Hoofdstuk 14

202 15 1
                                    

Meteen bukte ik me en keek bang in het rond. Wie heeft er een schot gelost? En waarheen? Basil bleef op de grond liggen en ik hield mijn pistool op hem. De andere man was verdwenen. Ik keek angstig in het rond en zocht contact met Tineke. Ik zag in haar ogen dat ook zij angstig was. De bende, midden op de baan, was al opgepakt op een of andere manier, want ik had niks gezien van wat er buiten allemaal gebeurde. Plots voelde ik twee handen rond mijn enkels en met een schok lag ik op de grond. Het pistool vloog naar buiten en ik spartelde wild in het rond, in de hoop dat hij mijn voeten los zou laten. "Jij hebt zo'n geluk dat Noah zelfmoord heeft gepleegd!" zei Basil scherp en liet uiteindelijk mijn enkels los. Wat was zijn bedoeling? Ik zag hoe hij al mankend de bus uitliep en zich overgaf. Hij wist dat hij het niet alleen meer aankon. Ik zuchtte diep en nu liepen er een paar tranen over mijn wangen. Tranen van opluchting.

Toen ik beter keek in de bus zag ik ook dat de andere mensen enorm opgelucht waren en het jonge koppel elkaar troostte. Ze waren extreem overstuur en bleven hun ogen gericht houden op een bepaalde hoek in de bus. Mijn hoofd draaide wat en ik had verschrikkelijke hoofdpijn, maar toch probeerde ik beter te kijken. Ik stond ervoor op, waardoor ik nog meer pijn kreeg, maar dat kon me eigenlijk niet schelen. Toen zag ik het. Het ene bendelid die in de bus stond, had inderdaad zelfmoord gepleegd. Zijn voeten zeiden genoeg. Ik slikte moeizaam en drukte mezelf tegen een wand van de bus, proberend mezelf zo ver mogelijk van de man weg te duwen. De bus wiebelde en ik wist dat er iemand op was gesprongen. Mijn ogen bleven gefocust op de voeten van het lijk, totdat Tineke me bij zinnen riep. "Floor, gaat het?!" vroeg ze bang en ik knikte. Het ging wel, zo snel mogelijk vergeten. Zo deed ik het meestal. "Je moet naar de ziekenwagen." zei Tineke deze keer iets zachter. Ik keek haar vragend aan. "'k Zei toch dat het ging?" Tineke knikte. "Je bloedt, Floor." zei ze kalm. Ik veegde langs mijn wang, waar het wat nat aanvoelde. Toen ik mijn hand terugtrok, zat het onder bloed. Ik had er niet bij stilgestaan omdat ik dacht dat het van de tranen kwam. Tineke legde een zakdoek ertegen en liep met me naar de ziekenwagen.

Tot grote verrassing werd er geklapt toen ik buiten de bus kwam. Vele omstaanders en de pers keken mijn richting uit met een grote glimlach op hun gezicht. "Waarom lacht iedereen?" kreeg ik dan toch over mijn lippen. "We hebben ook wel gezien hoe je die man zijn pistool afnam." zei Tineke grinnikend, duidelijk onder de indruk. "Jij zou hetzelfde gedaan hebben." reageerde ik terug. Ik werd in de ziekenwagen gedumpt en ze besloten me mee te nemen naar het ziekenhuis. Ik had hier geen zin in, maar wist wel dat het nodig was.

Nadat mijn, nooit gedacht, grote wonde genaaid was, mocht ik naar huis. Ik besloot nog even langs te gaan bij mijn vader. Daarna zou ik Obi wel bellen die me al tien berichten had gestuurd. Ondanks het feit dat hij me ontzettend graag zag, bleef hij toch mooi in zijn rol als 'goeie vriend' en dat vond ik super. Ik had geen zin om hierdoor ons geheim aan de anderen nu al te moeten blootleggen.

Ik klopte op de kamerdeur van mijn vader en werd meteen binnen gelaten door een verpleegster. "Dag Floor! Je vader is net wakker, hij moet nog een beetje rustig aandoen." informeerde verpleegster Nienke me. Ik was hier drie maal geweest en drie maal was het dezelfde verpleegster. Ik knikte en dacht na. Zou ik het best vertellen aan mijn vader of niet? Zou het niet te zwaar zijn? Ik kon toch niet liegen over die grote pleister op mijn voorhoofd? Ik liep de verduisterde kamer binnen. Mijn vader draaide half zijn hoofd en glimlachte toen hij me zag staan. "Dag meid." zei hij zacht. Ik glimlachte en drukte een kus op zijn wang. "Papa. Alles goed?" vroeg ik. Hij knikte. "Nog steeds wat last van mijn hoofd." zei hij. Hij was niet de enige die last had van zijn hoofd. De dokter had me gewaarschuwd over de nakomende pijn. Komt door de schok volgens hem. "Maar jij, wat heb jij uitgestoken? Van de trap gevallen?" vroeg hij bezorgd. Ik grinnikte. Was het maar dat. "Neen..." ik zuchtte en besloot de waarheid maar te vertellen, zonder de details. "Ik kom van mijn werk. Iemand heeft me gegijzeld en daardoor, ik weet echt niet meer hoe, heb ik dus een naaiwonde. Ik denk door tegen een muur geduwd te zijn of zo." nog een klein beetje en tranen van angst welden zich op. "Meisje toch! Dat politiewerk is echt niks voor jou." zei mijn vader meteen. Dat zegt hij altijd als ik zoiets meemaak op mijn werk. "Pap ik doe mijn job graag, ik heb daarvoor gestudeerd en omdat ik ene keer van de dood ontsnap is geen reden genoeg om te stoppen." Zeker niet als het zijn schuld was, dacht ik eraan toe. "Dat koppie van jou. Eenmaal er iets inzit gaat het er niet meer uit he." grinnikte hij. "Tuurlijk niet, ik ben niet voor niks jouw dochter he." glimlachte ik.

Just a Flobi storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu