Hoofdstuk 11

7 3 1
                                    

Grijsstreep staarde hem woest aan, met ogen opengesperd van haat. 'Ga naar je groep, Vuurstaart! Vertoon je niet hier nooit meer.' Vuurstaart deinsde geschrokken achteruit. Toen hij zijn vriend had verlaten had hij met hem meegleleefd, maar nu stond hij tegenover hem als een vijand. Natuuurlijk was dat ook de bedoeling maar... Maar een oude vriend kon jr niets aandoen. Vuurstaart stond nog steeds op zijn eigen kant. 'Ik ben in mijn eigen territorium, Grijsstreep,' antwoordde hij kalm. 'En ik ga hier niet weg.' Grijsstreep liet een grauw horen. Toen kwam Havikwind lachend uit de bosjes rennen. 'Kastanjepels zit ahter me aan, Grijsstreep!' hijgde hij. 'Kijk uit, zo dicht bij de grens,' gromde Grijsstreep humeurig. Toen Havikwind Vuurstaart zag deinsde hij vijandelijk achteruit. 'D-dat is Vuurstaart,' stamelde hij. Grijsstreep knikte. 'Hallo, Vuurstaart. Heb je het fijn in je groep?' klonk het van achter hen. Het was Kastanjepels. 'Kastanjepels! Wat ben je gegroeid!' Kastanjepels liet een vrolijk gensor horen. 'Ik mis het dat jij mijn mentor bent, Vuurstaart,' miauwde hij treurig. Vuurstaart snorde ook verdrietig. Toen Kastanjepels nog dichter naar hem toe wou gaan trok Grijsstreep hem aan zijn nekvel terug. 'Dat is een vijandelijke kat, Kastanjepels. En je mag de grens niet over.' Kastanjepels staarde de grijze kater met opgezette haren aan. 'Jullie waren vrienden, Grijsstreep!' miauwde hij ontzet. 'En hij doet ons niets! Hij is onze vriend!' Vuurstart knikte. 'Ik zou graag naar jullie terug gaan, jongens. Maar Wolkstrom bevalt bijna.' Zilverpoot kwam uit de bosjes springen. 'Is dat Vuurstaart die ik hoorde?' miauwde ze met hasr prachtige stem. Kastanjepels snorde van ja. 'O Vuurstaart! Ik ben nu Kastanjepels' mentor. Heb je het goed daar? Zorgen ze goed voor je?' 'Belangrijker, zorgen ze goed voor jou?' snorde Vuurstaart. Zilverpoot miauwde ondeugend en keek naar een plek net naast Vuurstaart. 'Waarschijnlijk ben je nog net zo knap als toen ik nog kon zien, niet?' Vuurstaart grinnikte. 'Ik weet het niet.' Kastanjepels kwam tussenbeide. 'Ik mis je heel erg, Vuurstaart. Zilverpoot is een goede mentor, maar met jou was het anders.' Grijsstreep liep weg van de pratende katten. 'We gaan naar het kamp. Ik zal Blauwoog melden dat Vuurstaart hier vaak rondhangt.' De rest knikte maar bleef wel staan. Toen Grijsstreep uit zicht was vroeg Vuurstaart: 'Wat is er met hem gebeurd? Hij is zo anders.' Zilverpoot snorde naar hem. 'Trek je er niets van aan. Hij is gewoon een beetje ontzet. Hij mist je verschrikkelijk, Vuurstaart. Hij presteert minder goed nu jij weg bent.' Vuurstaart zuchtte. 'Ik hb er niet goed aan gedaan weg te gaan, volgens mij.' Havikwind knikte. 'Klopt.' Vuurstaart miauwde treurig en staarde omhoog. 'En hoe vind Blauwoog het?' Havikwind en Kastanjepels keken elkaar ernstig aan. 'Nou... Ze is heel boos dat je haar verraden hebt.' Vuurstaart miauwde ontzet. 'Ik had gehoopt dat ze het zou snappen.' Zilverpoot gaf hem een vlugge lik. 'Grijsstreep heeft gelijk. We moeten maar eens gaan. Kastanjepels, Havikwind, kom mee!' Kastanjepels zei hun gedag en richtte zich daarna weer op de prooi. Reuzepoot sprong uit de struiken, ogen gloeiend van haat, wantrouwen en woedde. 'Reuzepoot!' riep Vuurstaart verrast. 'Jij ben niet trouw aan ons, verrader!' siste hij woedend. Vuurstaart keek hem verbaasd aan. 'Ik praatte met mijn oude vrienden,' stamelde hij. Reuzepoot gaf hem een mep met zijn poot. 'Als ik je het nig een keer zie doen, Vuurstaart, ga je eraan en sorg ik er persoonlijk voor dat je uit de groep wordt gezet!' Vuurstaart knikte verdrietig. 'Ik vertrouw je niet...' siste Reuzepoot. 'Je komt niet meer bij Wolkstorm in de buurt. Anders vertel ik alles. Je doet hasr nog eens wat!' Vuurstaard staarde hem verstijfd aan. Zijn ogen gloeiden van angst. Reuzepoot sprong bovenop hem en drukte hem tegen de grond zodat hij nauwlijks adem kreeg. Vuurstaart stribbelde tegen. 'Je mag haar niets doen. Hoor je me?' Vuurstaart perste alle lucht uit zijn longen. 'Ja. Maar ik was niet van plan om iemand iets te doen - ik maakte alleen een praatje met mijn -' Reuzepoot onderbrak hem met een woedend gesis. 'Je bontgenoten,' zei hij. 'Nee, leden van de Foggroup.' Reuzepoot liet hem los en beet hem diep in zijn schouder. Bloed stroomde over zijn vacht. Daarna draaide Reuzepoot zich om en liet hem daar liggen, niets kunnen doen.

Dreaded Cats het grote geheim #2Where stories live. Discover now