Hoofdstuk 6

82 6 2
                                    

De voordeur gaat open en Lena loopt naar binnen. Levi en ik zitten nog in de woonkamer. Levi had weer een Thriller aangezet. Op het moment dat Lena de woonkamer in loopt gebeurt er wat engs in de film. Gillend duik ik onder de dekens. Levi begint op zijn beurt als reactie te lachen. Lena komt naast ons op de bank zitten. Ze kijkt rustig mee. Weer komt er een schrik moment en duik ik dit keer Lena haar kant op. Lena gaat rustig met haar handen door mijn haar en speelt met een plukje. Ik ga weer rechtop zitten. Lena staat op en loopt naar boven. Weer schrik ik en duik ik Levi zijn kant op. Levi trekt mij strakker tegen hem aan. 'Je mist een heleboel van de film als je onder het deken zit.' Zegt Levi alsof het de serieuste zaak van de wereld was. Ik kijk hem aan. 'Tuurlijk.' Zeg ik droog. Ik kijk de film verder. Bij het eerste schrik moment drukt Levi mij dichter tegen hem aan zodat ik niet onder het deken kan zitten. De rest van de film heeft Levi me ongeveer zeshonderd keer tegen zichzelf aan gedrukt. Lena komt de woonkamer weer in. 'Megan ga je tandenpoetsen en trek je pyjama aan. Je moet morgen weer naar school.' Zegt Lena gapend. 'Wat! Ik ga morgen niet naar school.' Zeg ik snel. 'Hoezo niet?' Zegt Lea die net binnen is gekomen. Heel even ben ik sprakeloos. Ik mag Lea niks vertellen als ik nog wil blijven leven. 'Euh gewoon. Ik doe mijn pyjama wel alvast aan.' Zeg ik. Ik wil opstaan maar Levi heeft mij nog steeds vast. 'Waarom vertel je het haar niet gewoon?' Vraagt Levi aan mij. Wat heb ik een zin om zijn gezicht op dit moment te bewerken. 'Omdat ik dat vanmiddag ookal heb verteld. Dus laat me los.' Zeg ik bod. Levi laat mij los en ik ren naar boven en draai mijn slaapkamerdeur op slot. Ik loop naar mijn kledingkast en trek mijn pyjama aan. Ik wacht nog een minuutje en loop dan naar beneden. Iedereen zit nu op de bank. Ik wurm me tussen Lea en Lena in. 'Ik heb nog wat voor je meegenomen Megan.' Zegt Lea en geeft me een klein pakketje. Ik scheur het pakpapier eraf en houd een speen vast. Lea pakt hem uit mijn hand en stopt hem in mijn mond. Ze begint hard te lachen. Ik trek de speen uit mijn mond. 'Hoe ben je erachter gekomen?' Vraag ik haar terwijl ik de speen naar de andere kant van de woonkamer gooi. 'Dombo! Waar denk je dat ik op school zit.' Zegt Lea. 'Shit.' Zeg ik zacht. Levi kijkt me raar aan. 'Wat is het ookal voor mij verboden dat ik scheld?' Vraag ik boos. 'Wel voor baby's.' Zegt Lea terwijl ze over mijn hoofd wrijft. Boos sta ik op en loop ik naar mijn kamer. 'Wacht Megan! Je vergeet je speen!' Roept Lea nog lachend achter mij aan. Ik sla mijn kamerdeur hard dicht. Ik draai mijn deur op het slot en ga voor mijn raam zitten. Buiten zijn de buren iets in de auto aan het laden. Mijn nieuwsgierigheid overwint mijn rol en ik sluip mijn kamer uit en loop zo stil mogelijk naar buiten. Ik ren direct naar mijn de buren toe en ga naast het busje staan. 'Hoi. Ik ben Megan ik woon een paar huizen verderop.' Zeg ik beleeft. Een gespierde man stapt bij het busje weg. 'Wat moet je hier?' Vraagt hij bod. Waarom was iedereen hier zo onbeleefd. 'Oh gewoon kijken. Mijn ouders en zus zijn heel vervelend dus ik kwam even hier kijken.' Zeg ik. De man kijkt om zich heen. Dan pakt hij wat uit zijn zak. 'Kun je dit bij de mensen daar bezorgen? Als ik daar ga staan valt het te veel op.' Zegt de man en geeft me een zakje met wit poeder. Hij wijst naar een grote Vila twee huizen verder dan die van ons. Ik knik en pak het zakje van hem. 'Zeg maar niks tegen je papa en mama.' Zegt de man nog. Ik knik. Ik draai me om en loop bij hem weg. Snel pak ik een pen uit mijn zak en scan het zakje. Ik loop naar het huis en bel aan. 'Hallo.' Zegt een jongen nors die de deur open doet. Ik houd het zakje laag en geef het aan hem. De jongen pakt het aan en geeft me wat brief geld. Ik tel het snel. Twintig euro. Ik loop weer terug en scan ook het briefgeld. Ik geef het aan de man en loop weer weg. Ik probeer zo rustig mogelijk naar mijn huis terug te lopen en doe voorzichtig ik de deur open, doe het weer voorzichtig dicht en ren zo stil mogelijk naar mijn kamer. Ik doe mijn deur weer op slot en pak mijn laptop erbij die ik van het hoofdkwartier heb gekregen. Ik sluit de pen aan op de laptop en breng de gegevens naar een speciaal progamma. Ik pak mijn foto toestel erbij en maak een foto van de gespierde man aan de overkant van de straat. Met ik loop weer weg en breng de foto over naar de laptop. Ik vergelijk de vingerafdruk met de foto en de laptop begint zijn vingerafdruk te zoeken. Ik had een kwartier om te wachten. In de tussentijd vergelijk ik de vingerafdruk van de jongen met de foto die ik met de pen had gemaakt. Na een kwartier als een debiel in mijn kamer te hebben gezeten spring ik op mijn bed en kijk ik naar de laptop. Beide vingerafdrukken komen overeen. Ik ren direct met de laptop naar beneden en ren de woonkamer in. 'Ik ben de beste!' Schreeuw ik hard. Ik zet de laptop op de kleine salontafel en klap hem open. 'In de tussentijd dat jullie dachten dat ik zielig boven zat, ben ik naar de overkant van de straat gelopen en heb ik dit zakje drugs naar nummer zestien gebracht.' Zeg ik en laat de foto met het drugs zien. 'Ik heb de vingerafdrukken gescand en een foto van de twee mensen weten te maken.' Ga ik verder. Ik laat de foto met vingerafdruk van de gespierde man zien en de vingerafdruk van de jongen met foto. 'He hij zit bij mij in de klas.' Zegt Lea. 'Ik weet het, ik weet het. Ik ben geweldig. Geef me nu wat eet beloning want die verdien ik wel.' Zeg ik trots. Levi begint hard te lachen. 'We hebben alvast een iemand van een bende. Dus je verdient een enorme knuffel van mij.' Zegt hij. 'Laat dan maar.' Zeg ik. Te laat Levi pakt mij op en knuffelt mij hard. Ik trappel met mijn benen terwijl hij mij plet. 'Au! Pap! Ik hoor mijn botten kraken!' Schreeuw ik. Waarom heb ik nog geen prijs gewonnen. Ik schreeuw super hard terwijl ik bijna dood ga en blijf in mijn rol. Levi trekt nog een keer zijn armen steviger om mij heen. 'Ik ga overgeven!' Schreeuw ik hard. Levi laat mij los. Ik last mijzelf op de vloer vallen en blijf er nog een tijdje liggen. Uiteindelijk sta ik weer op. 'Volgens mij heb ik geen ribben meer.' Zeg ik nog buiten adem. Lena kijkt me verdacht aardig aan. 'Wat?' Vraag ik wrijvend over mijn ribben. 'Nee niks.' Zegt ze. Ik rol met mijn ogen. Ik pak de laptop en wil weer naar boven lopen. 'Slaaplekker!' Roep ik naar de woonkamer. Als ik geen reactie krijg loop ik maar verder. Ik leg mijn laptop op mijn bureau en laat me op mijn bed vallen. Ik val direct in slaap. Ik zit weer in de schoolkantine. Ik verslik me en val weer naar achter. Mijn beker valt weer en ik word meegelokt in een zee van water. Overal zwemmen er vissen om mij heen. Sommige slaan mij met hun vinnen of staart. Ik probeer omhoog te zwemmen naar het licht maar hoe sneller ik probeer te zwemmen hoe verder het van me weg gaat. Ik draai me om en zie een haai op mij af zwemmen. Ik probeer nog van hem weg te zwemmen. Te laat. Ik voel een verschrikkelijke misselijkmakende pijn. Mijn lichaam word opgegeten terwijl mijn hoofd wegdrijft en ik alles zie ik gebeuren. Weer gil ik. Op dat moment word ik wakker. Ik gooi de dekens van mij af en ren naar de badkamer en begin over te geven in de wc. Ik hoor de deur achter mij open gaan. Er word op de deur geklopt. 'Megan gaat alles goed? Ik werd wakker van je gegil. ' Vraagt Levi. Ik kijk naar mijn eigen kots en word weer misselijk. 'Ja alles gaat g-' Ik kan mijn zin niet afmaken of ik begin weer over te geven. Levi komt de badkamer in. Snel spoel ik mijn kots door. 'Alles is goed.' Zeg ik. Ik sta op met de steun van de wasbak en begin mijn gezicht te wassen. Dan maak ik mijn gezicht droog met een handdoek. Ik doe de deksel van de wc naar beneden en ga erop zitten. Weer krijg ik de neiging om te kotsen maar er zit niks meer in mijn maag. Ik ga met mijn hand over mijn gezicht en wrijf al het zweet die weer terug is gekomen van mijn gezicht. Levi gast voor mij zitten. Hij legt een zijn hand op mijn voorhoofd. 'Je hebt geen koorts.' Zegt hij. 'Nee, dat is het ook niet. Het was gewoon een nachtmerrie. Niks bijzonders.' Zeg ik. Ik ga van de wc af en doe de deksel er weer af. Weer geef ik over. Snel spoel ik het door. Dus ik had toch nog wel wat in mijn maag zitten. 'Het gaat goed nu. Je kan weer gaan.' Zeg ik. Ik wil langs hem lopen maar hij pakt me bij mijn schouders vast. Hij sleept me voor de spiegel in de badkamer. ' "Alles gaat goed hoor." Ik hoor het je nog zeggen. Megan je bent helemaal wit en je hebt net drie keer gekotst.' Zegt Levi boos. 'Dus. Nu gaat het weer goed.' Zeg ik en ruk mijzelf los uit zijn greep. Ik loop naar mijn bed en ga erin liggen. Levi loopt mijn kamer uit en ik sprint weer naar de wc en geef nog een keer over. 'Ieuw.' Zeg ik terwijl ik hem nog eens doorspoel. Ik loop weer naar mijn bed. Ik zie Levi in de deur opening tegen de deurpost aan leunen. 'Ik merk het.' Zegt hij. Ik ga met mijn rug naar hem toe liggen. Ik val weer in slaap. 'Megan word wakker.' Hoor ik Lea haar stem naar boven roepen. Ik kreun en rol mijzelf uit bed. Ik heb extreme honger dus loop ik naar beneden. Ik loop de keuken in en doe de koelkast open. Ik pak er een enorme bol met fruitsalade en zet hem op het aanrecht. Ik pak een vork en begin eruit te eten terwijl ik op het aanrecht leun met mijn linkerelleboog. Lea loopt ook naar de keuken toe en gaat tegenover mij zitten. 'Met wie app je? Is het je nieuwe vriendje?' Vraag ik haar. Haar vingers gaan als een gek over haar toetsenbord. 'Nee! Maar heb je lekker geslapen?' Vraagt ze. Alle beelden van gisteravond komen weer binnen. Het stukje fruit wat ik in mijn mond had gestopt laat ik er weer uitvallen en ik schuif de bak weg. Lea kijkt op. 'Paaaaap! Megan is ziek!' Roept ze hard. Levi komt de keuken inrennen. 'Ik wist het.' Zegt hij. 'Nee ik ben niet ziek! Ik dacht gewoon aan gisteravond.' Zeg ik vlug. Ik werd weer misselijk en mijn knieën begonnen te bibberen. Ik leunde nu ook met mijn armen op het aanrecht en ik krijg nauwelijks adem. Ik loop met alle kracht die ik heb naar de kraan en begin enorm veel te drinken. In de tijd dat ik aan was gekomen heb ik nauwelijks gedronken. Ik ga weer bij de kraan weg en langzaam word mijn hoofd weer wat koeler en krijg ik weer lucht. Ik loop weer naar de fruitschaal en begin eruit te eten. Levi en Lea kijken mij alleen aan. 'Euh ik moet naar school.' Zegt Lea en staat op. 'Wat ga jij doen vandaag?' Vraagt Levi. Ik haal mijn schouders op. 'Dan bel ik het werk dat jij ziek bent en ik niet kan komen.' Zegt Levi. 'En dan?' Vraag ik. Dit keer haalt Levi zijn schouders op. 'Waarschijnlijk boodschappen doen.' Zegt hij uiteindelijk. Levi pakt zijn telefoon en begint te bellen. Hij loopt de keuken uit en laat mij alleen achter. Ik eet rustig verder. Ik loop naar de overkant van het aanrecht en ga op de barkruk zitten die daar staat. Langzaam beweeg ik heen en weer. Ik eet mijn laatste stukje fruit en schuif de schaal dan bij mij weg. Levi komt de keuken weer inlopen. 'Als we nu boodschappen gaan doen zijn we direct klaar voor vandaag.' Zegt Levi. Ik knik en sta op. Rustig loop ik de trap op. In mijn kamer doe ik de kledingkast open. Ik haal er een rode hoodie uit met capuchon en een gescheurde zwarte broek. Eronder heb ik gympen met enkelsokken. Ik loop naar de badkamer en kam mijn haar. Dan poets ik mijn tanden en loop ik naar beneden. Levi staat al bij de voordeur. Hij kijkt even naar mijn kleren en dan naar mijn gezicht. Ik loop langs hem heen en doe de deur open. Ik stap naar buiten en loop het trapje af die voor ons huis zit en loop naar de auto. Levi doet de auto open en we stappen in. Voor Levi de auto start kijkt hij mij nog even aan. Ik negeer zijn blik en kijk naar buiten. Hij start de auto en we rijden weg. Ik kijk Levi even aan. Zijn blauwe ogen staan geconcentreerd op de weg gericht, zijn gezicht ziet er met al dat make-up maar lelijk uit en zijn haar kreeg al lichte tinten grijs door het verf. Als ik overdreven wou reageren was ik gaan kokhalzen maar ik hield mij in. Ik kijk weer van hem weg en zet de radio aan. Zachtjes neurie ik mee. Levi slaat af en rijd de parkeerplaats van de supermarkt op. We stappen uit en lopen met een winkelwagentje naar binnen. Ik check mijn broekzak waar ik mijn pen in laat zitten als ik naar een openbare plek ga. Overal lopen mensen. Ik doe mijn capuchon op maar Levi trekt hem weer van mijn hoofd af. 'Hier duw het karretje maar.' Zegt Levi terwijl hij langs alle schappen loopt en soms wat spullen in het wagentje gooit. Slenterend loop ik achter hem aan. Een jongen rond de dertien is ons al de hele tijd aan het achtervolgen en langzaam begon hij me op mijn zenuwen te werken. 'Pap, wat dacht je ervan als we vanavond pizza eten?' Zeg ik. Levi kijkt op en ik tik heel zacht met mijn hoofd naar achteren naar de jongen. Levi begrijpt me en knikt. 'Is goed pak maar.' Zegt hij. Ik knik en doe mijn capuchon op en loop weg. Rustig laat ik mijn hand op de pen rusten en loop ik weg.

Spy world Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu