Chapter One.

142 20 6
                                    

Heden.

Geïrriteerd draai ik me om naar mijn telefoon, vermoeid pak ik het op en zie dat het vandaag zaterdag is. Oftewel de eerste dag dat ik zal gaan naar een psycholoog.

Eerlijk gezegd wil ik het niet, ik wil niks. Ik sluit mezelf op in mijn kamer en voel niks meer. Zuchtend gooi ik de dekens van mij af en stap mijn warme bed uit.

Ik slenter naar de badkamer en kijkt naar mijn aqua-blauwe ogen die leeg staan. En mijn pikzwarte haren die slordig in een lage knot zitten.

Ik haal mijn haren uit het knotje waarna mijn lange pikzwarte haren vervolgens langs mijn schouders vallen.

Langzaam draai ik de kraan open en was mijn gezicht, waarna ik vervolgens mijn tanden poets. Als ik klaar ben loop ik de badkamer weer uit.

Ik zie mijn broer Brahim op de gang staan, 'Ga je werken?' Vraag ik schor. Hij knikt langzaam en kijkt me vragend aan, 'Wat doe jij zo vroeg uit bed?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik ga naar de psycholoog.'

Hij trekt me in een knuffel en wrijft met zijn hand over mijn rug. 'Farah, als je alles vertelt komt het goed. Je voelt je dan opgelucht.' Vertelt hij me met een glimlach.

Ik knik afwezig en trek me voorzichtig uit zijn greep, 'Ik moet me omkleden,' fluister ik en maak aanstalten om naar mijn kamer te lopen. 'Zal ik je anders brengen?' Vraagt hij mij.

Voorzichtig schud ik mijn hoofd, 'Nee dat hoeft niet.' En met die woorden loop ik mijn slaapkamer weer binnen. Ik hoor de voetstappen van Brahim die de trap afloopt.

Met kleine stappen loop ik naar mijn kledingkast en haal daar een PSG- trainingspak uit. Ik trek dat snel aan en loop naar mijn spiegel. Ik doe wat foundation op en smeer vaseline op mijn lippen.

Ik loop mijn slaapkamer uit en klop voorzichtig op mijn ouders slaapkamer, ik open de deur en zie direct dat de gordijnen nog gesloten zijn.

Met kleine stappen loop ik naar het bed toe en buig me voorover, 'Mama,' fluister ik terwijl ik haar zacht door me kaar schud. Ze kreunt even lichtelijk geïrriteerd maar opent dan haar ogen.

'Je lijkt zoveel op hem,' fluistert ze plotseling met tranen in haar ogen. Ik voel de tranen achter mijn oogleden prikken, maar ik laat geen traan vallen.

'Ik wou even zeggen dat ik naar de psycholoog ga,' zeg ik van mijn stuk gebracht door wat mijn moeder zei. Ze knikt afwezig en verbergt haar gezicht in de kussen.

Ik loop met grote passen de kamer uit. Als ik mijn blik afwend op de vloer spookt er maar één ding door mijn hoofd 'Ik moet dood'. Zelfs mijn bloed-eigen moeder raakt emotioneel als ze mij in de ogen kijkt, ik zorg voor niks goeds op deze wereld.

Een hoorbare zucht verlaat mijn lippen, ik loop de trappen af met veel lawaai. Ik neem plaats op de koude vloer en doe mijn afgetrapte witte huaraches aan.

Ik staar naar mijn jas maar neem het toch niet mee, de zon schijnt het is April. Oftewel de maand dat het warmer word, ik stap de deur uit met de sleutels in mijn zak..

Met een harde klap sla ik de deur dicht en loop naar de bushalte, waarna ik de bus neem.

-

Terwijl ik in de wachtkamer wacht, observeer ik de omgeving. De muren zijn neon geel en ik zie bont en blauwe posters hangen. Als dit een indirecte manier is om de mensen op te vrolijken zijn ze daar niet ingeslaagd. Ik focus me nu op de mensen.

Vooral jonge mensen.

'Farah Lima?' Ik kijk in een ruk op naar mijn psycholoog. Een oude man met spierwitte haar. 'Ja, dat ben ik.' Ondertussen ben ik opgestaan en loop zijn richting op.

De gehele wachtkamer valt stil en staart ons aan, 'Aangenaam kennis te maken. Ik ben Jans De Boer.' Ik knik en trek mijn hand los van de zijne. Hij blijft me even aanstaren voor hij aanstalten maakt om mij te begeleiden. 'Laten we gaan'. Ik loop achter hem aan naar de plaats waar mijn éérste afspraak zal bevinden.

Als ik op de zwarte bank zit, neemt de psycholoog plaatst naast mij, 'Laten we beginnen,' hij kucht even en doet zijn bril op waarna hij een slok van zijn zwarte koffie neemt.

'Farah Lima is de naam,' ik knik en staar even naar buiten, de drukte die zich nu buiten bevind. Terwijl ik over mijn verleden moet praten.

'Als het goed is was je betrokken geweest bij een vliegtuigcrash, en heb je daardoor je jongere broertje verloren'. Hij staart me even aan terwijl ik op mijn lip bijt.

'Zijn naam was Amine,' fluister ik schor  ik voel de tranen al achter mijn ogen prikken, als ik merk dat hij me lang aanstaart kijk ik hard zijn kant op.

'Vertel iets over jou, je familie.' Zegt hij na een korte stilte. 'Ik heb een broer, Brahim hij werkt. Wat dat weet ik niet hij laat er niks over los. Maar hij verdient genoeg om onze hele familie te onderhouden,' ik zucht. Zal ik het vertellen.

Zeggen dat mijn moeder door mij in een depressie lijd.

'Mijn moeder lijd ook aan een depressie, niet een erge maar telkens als ze mij ziet huilt ze omdat ik veel op mijn broertje lijk.' Zeg ik in één adem terwijl ik naar mijn handen staar.

Ik slik hoorbaar en kijk dan naar mijn knikkende knieën, met spijt van wat ik heb verteld kijk ik weer op naar de psycholoog.

Hij knikt en schrijft weer wat op, 'En je vader?' 'Mijn vader werkt ook, hij is een sterke man.'

'Waarom geef jij jezelf de schuld?' Vraagt hij opeens, 'Omdat-' 'Omdat?' zegt de man nu aandringend 'Ik weet het niet' zeg ik schor.

'Ik heb spijt,' hij kijkt mij niet-begrijpend aan. 'Spijt omdat ik niet op hem lette.'

A/N

Het duurde een tijd, maar het eerste hoofdstuk is klaar! Laat in de reacties achter wat je ervan vind. Zelfs de stille lezers! Laten we dit boek in de top brengen .

Vote, Comment, Follow.

Você leu todos os capítulos publicados.

⏰ Última atualização: Jan 21, 2017 ⏰

Adicione esta história à sua Biblioteca e seja notificado quando novos capítulos chegarem!

Regrets [DUTCH]Onde histórias criam vida. Descubra agora