hoofdstuk 4

426 30 16
                                    

(POV May)

Ik loop naar binnen waar ik nog niet iets veel bijzonders vindt op een paar andere mensen na. 

"Wie zijn dat?" Vraag ik Leon. 

"Mensen." Zegt hij nors. Is hij nog steeds boos door het voorgeval? Dat is past triest. 

"Nee dat zag ik nog niet. Wie zijn die mensen." Zeg ik geërgerd en sla mijn armen over elkaar.

"Dat zijn jongens en meisjes." Zegt hij nog steeds nors.  Ik wou mijzelf inhouden maar nu lukt het echt niet meer. 

"Verdomme Leon! Geef gewoon normaal antwoord! Ik probeerde je te helpen blinde kip! Had je het dan zelf echt niet door! Daar zat verdomme g-." Ik wou het gaan zeggen maar kap mijzelf af. 

"Weet je wat. Laat maar. Je gelooft mij toch niet, maar kom niet terug naar mij als je het door hebt. Zoek het uit!" Roep ik woest. Ik loop een stuk van hem af. De andere meisjes kijken mij met grote ogen aan. 

"Wat." Zeg ik bot. Ik zie dat ze allebei snel hun blik af wenden en slikken. Ik hoor een bel rinkelen en kijk op. Wat is dit nou weer. Weer zo'n leuk spel? Oh ik heb er nu al zin in. Hoor je de sarcasme? 

"Dit is jullie volgende test. Geniet ervan! Vooral jij May!" Zegt hij enthousiast. Waarom nou weer ik? Een zucht verlaat mijn mond en ik rol met mijn ogen. 

"Ik zal er van genieten!" Roep ik nergens in het bijzonder.  Plots gaan er deuren open die ik nog niet opgemerkt had. Er komen stevige mannen in een vechters pak aan lopen. Het zijn er om precies te zijn 22 als ik goed geteld heb. Ze slaan een harde kreet voor ze op ons af komen rennen. 

Al snel hoor ik 3 meiden gillen en ze rennen richting een jongen. Ze gaan achter hem staan. Ik zie dat hij een zucht slaat. Ik rol met mijn ogen. 

Watjes, ze kunnen niet eens voor zichzelf zorgen. Hoe laf kan je zijn om dan achter één jongen te gaan staan. Wat is er zo bijzonder aan hem? Dat zal ik vanzelf wel zien of niet. 

Ik kom weer bij zinnen als ik iemand op een hoog tempo op mij af zie rennen. 

"Kijk uit!" Schreeuwt een meisje. Een man met een rood hoofd komt woest op mij af. Wat heb ik hem misdaan? Ik deed niks? 

Als hij vlakbij is, zie ik dat hij een mes vast heeft in zijn linker hand. Ik doe een stapje naar links en steek mijn voet uit. Hij heeft dit niet verwacht en kan zich niet op tijd herstellen. Hij valt met een harde klap op de grond. Een spottend lachje verlaat mijn mond wat hij niet echt waardeert. Hij wilt opstaan, maar ik ga met mijn voet op mijn nek staan. Ik geef zachtjes wat druk op mijn hals. Zijn ogen vergroten. Hij kijkt mij bang aan. Bang dat ik zijn leven af pak. Dan merkt hij zijn mes op in zijn hand. 

Hij haalt uit naar mijn been. Ik trek op dat moment net terug. Hij gaat langs mijn broek en ik voel dat hij ook een stuk door mijn huid heen gaan. Ik span mijn kiezen aan om er voor te zorgen dat ik het niet uitschreeuw. Ik schop hem snel tegen zijn hoofd aan. Zijn spieren verslappen en hij valt weer plat op de grond. Het mes valt uit zijn hand. 

"Bedankt voor je mes." Zeg ik alsof ik hem zojuist gewoon gekregen heb als cadeau. Ik hoor zware voetstappen achter mij en de volgende man komt al op mij af. Ik bedenk mij geen moment an snij langs zijn bovenbeen. Ik maak een vuist en sla hem hard tegen zijn slaap. Ook hij valt op de grond. 

Ik wou net weg lopen als ik een harde dreun tegen mijn hoofd voel. Ik val met een klap op de grond. Als ik wil opstaan voel ik nog een klap tegen mijn kaak. Ik kijk de man boos aan die mij met een grijns aan kijkt. Ik haal snel uit en sla met hard tegen zijn neus. Ik hoor iets kraken dus dat betekent dat zijn neus gebroken is. Ik leun op mijn handen en zwaai met mijn been naar het zijne. Hij valt achterover op de grond. Ik zie hem niet meer bewegen dus hij is vast bewusteloos. 

The game is overWhere stories live. Discover now