~54~

780 116 7
                                    

Plots stak hij zijn hand uit. Raakte daarmee haar koele huid aan. Maar de kou deerde hem niet. Zijn huid was even koud als de hare. Toch trok er een rilling door zijn lichaam heen, en ook door de hare. Zijn vingers streelden haar huid, bezorgde haar kippenvel. Zachtjes liet hij ze omhoog glijden, tot aan haar schouders. Hij prevelde woorden. ''We kunnen samen zijn nu.''


Sonne.  (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu