Hoofdstuk 1.1

5 0 0
                                    

De eerste zonnestralen komen langs het gordijn en schijnen op mijn gezicht. Even haal ik diep adem voordat ik mijn ogen open. Vandaag is het de eerste dag van de zomervakantie. Dat betekent dat we eindelijk vrije tijd hebben. Zwembadfeestjes, lange avonden bij het meertje, lange wandelingen door de bossen en nog belangrijker tijd doorbrengen met mijn twee beste vriendinnen. Een gelukzalige zucht ontsnapt mijn mond als ik mijn ogen open. Daar lig ik in mijn zolderkamer. De zon komt hier altijd als eerste binnen. Het is nu al warm, dus dat beloofd een mooie zonnige dag.

Ik sta op uit mijn bed en rek me even goed uit. Volgens mijn wekker is het pas half zeven, dus ik heb genoeg tijd om me klaar te maken. Langzaam loop ik naar mijn raam om de gordijnen weg te schuiven. Het raam stond blijkbaar de hele nacht open. Even kijk ik naar buiten, naar de straat. Het dorp slaapt nog op een enkeling na. In de bakkerij zijn ze al met het gebak bezig en dat ruik ik. Het ruikt heerlijk. De vogels fluiten en het is een typische ochtend in het Zuiden. Een typische ochtend dat is het zeker.

Voor een laatste keer kijk ik in de straat voor ik naar de badkamer vertrek. Het hele huis slaapt nog, dus ik doe mijn best om zo stil mogelijk te zijn. Dat gaat niet altijd makkelijk als je op een zoldertrap loopt. Trede voor trede met tussenpozen loop ik de trap af. Voorzichtig zet ik een voet op de tweede verdieping. Ik mag nog een verdieping naar beneden.

Ik slaap op de zolder. Op de tweede verdieping slapen mijn broertje en zusje. Stil en op mijn tenen loop ik langs de slaapkamers. Tot nu toe gaat het goed. Alleen nog het washok en dan ben ik bij de trap. Nog maar één stap. Deze stap is het meest gevaarlijk, want de plank hier kraakt. Daarom moet ik mijn gewicht goed verdelen als ik hierop stap. Voorzichtig zet ik mijn voet neer. Hoor ik een geluid? Nee? Gelukkig. Nog één trap en tien stappen verwijderd van de badkamer. Ga ik het redden om zo lang stil te blijven? Tot nu toe red ik het. Zo stil mogelijk zet ik mijn eerste stap op de trap. Lukt het?

'Shay,' roept een stem. Shit, ik was te luid. 'Wat is er Luke?' vraag ik aan mijn kleine broertje. 'Hoe laat is het?' vraagt hij nu zachter. Hopelijk heb ik Luci niet wakker gemaakt.

Luke heet eigenlijk Lucas en Luci heet eigenlijk Lucine. Ze zijn een tweeling. Hun namen komen uit het Latijn en betekenen "licht". Hoe mijn ouders bij de namen komen? Nou, mijn moeder geeft Latijn op de middelbare school en kwam deze namen tegen in verhalen toen ze zwanger was van de tweeling. Mijn vader vond alles goed, want hij mocht mijn naam uit kiezen. Het was dus haar beurt en toen koos ze voor deze namen. Ik noem de tweeling altijd bij hun bijnamen, maar mijn ouders noemen ze bij hun hele namen. Eigenlijk heet ik Shaynah en het betekent "beeldschoon". Het is een Joodse naam en ik deel mijn naam met mijn grootmoeder van vaders kant. Mijn vader is Joods opgevoed, maar we doen er niet veel mee. Zij was gestorven op de dag dat ik werd geboren. Ze stierf in een ongeluk toen ze naar het ziekenhuis kwam. Ik heb haar jammer genoeg nooit gekend. Ik vind het wel een mooie gedachte dat ik samen met haar een naam deel.

'Hoe laat is het?' vraagt hij als hij in zijn ogen wrijft. 'Het is ongeveer half zeven. Ga maar weer slapen. Ik roep je straks wel als we gaan ontbijten,' zeg ik als ik snel de trap af loop.

Meestal als de tweeling eenmaal wakker is, kunnen ze niet meer slapen. Het was gisteren laat geworden, dus hoopte ik dat ze uit konden slapen. We hadden namelijk een buurtbarbecue. Gelukkig is naast Luke niemand wakker geworden.

Ik zet de douche aan en al snel voel ik de warme waterstralen op mijn lichaam. Nu pas word ik echt goed wakker. Hiervoor was ik meer een soort zombie voor mijn gevoel. Dit is zo fijn. De shampoofles wordt opgemaakt en ik gooi hem langs het douchegordijn. Hij belandt op de vloer en het geluid is gelukkig niet hard. Langzaam zeep ik mijn haar in.

Iedereen zegt altijd dat ik prachtig haar heb, maar het voelt soms meer als een vloek. Het is soms zo zwaar en dik, maar durf het niet kort te knippen. Het grappige is dat ik mijn zwarte steile haar van mijn vaderskant heb geërfd, terwijl ik bij mijn geboorte blond leek. Iedereen bleef maar grappen maken of ik wel echt een dochter van mijn vader was tot ik een jaar of drie was. Mijn haar werd door de jaren heen steeds donkerder en rond mijn derde werd het bijna compleet zwart. Hetzelfde gebeurde later toen Luke en Luci geboren werden. Ze kwamen er beide blond uit en alleen Luci heeft papa zijn haarkleur geërfd, net als ik.

Luke lijkt soms net een kopie van mijn vader ondanks zijn blonde lokken. Hij heeft diezelfde blik in zijn ogen en dezelfde chocolade bruine ogen. Ondanks dat Luke en Luci een tweeling zijn, zijn ze precies het tegenovergestelde. Waar Luke blond haar en bruine ogen heeft, heeft Luci net als ik zwart haar en groene ogen. Luke is rustig, houdt van tekenen en gamen, waar Luci het liefste buiten leeft. Volgens mij hoopt ze stiekem nog steeds dat Tarzan bestaat en ze bij hem mag wonen later. Dat ze twaalf zijn betekent niet dat ze hun kinderlijke fantasie kwijt zijn. Gelukkig niet, want ik ben dol op ze zoals hoe ze zijn.

Voorzichtig spoel ik de shampoo uit. Zorgend dat er niets in mijn ogen terecht komt, iets wat vaker gebeurt dan ik durf toe te geven. En geloof mij maar, dat is vervelend. Ik spoel mijn lichaam af en dan zet ik de douche uit. Het douchegordijn doe ik open en ik stap uit de douche. Mijn handdoek ligt al klaar. Langzaam droog ik mezelf af en doe ik een badjas aan. Ik heb toch alle tijd van de wereld.

If I die young ~ OPTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon