Hoofdstuk 1

39 7 1
                                    

Thomas Aylward 

Toen ik thuis kwam uit school, voelde ik al aan dat er iets anders was. Ten eerste stonden beide auto's van mijn ouders buiten. Meestal waren ze nog aan het werk als ik uit school kwam. Ten tweede hoorde ik gepraat vanuit de keuken, het leek op ruzie.  Mijn ouders hadden nooit ruzie. Ik besloot om heel zachtjes te doen, zodat ze me niet zouden horen. Zodat ik te weten kwam waarom ze ruzie hadden.

'Nee! Ik heb het al gezegd! Hij gaat niet met je mee!' Mijn moeder was woest, dat hoorde ik aan haar stem. Meestal was deze rustig, maar nu krachtig en woest. 

'Het moet wel. Hij is belangrijk.' Deze stem kende ik niet. De stem klonk wel rustig. 

'En hoe wil je hem dat uitleggen dan! Hij heeft zijn hele leven hier gewoond! Hij weet niks van AspenTree, de legende van Zilver en Brons of iets af! Laat staan dat hij zal begrijpen dat hij een zoon van Brons is!' Mijn vader was ook woest. En ik begreep inderdaad geen bal van wat hij zei. AspenTree? Legende van Zilver en Brons? Zoon van Brons? 

'Dan leggen jullie hem dat maar uit.' klonk de vreemde stem weer. 

'Dat kan niet. Hij is nu bij de musical waar hij in speelt.' zegt mijn moeder. En dat was nu juist het moment voor mij om binnen te komen. 

'Thomas?' mijn moeder heeft tranen in haar ogen staan als ze me ziet. 'Ik dacht dat jij naar de musical was?' 

'De toneeldocente was ziek.' leg ik uit terwijl ik naar de gestalte aan de keukentafel kijk. Hij roert in een kopje thee en kijkt me met een eng grote glimlach aan. 

'Thomas gaat niet met je mee, Huibert.' zegt mijn vader. 

'Hij heeft het verhaal niet gehoord. En hij is van belang.' zegt Huibert terwijl hij een klein slokje thee neemt. Mijn moeder wilt iets zeggen, maar ik stop haar door zelf iets te zeggen. 

'Vertel me het verhaal, en dan beslis ik zelf wel of ik mee ga.' 

Huibert glimlacht, en gebaart naar ons dat we moeten gaan zitten. Ik neem plaats op mijn vaste plaats aan de tafel, die tegenover de man was. Hij keek me glimlachend aan. 

'Vertel.' was het enige dat ik zei. 

'Jij, Thomas, bent de jongen geboren uit Brons. Je zult met het meisje geboren uit Zilver moeten strijden voor het goud in het rijk AspenTree.' zegt hij. 

'Wablief?' vroeg ik. De man lachte. 

'We kunnen het je beter uitleggen in AspenTree zelf. Dan kun je het meisje uit zilver ook ontmoeten.' zegt Huibert met een glimlach. 

'Nee. We zijn niet voor niets uit dat leven gestapt. De goudtocht staat gelijk aan de dood. We laten Thomas niet gaan. Uitverkoren of niet.' Mijn vader klinkt kalm, maar ook kil. 

'Hij moet wel. AspenTree gaat ten onder als hij het niet doet.' Huibert klinkt nog steeds kalm, terwijl ik de paniek in zijn ogen kan lezen. 

'Ik wil het wel doen.' zeg ik. Mijn ouders kijken naar me met open mond. 

'Nee. Lieverd daar heb je jaren training voor nodig. Jaren en jaren. We hebben je hier naartoe gebracht zodat je niet mee zou hoeven te doen aan de Goudtocht.' mijn moeder pakt mijn schouders vast. 

'Als het iets is wat ik moet doen, kan ik daar niet onderuit komen.' zeg ik. Mijn moeder knikt, maar heeft pijn in haar ogen staan. 

'Waar ligt AspenTree ergens? Is het een eiland?' vroeg ik aan Huibert, die in lachen uitbarstte. 

'Thomas. AspenTree is een andere dimensie.' zegt de man. Mijn mond valt open. Een andere dimensie? 

'Thomas je hoeft het niet te doen.' fluistert mijn moeder. 

'Jawel. Ik moet het wel doen.' zeg ik. Mijn moeder knikt, en lijkt zich dan iets te beseffen. Even is het stil. 

'Wie zijn de ouders van het meisje geboren uit Zilver?' besluit mijn moeder uiteindelijk te vragen. 

'Rosalie en Danthe Landcross.' zegt hij. Mijn moeders gezicht betrekt. 

'Ben je serieus? Rosalie en Danthe Landcross?' vraagt ze met een bepaalde felheid in haar stem. 

'Wat is er mam?' vraag ik bezorgt. 

'Rosalie en Danthe Landcross zaten bij ons op school in AspenTree. Ze waren overal goed in, en iedereen was jaloers op ze. Hun dochter zal waarschijnlijk perfect getraind zijn.' zegt mijn vader. 

'En daarbij waren ze onze beste vrienden, tot we vertrokken.' vult mijn moeder hem aan. 

'Bedoel je dat jullie in AspenTree leefden?' vraag ik verbaast. Mijn moeder knikt. 

'Samen met de Landcross familie waren we hoofdbewakers. Krijgers. We beschermden AspenTree.' zegt mijn moeder. 

'Dan wil ik erheen. Als jullie daar hoorden, hoor ik daar ook.' besluit ik. Mijn moeder perst haar lippen op elkaar en knikt. 

'Dan gaan wij met je mee.' zegt mijn vader. Ik weet dat ik geen kans heb om nee te zeggen. Als mijn vader zegt dat hij mee gaat, dan gaat hij mee. 

'Oké. Jullie krijgen even de tijd om in te pakken en dan zie ik jullie zo beneden zodat we kunnen gaan.' zegt Huibert terwijl hij zijn thee op drinkt. We lopen allemaal naar boven, waar ik besluit om wat kleding in een tas te stoppen, een boek, mijn tandenborstel en mijn telefoon. Geen idee of hij nog gaat werken, maar ik hoop van wel. 

Ik weet natuurlijk niet wat er in dat AspenTree kan gaan gebeuren. 

Er klinkt geklop op mijn kamer en ik kijk op. Mijn moeder en vader staan voor de deur. Ze zien er anders uit. Compleet gehuld in een zwart pak met hoge kragen en zilveren, bronzen en gouden symbolen erop, zwaarden tegen de heupen aan en mijn moeders haar zat in een hoge paardenstaart. Ze zagen er anders uit dan normaal. Maar ze zagen er ook uit alsof ze zich beter voelden. Alsof ze zichzelf weer konden zijn. 

'Kom binnen.' zeg ik terwijl ik de tas dicht rits. Mijn moeder komt naar me toe en gaat op mijn bed zitten. Mijn vader doet hetzelfde. 

'Je moet weten dat het een hele druk is die op je schouders komt te liggen. AspenTree is een dimensie voor strijders. Het is er high-tech, mensen zijn er verder ontwikkeld dan hier. Iedereen daar is perfect getraind om te strijden. De dochter van Rosalie en Danthe is dat waarschijnlijk ook. De legende van Brons en Zilver word je nog wel uitgelegd. Maar Brons was heldhaftig en sterk. Zilver was puur en prachtig.' zegt mijn moeder. 

'Ik snap het mam. Ze zullen de legende wel uitleggen in AspenTree. Ik moet doen waarvoor ik bestemd ben.' zeg ik. 

'Dat is ook waarom we je dit willen geven.' zegt mijn vader terwijl hij een bronzen armband aan me geeft. Ik doe hem om. 

'Wat is het?' vraag ik. 

'Een wapen. Het wapen van Brons. Het is ons gegeven tijdens je geboorte.' zegt mijn vader. 

'Zijn jullie er klaar voor?!' klinkt er vanaf beneden. Ik kijk mijn ouders aan, ze knikken. We lopen met z'n allen naar beneden met onze spullen, waar Huibert ons opwacht.

Op naar AspenTree. 

GoldDonde viven las historias. Descúbrelo ahora