-2-

23 2 0
                                    

'Je telefoon gaat.', fluistert Gene. Snel kijk ik op het schermpje, het is mijn papa, weeral. 'Neem maar op hoor, ik zit er niet mee in, ik ben toch niet meer aan het volgen.', fluistert hij weer. Hij glimlacht naar me, het voelt opeens alsof ik hem al jaren ken.

'Hallo? Wat is er?' ... 'Ja, pa, ik weet dat ik die fiets nog moet laten repareren, maar ik heb nog niemand gevonden die dat goedkoop voor me kan doen.' ... 'Ja, maar ik zoek echt de hele tijd!' ... 'Huh!? Ik zei toch dat ik dat zelf ging doen, of was dat in een andere taal?' ... 'Ja, papa, ik vind het prachtig dat je dat hebt gedaan, nu moet ik opleggen. Daag!' ... 'Drink maar lekker verder! Daag!'

Als ik terug ga zitten doet Gene alsof hij niets gehoord heeft. 'Ik ben ook fietsenmaker.', zegt hij opeens. Hij pakt zijn cola en doet hard zijn best om die zo subtiel mogelijk open te doen, maar dat lukt hem niet. 'Geef maar hier, ik doe het wel open. Papa heeft al iemand gevonden. Iemand van hier in de buurt.' Ik geef het geopende flesje weer aan Gene, die het meteen aan zijn lippen zet. 'Niet erg, het is gewoon een beetje zoals een hobby, ik heb ander werk.' Ik knik voorzichtig en lach naar hem, hij lacht heel even terug en neemt daarna weer een handvol popcorn. Hij steekt zijn hand naar me uit, dat hand dat hij al 5 keer heeft afgelikt. 'Nee bedankt, ik ben op dieet.' Gene bekijkt me van kop tot teen en fronst daarna zijn wenkbrauwen.


'Wel, het was leuk om je te ontmoeten. Wie weet zien we elkaar nog eens.' Gene stapt op zijn fiets. Het was een gammele fiets, waarschijnlijk tweedehands of zo. Ik zeg hem gedag en kijk hoe hij vertrekt. Heel de straat zal het vast gehoord hebben, zo hard rammelde de fiets. Eigenlijk wel raar, want hij zou fietsenmaker zijn. Dat noem ik niet bepaald goede reclame. Snel loop ik naar de bushalte, terwijl ik wandel kijk ik op mijn gsm, binnen één minuut zou mijn bus daar staan. Ik begin te rennen en kom uiteindelijk aan de bushalte, waar een bus wegrijd, inderdaad, de bus die ik moet hebben. Ik snel me naar het grote bord dat tegen het glas hangt. Een half uur wachten. Zo kom ik nooit op tijd bij Vince!

Vince, mijn oudere broer van 23, en ik gaan elke woensdag mama bezoeken. Ze is gestorven aan kanker, drie jaar geleden. Zoals bij vele mensen wiens partner gestorven is, gaat ook mijn papa eronder door. Hij heeft sinds vorig jaar een verslaving aan drank . Om eerlijk te zijn, ben ik af en toe bang van hem. Hem zeggen dat hij naar een kliniek moet, is onbegonnen werk. Hij luistert niet, en als hij dan toch luistert geeft hij niet eens toe dat hij een probleem heeft. Omdat Vince het huis uit is, moet ik nu voor Liv zorgen. Zelfs daar kan je mijn vader niet mee raken, dat hij niet eens voor zijn eigen kinderen kan zorgen.

'Wil je een lift?' Een auto staat vlak voor mijn neus. Het is een Mini, met een dame in die ik ken. 'Jill?! Oooooh!!! Jill, niet normaal, ik ka...' Jill doet de deur open. 'Stap in, babe, subiet komt hier een bus en schiet er niets meer over van mijn Mini'tje.' We rijden rustig voorbij een aantal rijhuizen. Vroeger woonde ik in één van die huizen. Maar papa kon de huur niet meer betalen, sinds dan wonen we in het afgedankte appartement van Tante Gerda. 'Ga je naar je mama?', vraagt Jill na een lange stilte. Ik ken Jill al van in kleuterschool. Ze is mijn beste vriendin, nog steeds, na 16 jaar. Haar familie heeft ons zo hard gesteund na de dood van mama. 'Ja. Vince was vorige week niet meegegaan, Kim was ziek. Hij voelde zich ongelooflijk schuldig.' Jill zette haar voet stevig op de gaspedaal en riep een paar vuile woorden naar de auto voor ons. 'Ik zal meegaan, girl.'


Zaal 21Where stories live. Discover now