Hoofdstuk 7

131 11 2
                                    

Levi schrikt wakker. Wat voor een rare droom was dat? denkt hij. Weer was het die jongen met z'n overdreven grote vleugels. De jongen was ziek. En vreemd genoeg vond Levi dat erg. Waarom kon het hem schelen dat iemand die hij niet eens kende ziek was? Sterker nog iemand die niet eens bestond. Weer ziet hij het beeld van de jongen voor zich. Hij was spierwit en lag te trillen. Opeens schoot hij omhoog en begon allemaal onzin te zeggen. Alleen de laatste zin snapte Levi. Hij vroeg om Levi's hulp. Levi draaide zich om en keek naar de klok. Shit, hij is telaat voor zijn werk. Snel springt hij uit zijn bed. Zodra in zijn auto zit gaat er iets door hem heen. Waar zou die jongen zijn, als hij bestond? Wat zou hij hebben en wat is er met hem gebeurt? Devi start de auto en rijd naar zijn werk. Op een op andere manier komt hij uit bij een grote villa uit. Hoe komt hij hier? Hij was toch echt op weg naar zijn werk. En waar is dit? Devi kijkt om zich heen. Hij ziet geen Straatnaam staan. Hij zit er nog steeds mee hoe hij hier komt. 

Laura zit bij Monty op bed. Hij ligt daar bewusteloos, maar hij is aan het trillen. Wat ze ook doet of zegt hij word niet wakker. Tommy zei dat Monty was flauw gevallen, maar waarom gelooft ze dat niet. Mischien omdat Tommy onder de wonden zit en zijn bloed overal ligt. Wat heeft Monty met hem gedaan? En wat had hij met Monty gedaan. Vreemd genoeg was ze niet eens bang voor Monty. Ook al had ze daar genoeg redenen voor. Haar broer had wonden die niet door een mens veroorzaakt had  kunnen worden.  Na een tijdje is ze zo diep in gedachten dat ze de bel niet eens hoort. Opeens schrikt ze wakker door een lange druk op de bel. Snel loopt ze naar beneden en opent de deur. Er stond een man van ongeveer 25 jaar voor de deur. Hij leek heel erg op Monty. Bruin haar, Blauwe ogen en perfect witte tanden. Net als Monty. "Hoi jij bent vast de broer van Monty. Hoe weet je eigenlijk waar hij is? Maarja daar gaat het niet om." Zonder de man wat te laten zeggen trekt ze hem naar binnen en duwt ze hem de trap op. "Hij is boven en het gaat niet echt goed met hem. Hij trilt al de hele tijd, maar ik krijg hem niet wakker. Wat is je naam eigenlijk?"  "Levi, maar..." Zegt de man, maar hij word onderbroken door Laura. "Mooie naam." Laura opent de deur van Tommy's kamer.

Levi wil net zeggen dat Monty zijn broertje niet is, maar houd dan zijn mond. De jongen in het bed lijkt echt sprekend op hem. Hoe kan dat? Hij heeft geen familie. Tenminste niet waarvan hij wist. Kon deze jongen echt zijn broertje zijn? Laura verstoord zijn gedachtes. "Je mag heus wel verder naar binnen." Levi kijkt om zich heen. hij is de kamer niet eens in gegaan. Snel loopt hij naar binnen en gaat op het bed zitten.   "Wat is er met hem gebeurt?" vraagt hij terwijl hij naar Monty blijft kijken. Laura zucht. "Dat weet ik niet. Toen ik thuis kwam lag hij zo op de vloer, en mijn broer lag bloedend in de hoek van de kamer."  Bloendend, denkt Tommy, wat kan er gebeurt zijn? Wat was hier aan de hand en waarom werd hij door dit huis aangetrokken? Ook al is dat om zijn broer te ontmoeten, het was raar. Hij moet hier weg. Aarzelend staat hij op. En loopt de kamer uit. Laura merkt dit niet eens, omdat ze te druk bezig is met Monty, die veel erger is gaan trillen.

Monty schrikt wakker. Edward is hier geweest. Snel springt hij uit bed en rent de kamer uit. Hij let niet eens op Laura die geschokt is achterblijft. Zo snel als hij kan rent hij naar buiten. Zijn hoofd begint te tollen maar hij rent door. "Edward! Edward!" Een man die op hem lijkt draait zich om.

Fallen AngelOnde histórias criam vida. Descubra agora