Hoofdstuk 14

137 12 4
                                    

Eva pov

Ik kijk Wolfs heel even kort aan als we voor de deur van verhoorkamer 1 staan. De tranen staan nog steeds in mijn ogen, maar ik hou ze tegen. Ik mag de tranen niet laten zien aan Jake...

'Het komt goed, Eef. Je krijgt hopelijk antwoord op je vragen zometeen.' Wolfs glimlacht en legt zijn hand op mijn schouder. Dit keer haal ik hem niet weg. Ik zou me het liefste in zijn armen willen werpen, maar dat doe ik niet. 

'Laten we hem maar gaan verhoren. Ik ben er klaar voor. Ik ben klaar voor de waarheid.' Wolfs knikt en opent de deur voor mij. Ik loop als eerste naar binnen en ga zitten. Wolfs gaat naast mij zitten. Tegenover ons zit Jake verveeld voor zich uit te staren. Als hij mij opmerkt krijgt hij een gemene grijns op zijn gezicht.

'U weet zeker wel waarom u hier zit?' begint Wolfs het verhoor. Ik kijk hem aan en voel zijn hand op mijn been. Hij geeft er een zacht, geruststellend kneepje in. 

'Nee waarom?' vraagt Jake sarcastisch. Ik moet moeite doen om mij in te houden.

'Ken je dit meisje?' Wolfs schuift een foto met Sanne erop naar Jake toe. Ik slik. Waarschijnlijk gaat Jake toch liegen. Maar we hebben ook nauwelijks bewijs. Ik wil Sanne niet lichamelijk laten onderzoeken, ook al weet ik dat dat het belangrijkste bewijs zal zijn. Op die manier kunnen we Jake en Alex heel lang vasthouden.

'Nee die heb ik nog nooit gezien,' is Jake's korte antwoord. Ik zucht geïrriteerd. Nog steeds zeg ik geen woord. Ik laat Wolfs het verhoor wel doen, maar ik wilde er gewoon perse bij zijn.

'Dit meisje kent jou wel. Heel goed zelfs,' dringt Wolfs door.

'U heeft het verkeerd. Ik heb hier niks mee te maken, maar ik zou maar heel gauw uit deze kamer gaan want anders zien jullie dit meisje nooit meer terug.' De grijns op Jake's gezicht word nog groter. Ik sta op en schuif de stoel naar achteren. Ik doe de deur open en dicht en ga met mijn rug tegen de muur op de grond zitten. Hoe kan die klootzak zo hard liegen? Hoe kan die klootzak Sanne's leven verpesten? Hoe konden ze dit Sanne aandoen? Ik schrik op uit mijn diepe gedachten als ik een harde gil hoor, dan is het weer stil.

'Sanne!' Ik sta snel op en ren naar Esmee toe. Esmee zit met tranen in haar ogen aan haar bureau. Sanne en Ilse zijn beiden weg.




The most inportant thing in her life (NL)Where stories live. Discover now