt dezelfde soort kleding die Molly aanhad op de dag dat ze stierf, een roze t-shirt en een zwarte spijkerbroek. "Vera kom je nog?" roept Jannes terwijl hij naast de toren gaat staan. Voorzichtig loop ik naar hun toe. Ik voel dat de gemaskerde man naar mij kijkt. "Oke wij doen alsof we de toren tegen houden. Wil jij dan een foto maken?" vraagt Jannes vervolgens aan mij. Ik knik, terwijl ik de foto maak tikt er iemand op mijn schouder. Ik draai me om, het is de gemaskerde man. "Vera kunnen we even praten?" vraagt hij. Geen idee hoe hij het doet, maar zijn stem was helemaal vervormt. Niks aan hem was herkenbaar. "Vera, je moet oppassen met Daisy, ze is niet wie ze zegt dat ze is. Ze speelt een spelletje met je." zegt hij vervolgens. Ik knik voorzichtig. "Ik weet wat er met Molly is gebeurt. Je moet echt voorzichtig zijn, anders ben jij misschien de volgende."  Voorzichtig zet ik een stap naar achter. "Vera, wat doe je?" roept Daisy vanuit de andere kant van de straat. "Kom eraan!" roep ik snel terug. "Weet wat ik heb gezegd over haar." zegt de gemaskerde man op bezorgde toon. Ik knik en sprint weg. "Wie was die man?" vraagt Daisy. "Geen idee, hij wilde met me praten. Hij heeft dezelfde stem als wat we steeds op de camping horen." zeg ik zacht. "Jeetje wat eng." zegt Daisy terwijl ze naar Jannes loopt. Ze klonk niet heel erg geïnteresseerd. "Zullen we gaan? Ik heb geen zin meer." vraag ik terwijl ik mijn fiets van slot haal. "Ja dat is goed, maar alleen als we op de camping nog een ijsje halen." zegt Ralph grijnzend. Ik knik. We zijn bijna bij de camping als opeens mijn band klapt. Ik vlieg voorover van mijn fiets af. "OMG! Vera gaat het!" schreeuwt Daisy terwijl ze snel naar mij toe rent. Ik sta op en neem de fiets aan de hand. Mijn hoofd doet zeer en heb een grote schram op mijn hoofd. Ook mijn pols doet zeer en op mijn been zit een grote snee die erg bloed. "Vera we moeten naar een dokter, je bloed!" roept Daisy bezorgd. "Zullen we gewoon naar de camping lopen? Het is hier letterlijk om de hoek." zeg ik schor. "Wij gaan wel alvast hulp halen, zien we jullie zo weer." zegt Jannes terwijl hij en Ralph weer op de fiets stappen. Niet veel later komen ook Daisy en ik bij de camping aan. Ralph en Jannes staan ons op te wachten met een man van de EHBO. De man verbindt mijn been en geeft mij een paracetamol tegen de pijn. Daarna zijn we alsnog een ijsje gaan eten.

Vera is zo naïf. Ze blijft die Daisy vertrouwen. Nog even en ze komt achter de waarheid. Of is het dan al telaat?

Horror VakantieWhere stories live. Discover now