4. De jonge drenkeling in de Thames.

141 6 3
                                    

Het bericht van het oorlogsministerie had een enorme impact op Lloyd, Liesl en Mary gehad. De hele avond hadden ze in de huiskamer gezeten en was de vermissing van William het onderwerp van gesprek geweest. Zo nu en dan was het een felle discussie geweest, waarbij, hoe onredelijk het ook soms was, elkaar verwijten werden gemaakt. Dan was er weer sprake van verzoening en liefde. Het was eigenlijk wel duidelijk dat Lloyd, Liesl en Mary in grote angst en onzekerheid leefden en geen flauw benul hadden hoe ze hiermee om moesten gaan. Over één ding waren ze het alle drie wel eens: ze konden geen invloed op de situatie uitoefenen en besloten dat wachten op nieuws van het oorlogsministerie, het enige was wat hen nog restte. Huilend bedacht Liesl hoe moeilijk Lloyd's ouders het wel niet gehad moeten hebben. Hun zoon was immers in 1916 zwaar gewond gevangen genomen. Liesl had zijn ouders destijds, via het Internationale Rode Kruis, op de hoogte gebracht van Lloyd's toestand. Op dat moment hadden Cathy en Percy Taylor van geen enkele instantie iets over Lloyd's lot vernomen. Dolblij waren Lloyd's ouders geweest, toen Liesl hen geschreven had, dat hun zoon er naar alle waarschijnlijkheid weer bovenop zou komen en de oorlog zou overleven. En nu zaten Lloyd en Liesl beiden in dezelfde situatie. De meest onwaarschijnlijke gedachten schoten door Liesl's hoofd.
"Zou er in Frankrijk misschien iemand zijn, die mij ook een brief over William's lot zal schrijven?" Lloyd keek op van zijn krant, waarvan hij zich op geen enkel woord had kunnen concentreren.
"Ik ben bang van niet, lieverd," reageerde Lloyd voorzichtig, bang dat hij met zijn antwoord Liesl's hoop  zou ontnemen, "lang niet iedereen heeft zo'n inlevingsvermogen als jij."  Hij schonk zijn vrouw een liefdevolle glimlach.
"Maar stel nou dat hij ergens zwaargewond ligt en dat er niemand is die..."
"Mam..!" onderbrak Mary haar moeder geërgerd, "Hou op! Je lijkt Emily Ashton, wel. Die gaat ook meteen van het ergste uit." Lloyd keek zijn dochter bewonderend aan.
"Wat is ze toch een sterke meid." dacht hij trots, terwijl hij de krant, ongelezen, naast zich neer legde, "Precies zoals haar moeder vroeger ook ooit was." Lloyd liet zijn blik van Mary naar Liesl gaan en schrok van haar aanblik. Liesl was in één avond veranderd in een ongelukkige, broze vrouw.Mary deed zich echter sterker voor dan ze in werkelijkheid was. Inwendig ging ook zij kapot aan verdriet, angst en bezorgdheid. Ze had alleen besloten om dat niet te laten blijken. Haar ouders hadden het momenteel al moeilijk genoeg met de vermissing van William. Mary nam zich voor, dat ze zich over haar geen extra zorgen hoefden te maken.

"Hoe gaat het trouwens met Mark?" vroeg Lloyd aan zijn dochter in een poging van onderwerp te veranderen. "Ik heb 'm al een tijdje niet gezien."
"Goed." antwoordde Mary. Haar ogen begonnen altijd te twinkelen, zodra haar verloofde ter sprake kwam. "Hij schreef me dat zijn squadron sinds een paar dagen overgeplaatst is naar Biggin Hill Airfield." Mary was bijzonder trots op Mark Harris. Zodra hij een vierentwintig uur verlof had, bezocht hij steevast zijn Mary en ze vond het heerlijk om met hem gearmd door Londen te lopen. Het was Mary al een paar keer opgevallen, dat andere vrouwen jaloers naar haar keken. Ze deed dan altijd alsof ze het niet zag, maar iedere keer sprong haar hart, op zo'n moment, weer van vreugde op. Mark was gevechtspiloot van een Hurricane jachtvliegtuig en was tijdens "Operatie Dynamo", de evacuatie van Duinkerke, ook actief geweest. Trots had hij Mary geschreven dat hij een Duitse duikbommenwerper had neergehaald. Lloyd en Liesl waren intussen erg gesteld op Mark geraakt en, hoewel de huidige situatie al zoveel van hen vergden, maakten ze zich ook ernstige zorgen om hem.
"Biggin Hill is een stuk dichterbij dan Wittering airfield, waar hij tot vorige week gestationeerd was." zei Mary.
"Dan zal hij je zeker vaker kunnen bezoeken."
"Ik weet 't niet Pap," antwoordde Mary bedenkelijk, "nu met die dreiging van een Duitse invasie, is Mark constant in de lucht. Ze hebben hun handen vol aan de Duitse duikbommenwerpers, die onze bevoorradingsschepen in het Kanaal tot zinken proberen te brengen. Ik heb 'm al bijna twee weken niet gezien." Lloyd knikte begrijpend.
"Er wordt die jongens niet veel rust gegund." 
Plotseling stond Liesl op.
"Ik kan er niet meer tegen!" snikte ze, "De muren komen op me af en ondertussen zit ik alleen maar te piekeren." Ze liep naar de keuken, op de voet gevolgd door Mary. Liesl was aan de keukentafel gaan zitten.
"Ik weet echt niet meer wat ik moet doen. Die onzekerheid is om gek van te worden." zei Liesl, terwijl ze haar tranen de vrije loop liet. Mary vulde de ketel met water en zette deze op het fornuis, waarna ze naast haar moeder ging zitten. Liefdevol sloeg ze een arm om haar heen.
"Ik denk dat 't met William vast wel goed komt." zei ze, terwijl ze moeite moest doen om zich van haar eigen woorden te overtuigen.
"Hij zal vast niet alleen zijn en zoals ik William ken, is ie altijd heel voorzichtig." Mary stond op en schonk het kokende water in de theepot.
"Jawel," antwoordde Liesl bedenkelijk, "maar zijn de jongens, waar die eventueel mee samen is, dat ook?"
"Ik weet 't niet, Mam. Ik kan 't alleen maar hopen." Mary schonk haar moeder een kop thee. Voorzichtig nam ze een klein slokje.
"Lekker." zei Liesl zachtjes en glimlachte door haar tranen heen naar haar dochter. "Ik weet niet wat de Duitsers de komende tijd voor ons in petto hebben, maar ik wil dat je me één ding belooft, Mary," Mary keek haar moeder vragend aan.
"En dat is?"
"Ik wil dat je me belooft, dat als het hier in Londen te gevaarlijk wordt, je een tijdje naar opa en oma Taylor gaat." Mary wist niet goed wat ze hier op moest zeggen.
"Helemaal naar Coventry?" Liesl knikte. Een paar jaar voordat de oorlog uitbrak, hadden de ouders van Lloyd besloten om Londen te verlaten en hadden een prachtige cottage weten te betrekken, net buiten het stadje in de West-Midlands. Daar wilden ze in alle rust van hun oude dag genieten.
"Maar Mam, dat is meer dan honderd mijl van jullie vandaan! Dat ga ik je echt niet beloven. Het is toch veel beter om als gezin bij elkaar te blijven en elkaar te steunen wanneer het echt zwaar gaat worden."
"Maar kindje," Liesl begon wanhopig te worden, "je snapt toch wel dat ik niet wil dat ik jou ook nog eens kwijt raak?"
"Ik kan anders heel goed op mezelf passen Mam." zei Mary vastbesloten. "Sorry, maar ik laat me niet als een klein kind wegsturen." Liesl gaf het op. Ze kende haar dochter goed genoeg om te weten dat ze net zo koppig kon zijn zoals ze dat vroeger zelf ook was geweest.

De engel in de storm.Where stories live. Discover now