Hoofdstuk 30

72 13 5
                                    

Die avond zit ik peinzend naar mijn rolstoel te staren. Jurre had me vanmiddag verlegen aangestaard en me toen weer in bed gelegd. En hij ontweek mijn vragende blik. Ik zucht zacht en steek in gedachten mijn middelvinger op naar de rolstoel. Never nooit ga ik meer in dat ding zitten.

'Hallo.' klinkt het dan voor mijn neus en ik kijk verschrikt op. Mijn moeder staat voor me met een klein glimlachje. 'Wat?' vraag ik onschuldig. Ze gaat naast me zitten. 'Die jongen, hè? Hij lijkt me wel aardig.' Ze kijkt me met een veelbetekenend lachje aan. Ik rol met mijn ogen. 'Nee mam. We zijn geen stel en zelfs niet verliefd, dus haal maar niks in je hoofd.' Ik kijk haar streng aan. Ze lacht even. 'Goed, goed. Maar volgens mij vindt je hem wel heel aardig.' 'Jaha.' brom ik. Ze knikt even en staat op. 'Roep me maar als je ergens over wilt praten.' Met een knipoog is ze verdwenen.

We zijn niet verliefd. En stel nou dat ik dat wel ben?

A/N Ik vind dit verhaal veel te leuk dus nog een updatje vandaag :')

Het RaamOù les histoires vivent. Découvrez maintenant