Chapter 7

192 13 3
                                    

Harry's POV.
Nadat hij wakker was geworden viel hij niet echt meer in slaap, hij bleef maar aan Ginny denken. Zou het echt kunnen dat ze in die kerkers zou zijn? Hij had iemand horen schreeuwen maar had niet kunnen verstaan wat hij zei. Dat visioen leek precies op de dromen die hij vroeger had gehad. Toen Voldemort nog leefde. Maar hij had in die drie maanden geen last gehad van zijn litteken. Hij maakte zich zorgen. Er was geen twijfel meer over Ginny. Ze leefde nog. Maar dat was zo'n beetje alles wat ze wisten. Hij probeerde weer voor zich te zien wat hij gedroomd had, maar het leek weg te sijpelen. Hij zuchte en staarde weer naar het plafond van Rons slaapkamer.

'Ron! Harry...'
Harry schrok wakker. Hermelien knalde de deur open en hij ging rechtop zitten.
'Harry,' zei Hermelien opgewonden.
'Tisser?' vroeg Ron slaapdronken terwijl hij in zijn ogen wreef.
Hermelien liep naar Rons bed en ging bij zijn voeteneinde zitten. Ze legde de krant die ze in haar handen had gehad op het bed. 'Kijk!'
Harry boog naar haar toe en keek naar de Ochtendprofeet. Het was een artikel over Lucius Malfidus. Harry las het vluchtig door, schijnbaar hadden de Malfidussen uit Azkaban weten te blijven door informatie en namen aan het ministerie te geven. Hij keek Hermelien vragend aan. Die wees ongeduldig met haar vinger naar het laatste stukje tekst. Drie dooddoeners waren eerder die ochtend gearresteerd omdat Malfidus hun verblijfplaats had doorgespeeld. Ze zochten alleen nog naar-
'Rodolphus en Bellatrix van Detta!' zei Ron geschokt. Hermelien knikte en beet op haar lip.
'Deze,' zei Harry en hij wees naar de drie fotos van de opgepakte dooddoeners. Hij wees naar de man op de foto rechts. 'Hij was die lange tovenaar! Hij was erbij toen Ginny werd ontvoerd!'
'Dat dacht ik ook al,' zei Hermelien.
'Dan zouden die andere twee dooddoeners er waarschijnlijk ook bij zijn geweest... Hermelien, je bent geweldig!' zei Ron en hij keek hoopvol haar kant op. 'We hebben iets.'
Hermelien bloosde en glimlachte enigzins trots. Harry hield zijn blik strak op de Ochtenprofeet, hij probeerde niet te veel aandacht te trekken. Het was even stil en Harry wist gewoon dat Ron en Hermelien ook niet zo goed wisten wat ze moesten doen. Nadat ze hadden gekust in de Kamer van Hoge Nood was het niet heel duidelijk waar ze stonden in hun relatie en Harry probeerde heel hard om er niet midden in te zitten.
Ron schraapte zijn keel en trok de krant uit Harrys handen. Hij was knalrood. 'Als we nou.. eh...'
'Zullen we naar het huis van Malfidus gaan?' vroeg Hermelien.
'Wat? Naar de plek waar jij bent gemarteld? Echt niet!'
'Ron, wat stel je dan voor? We kunnen moeilijk vragen of hij hier heen wil komen.'
'Ja maar denk je echt dat hij met ons gaat praten?' vroeg Harry.
'Er is maar één manier om daar achter te komen.'

Ze verschijnselden en kwamen voor een brede oprijlaan te staan.
'Bloody hell,' mompelde Ron en Harry kon hem geen ongelijk geven. Het hek dat de doorgang blokkeerde was enorm en de oprijlaan kreeg een donkergroene gloed door de hoge heggen aan de zijkanten. In de verte kon je het reusachtige landhuis zien van de Malfidussen.
'Nou, daar gaan we dan,' zei Harry hoopvol en hij liep voorop naar de smeedijzeren hekken.
'Hoe komen we binnen?' vroeg Hermelien terwijl ze zocht naar waar het hek open kon.
Ron rammelde eraan. 'Op slot,' constateerde hij.
Hermelien gaf een kleine gil en Ron deinsde geschrokken achteruit. Het ijzer van de poort veranderde en vormde een behoorlijk angstaanjagend gezicht. 'Wat is het doel van uw bezoek?' galmde het zwaar.
'We willen Lucius Malfidus spreken,' zei Ron dapper.
Het hek gleed verassend soepel open en Hermelien liep er aarzelend doorheen. Ron versnelde zijn pas zodat hij naast haar op het grindpad kwam te lopen. Zijn hand gleed langzaam naar die van Hermelien en Harry glimlachte onwillekeurig toen hij zag dat Hermelien hem stevig vastpakte alsof ze steun zocht. En op dit moment, gaf Ron die.
Toen ze het grote stenen bordes op liepen ging de massieve voordeur open en Narcissa Malfidus stond in de deurpost. Ze zag er moe uit toen ze waardig op hun neer keek en Harry kreeg er een onbehagelijk gevoel van. 'Waarom willen jullie mijn man spreken,' vroeg ze kil, en Harry hoorde een korte trilling van onzekerheid.
'Misschien is dat beter als we het daar binnen over hebben,' stelde hij voor.
Ze twijfelde, maar hield vrij snel de deur meer open en stapte opzij zodat ze er langs konden. Toen Hermelien langs haar heen liep staarde zij en Narcissa elkaar even aan, voordat Hermelien snel achter Ron en Harry aan liep, verder naar binnen. Ze kwamen in een hal, Narcissa ging hun voor. Ze liepen langs een grote stenen trap en Harry keek enigszins verbijsterd naar het tapijt dat keurig op de treden lag. Moeilijke patronen en ingewikkeld weefwerk bevestigde de hoge waarde van het kleed. Hij slikte en voelde zich plotseling behoorlijk goedkoop. Ron schuifelde naast hem ongemakkelijk heen en weer.
Ze kwamen in een salon. De salon waar ze de vorige keer ook waren geweest, de salon waar Hermelien gemarteld was.
'Ik haal Lucius, wacht hier,' zei Narcissa en ze liep weer de gang in. Harry keek om zich heen. Ook deze ruimte was groot en zag er duur uit. Boven de haard hing een familie portret. Draco Malfidus zat in een stoel en zijn ouders stonden naast hem. Bellatrix van Detta stond naast haar zus. Op de schoorsteenmantel stond naast een gouden zakhorloge ook nog een portret van Draco alleen.
Harry wende zijn gezicht af.
'Wat is het hier verschrikkelijk,' zei Ron walgend. Hij had gelijk, dacht Harry. Gezelligheid was er ver te zoeken. Het was allemaal zo koud.
'Wat doen jullie hier?'
Harry, Ron en Hermelien draaide zich geschrokken om. Lucius Malfidus liep argwanend de salon binnen.
'We wilden praten,' zei Hermelien rustig.
Hij keek intimiderend naar Hermelien. Die keek strak terug. Malfidus leek zeker niet blij om hen in zijn huis te hebben.
'Waarover?'
Harry zag dat Narcissa in de deuropening mee keek.
'Over mijn zusje,' zei Ron fel met ingehouden woede.
'Oh het Wemel meisje,' zei Lucius Malfidus langzaam.
'Ja Ginny.'
Lucius keek hun even aan en draaide zich plotseling om en liep naar de schoorsteenmantel. Hij pakte het gouden zakhorloge dat daar lag en keek treuzelend hoe laat het was.
Harry voelde de spanning die in de kamer was.
'Weet je waar ze is?' vroeg Harry dringend toen hij er niet meer tegen kon.
Lucius draaide zich om.
'Dat is "u" voor jou Potter,' snauwde hij.
Harry keek hem woest aan.
'Weet u waar Ginny is?' zei hij nogal aggressief.
Het duurde lang tot hij antwoord gaf. 'Waarom zou ik dat weten?'
'De drie dooddoeners die je hebt doorgespeeld aan het ministerie waren erbij toen ze werd ontvoerd,' zei Ron die nog steeds Hermeliens hand vast hield.
'Ontvoerd?' vroeg Malfidus gemaakt verbaasd. 'Ik was toch echt onder de indruk dat ze die bloedverraadster hadden afgemaakt.'
Ron maakte aangestalten om hem te lijf te gaan, maar Hermeliens hand weerhield hem.
'Die dooddoeners weten dus waar ze nu is!' riep Ron boos.
'Waarom praten jullie dan met mij?' sneerde Malfidus.
'Omdat jij hun verblijfplaats hebt verlinkt dus jij weet waar ze zaten!' riep Hermelien woedend.
'Waag het niet om zo tegen me te praten smerig modderbloedje!'
Nu was het echt raak. Ron trok zijn toverstok en ontwapende Malfidus in een oogwenk nadat ook hij zijn toverstok had getrokken.
'EXPELIARMUS!' riep Hermelien en ze ving de stok van Narcissa die in de deuropening had gestaan.
Harry vuurde een verlammingsspreuk op haar af. 'Paralitis!' Narcissa viel op de grond.
Malfidus slaakte een kreet van verontwaardiging. 'Hoe durven jullie haar aan te ra-'
'Impedimenta,' riep Ron voordat hij iets kon doen. Malfidus kon niet meer bewegen door de stremspreuk.
'Vertel ons waar ze is!' schreeuwde Harry.
'Waarom zou ik?' siste Malfidus met veel moeite.
'Diffindo,' riep Hermelien en ze wees naar de schoorsteenmantel. Het portret van Draco werd versplinterd.
'Hoe durf je?!' riep Lucius Malfidus die nu paars was van woede. 'Hoe durf je om me in mijn eigen huis aan te vallen! Hoe durven jullie om mijn spullen te vernielen!'
'Confringo,' ging Hermelien verder en de opnieuw-opgehangen kroonluchter viel naar beneden en de kristallen braken met een oorverdovend geluid.
'Waar zijn ze?!' vroeg Ron dreigend.
Lucius gaf geen antwoord en probeerde te bewegen.
Een spreuk vloog rakelings langs Harry's oor.
Hij draaide zich geschrokken om.
'Blijf met je tengels van mijn familie af Potter!' riep Draco Malfidus en hij vuurde een verlammingsspreuk naar Harry. Maar zij waren met z'n drieën tegen één en al snel had Hermelien hem ontwapend. 'LEVICORPUS!' riep Ron en Draco werd aan zijn enkels de lucht in gehesen.
'JULLIE BLIJVEN VAN HEM AF! HOREN JULLIE ME?!' schreeuwde Lucius.
'VERTEL ONS WAAR ZE ZIJN!' riep Hermelien met een vurige blik.
'OKÉ MAAR LAAT DRACO GAAN!' riep hij toen Harry zijn toverstok weer op Malfidus richtte. Zijn blik leek wel hysterisch.
'Zeg ons waar ze is!'
'Ik...' twijfelde hij. Harry keek hem met opgetrokken wenkbrauwen afwachtend aan. 'Bellatrix en Rodolphus zitten in een oud fort. In Oldhamstocks, Noord-Engeland. Ik denk dat ze daar ook het meisje hebben.'

When you're gone Onde histórias criam vida. Descubra agora