+ Hoofdstuk O1 +

28 4 2
                                    

+ HOOFDSTUK O1 +

Het was bloed- en bloedheet in het zuiden van het land Panem, District 4. Met onze schamele zevenduizend inwoners waren we volgens mijn aardrijkskundeleraar het district met de minste inwoners van Panem, en tijdens een veelvoorkomende hittegolf waar deze er één van was, zat vaak minstens vijf- van de zevenduizend in of rond de rivier. Maar vandaag niet, want vandaag was de dag van de boete, en dan zat niemand bij de rivier.

Het was druk, meer dan druk, toen ik door het centrum van mijn geliefde district liep. Overal struinden mensen langs de winkels om nog de laatste boodschappen te doen voor het feestmaal voor als hun kind niet, of juist wel, werd getrokken. De mening of zoiets goed was, verschilde per familie. Mijn familie, bestaande uit mijn ouders, mijn zus, en de familie Sel van mijn moeders kant, was fel tegen de spelen sinds de familie Sel hun dochter Ronja, mijn nicht, waren verloren aan de spelen – wat slechts een jaar geleden was.

Ronja Sel had een mooie vierde plaats bemachtigd, hoewel iedereen eigenlijk had verwacht dat zij zou winnen. Ik wist dat meneer en mevrouw Sel altijd al erg emotioneel waren geweest, maar toen er op een dag een meisje genaamd Alyse was langsgekomen, dat een onnozel verhaal had opgehangen, geloofden ze het tot mijn verrassing. Ik had niet verwacht dat de familie Sel zich zo zou laten leiden, hoewel emoties rare dingen deden met mensen. Sindsdien geloofden de familie Rhodès en de familie Sel dat Ronja nog leefde, wat het alleen nog maar moeilijker maakte om Ronja's afwezigheid te accepteren. Als ze niet dood was, waar was ze dan? Waarom had ze ons verlaten? Ik had Ronja gekend en wist dat ze dat nooit zou doen.

"Jose!" Enkele meters van mij af stond Rose Joseph, die me met haar heldere stem uit mijn gedachtes haalde. "Daar ben je, ik heb je overal gezocht! Je moeder zei dat je even bij de familie Tyler aan het kijken was, omdat daar een meisje is geboren."

Ik begroette Rose met een kus, waarna ik knikte. "Ja, ze maakt het goed." Rose glimlachte opgelucht toen ik vervolgde: "Ze hebben haar vernoemd naar jou, Rose."

"Wat leuk!" Ze pakte mijn hand en begeleidde me door de menigte. Ik wilde haar vragen waar we heen gingen, maar ze snoerde me de mond. "Dat zal je zo wel zien."

Een geheimzinnige grijns hing op haar lippen en ze streek vluchtig een haarlok uit haar gezicht, die ontsnapt was uit haar paardenstaart. Rose had donkerbruin haar en ogen, wat uitzonderlijk was voor iemand uit District 4.

De meeste inwoners hadden groene of blauwe ogen, maar ik hield van haar donkere ogen. Alsof ik, wanneer ik erin keek, in een eindeloze diepte keek, en dat ergens haar gedachten rond dwarrelden in de donkerte.

Misschien dacht ze wel aan de boete die in het verschiet lag, of aan haar familie die nu waarschijnlijk bezig was op de markt met hun kraampje opbreken. Of misschien dacht ze wel aan hetgeen dat ze me zou laten zien, wat het ook mocht zijn, vast iets moois in haar geval.

"Zijn we er al?" vroeg ik toen we een hoek omsloegen. Roses vingers gleden bijna uit mijn handpalm.

"Bijna," antwoordde ze vrolijk. "Nog een paar minuten!"
Na enkele minuten sloegen we een hoek om, waarna ik het mooiste beeld zag dat ik ooit had gezien, en waarschijnlijk het mooiste wat ik ooit zou zien, maar dat wist ik toen nog niet.

"Wauw," zuchtte ik bij het zien van het binnenplaatsje waar ze me heen had geleid. Het leek op een oude plek, en alles was bedekt met donkerrode rozen die werden verlicht door het zonlicht. In het midden stond een fontein, en alles was compleet stil, afgezien van wat vogeltjes die rondvlogen.

"Wat vind je ervan?" vroeg ze nieuwsgierig.

"Wil je mijn eerlijke antwoord?" Ze knikte. "Het is meer dan prachtig. Echt waar."

Like a Ray of SunshineWhere stories live. Discover now