Verdomme

487 20 11
                                    

Van schrik laat ik het op de grond vallen, dit kan niet. Het is voorbij. Ik heb het verpest, voorgoed. Het staat er echt; twee streepjes. Zwanger. Ik ben zwanger. Van Wolfs. Het blijft maar nadreunen in mijn hoofd, ophouden doet het niet. Ik zal het hem moeten gaan vertellen, maar hoe? Het was een one night stand, op een moment dat we allebei overemotioneel waren, het had niet mogen gebeuren. Maar het gebeurde toch. Ik had het bed gedeeld met mijn werkpartner - strikt verboden - maar spijt had ik niet. Het voelde goed, vertrouwd, liefdevol. Maar toch, het was wel mijn collega, het mocht niet, en ik mocht dit al helemaal niet voelen.

"Wolfs?" "Hmpf?" Hij keek vragend op van zijn bord spaghetti. Zijn ogen keken me aan, ze doorboorden me, ik wist niks te zeggen. "Wat is er Eef?" Hij had zijn hap doorgeslikt. "Ik, ehm.. Even over dinsdagnacht.." Ik zag hem zijn blik naar beneden richten, naar de eikenhouten tafel, die voor mij ook ineens heel interessant was geworden. "Het had niet mogen gebeuren Eef, dat weet jij ook." "Maar het gebeurde toch." Dat was het enige antwoord wat ik kon verzinnen. Hoe moest ik erop reageren? Hij kon spijt hebben, maar het kon ook zijn van niet. Het was simpelweg een nietszeggend, politiek correct antwoord. Zijn ogen keken me weer aan. Zijn altijd heldere ogen, waar ik elk moment in kon verdrinken. "Ik weet het." Dat was alles wat hij zei; "Ik weet het." Ik had door dat dit niet ging werken, hij wil er niks over kwijt. Het is gebeurd, maar het had niet mogen gebeuren, klaar. Denkt hij. Want het is dus niet klaar, ik ben zwanger, van hem. Ik besluit het te laten voor nu, dit gaat niet helpen. "Ik ga naar bed" zeg ik, en loop richting de trap. "Ik ben zwanger." Toch gezegd. Het moest eruit, ik kon het niet langer voor me houden. "Je bent wat?!" Langzaam draai ik me om, kijkend naar de grond en met tranen in mijn ogen. "Ik ben zwanger, Wolfs." Ik hoor hoe gebroken ik klink, maar ik krijg geen reactie. "Het is van jou." "Laat je het weghalen?" "Nee." Het blijft even stil. "Ik wil het wel alleen opvoeden, als jij het niet wil." "Eva, nee, dat kan ik niet. Ik kan dit niet." "Wolfs, ik-" "Sorry, ik moet nadenken." Nog voordat ik iets heb kunnen zeggen is hij naar boven verdwenen.

Als hij na een tijdje nog steeds boven is besluit ik naar hem toe te gaan, we moeten praten. Ik klop op de deur; "Wolfs?" "Nee." Voorzichtig open ik de deur, en ik schrik me kapot. Daar staat hij dan, hij is agressief al zijn spullen in zijn tas aan het stoppen. "Wolfs.." komt er zacht uit mijn mond. "Wolfs, ik wil niet dat je gaat." "Eva, ik kan dit niet. En dat spijt me enorm, maar ik kan het niet." "Ik kan het toch alleen doen?" Ik merk dat ik wanhopig word en bijna aan het schreeuwen ben inmiddels. "Je snapt het niet Eef." "Leg het me dan uit!" Het was nu echt schreeuwen geworden. "Verdomme Eva, snap je het dan niet?! Ik hou van je! Ik ben hopeloos verliefd en ik kan het niet helpen!" BAM. Ineens. Dit kon niet, híj was míjn geheime liefde, niet andersom, toch? "Eva?" Het geschreeuw had plaatsgemaakt voor gefluister. "Eva, wil je alsjeblieft iets zeggen?" "Wolfs." Tranen in mijn ogen, ik keek hem aan, en toen kwamen ook weer die verdomde vlinders in mijn buik. Hij liep naar me toe. "Eva, alsjeblieft, zeg iets?" Het klonk wanhopig. Ik was ook wanhopig, wat moest ik zeggen? Ik besloot niks te zeggen, keek hem aan, en drukte vurig mijn lippen op die van hem. Ik probeerde alle liefde die ik in me had, maar niet uit kon drukken in woorden, zijn lichaam in te sturen. Alle emotie moest eruit. Soms zegt een actie meer dan duizend woorden. "Eef?" Ik keek naar de grond, hij nam me in een omhelzing. "Ik ook van jou Wolfs, ik ook van jou." Ik fluisterde het weliswaar tegen zijn borst, maar ik wist dat hij het gehoord had. Hij drukte een kus op mijn kruin, en zo bleven we dicht tegen elkaar staan, allebei genietend van dit moment.

~~
Reacties maken me blij :) <3

Short Stories - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu