-

60 7 1
                                    

'Help!' Ik sluit mijn ogen en tast in het duister.
'Alstublieft, iemand, help me dan toch!'
Zoals de keren voorheen krijg ik geen antwoord.
Mijn vingers raken verschillende voorwerpen, en het tikken van de klok galmt door het huis.
Bij elk glas dat ik laat vallen duik ik als reflex in elkaar.
De regen druppels tikken terwijl de wind tegen de ramen beukt.
'Help..' zeg ik.
Ik ga zitten op de grond en sla mijn armen rond mijn magere benen.
'Alstublieft. .' Het duister is net zoals voorheen.
Net zo duister als in mijn hart.
Waar zijn mijn ouders?
En mijn vrienden?
Zou niemand me missen?
Trillend van de kou ga ik tegen iets aanzitten. Vreemd genoeg brengt dit warmte.

Een kachel.

Ik strijk met mijn handen langs mijn kouden armen terwijl ik zit te klapper tanden.

'Waarom ik!?' Gil ik plots.
'Waarom ik godverdomme?'
Met mijn voeten en armen sla ik in het rond.

Verschillende voorwerpen kletteren neer op de grond terwijl ik boos blijf schreeuwen.

'Dit kan niet! Ik heb niks gedaan!'
Tranen rollen over mijn bloed hete wangen.

Mijn frustratie en verlangen naar het licht wordt sterker.

'Laat me gewoon gaan..' zucht ik.

Ik sluit mijn ogen.

Verbaasd open ik ze weer. Waarom wordt het niet nog duisterder?

Ik herhaal het.

Nee echt, het wordt niet zwarter wanneer ik mijn oogleden sluit.

Ik kijk om me heen.

Mijn polsen zijn warm, en waarom ik het deed ik weet het niet, maar ik stak de warmte in mijn mond.

Het droop langs mijn mondhoeken omlaag terwijl ik begon te kokhalzen.

Bloed.

Overal zat bloed.

Overal waar ik mijn lijf betasten zat bloed.

Zelf kwam ik er nog steeds niet achter wat de oneindige brand in mijn ogen veroorzaakte.

Wat wás dit?

Ik spuug paar keer op de grond.

Jezus wat was dit?

Ik tast met mijn vingers rond mijn ogen. Voorzichtig voel ik elk haartje van mijn wimpers, en de onderkant van mijn ogen.

Voorzichtig verdwijnt het topje van mijn vinger binnen het randje van mijn oog.

Een brandende steek schiet door mijn oog heen.

Iets vetigs zat rond mijn ogen, wat mijn hele oog liet branden.

Wild wapperend spreid ik mijn ogen terwijl de pijn erger leek te worden.

'HELP!' Gil ik hysterisch. 'HELP DALIJK WORDT IK BLIND!'

Een vaag lachje klinkt vanuit de hoek van de kamer.

'Zeg eens, wie ben jij? Waarom help je me niet!?' Schreeuw ik.

Weer een lachje.

'Ben je zo vergeetachtig? '

Ik blaas een plukje haar voor mijn ogen weg. De pijn dept weg.

'Toevallig wel, ja. Waarom liet je me net zo'n pijn hebben? Kon je me niet gewoon helpen? Dalijk was ik blind!'

Ik hoorde de zware voetstappen mijn kant uit lopen.

De stem klonk als een meisje.

Met haar nagel tilde ze mijn kin op. Bang schiet ik met mijn ogen alle kanten op, omdat ik geen glimp kan opvangen van haar gezicht.

Ik voel haar kriebelige haartjes op mijn wangen dansen en ze schudt haar hoofd.

'Blind? ' lacht ze.

'Ja, blind. Ben je dom ofzo?' Kat ik haar af.

Een oorverdovende lach dendert door het huis, weerkaatst in elke hoek en trilt in mijn oren.

'Nee,' zegt ze. 'Jij bent dom.'

Ik frons.

'Pardon? ' zeg ik wat beledigd.

Nogmaals schudt ze haar hoofd.

'Heb je het nu nog niet door, meisje?
'Je bènt al blind' glimlacht ze.

' graaggedaan.'

The Game.Where stories live. Discover now