Hoofdstuk 7

1K 83 4
                                    

Ik word door vredebewakers begeleid naar een kleine kamer onder de arena. Nu pas probeer ik te verzinnen hoe de arena er uit zou kunnen zien. Was het bos, zand, een berg, zee, of misschien wel toendra? Ik word er al snel zo zenuwachtig van dat ik maar besluit ermee te stoppen. Ik schiet er ten slotte niks mee op. Enobaria pakt mijn schouders vast.

"Okè Clove," zegt ze. "Ben je er klaar voor?"

Ik knik.

"Zorg dat je in ieder geval 3 messen hebt. Verspil geen wapens. Dood iedereen die je ziet en van wie je denkt dat ze een gevaar vormen."

Ik knik weer en ze wrijft over mijn wang.

"Ik weet dat je het kan. Je bent niet voor niets het meisje dat nooit mist."

"Ik ga ze allemaal vermoorden. Om naar huis te gaan." Zeg ik.

Enobaria knikt goedkeurend, en dan horen we een soort zoemer, wat betekend dat ik op een plaat moet gaan staan.

"Ik vertrouw in je." Zegt ze als de glazen buis zich om de plaat heen sluit.

Ik knipoog en dan komt de plaat in beweging. Het duwt me omhoog, verder en verder, naar het zonlicht toe. Heel even raak ik verblind, maar ik herstel me snel genoeg om nog even naar de andere tributen en de inhoud van de hoorn te kijken. Alles van mindere waarde ligt verder van de hoorn af, zoals een homp brood en een zaklampje. Ik lach een beetje schamper. Nee, ik ga voor de messen in de hoorn die ik zojuist ontdekt heb. Er hangen enkele tientallen messen, zwaarden en speren keurig aan een haakje binnen in de hoorn. Als ik een sprint trek, kan ik daar als eerste zijn. En sprinten kan ik wel, dus dat zit goed. Het lijkt er op dat Katniss niet weet wat ze moet doen, maar ik richt me meer op mezelf. Ik moet klaarstaan, ik moet sprinten. Dat kan ik, het gaat lukken. Via mijn ooghoeken bekijk ik het landschap om me heen. Aan mijn rechterhand is water, links van me is bos, net als voor mij. Alleen hier bij de hoorn is een open vlakte voor zo ver ik dat kan zien. Wat er achter me is, zal ik zo wel ontdekken. Na het bloedbad dat ik ga maken om een stap dichter bij huis te zijn. Ik sta wel op een gunstige plek, recht voor de opening van de hoorn. Wat een gunstige plek betreft heeft alleen Marvel geen goede plek, want ik zie zijn lange slungelige lichaam nog net achter de gouden hoorn staan. Ik glimlach scheef bij de laatste tien seconden. Adrenaline giert door mijn lijf heen. Het is zo spannend, ik moet klaarstaan. Mijn spieren spannen zich aan en voor de laatste keer kijk ik naar Katniss' gezicht die ze straks gaat missen. Drie, twee, èèn... Er klinkt een luide gong en ik spring van mijn plaat af. Er zijn wel een aantal mensen snel, maar niet zo snel als ik. Al snel ben ik bij de hoorn en pak het zwaard dat ik in een snelle beweging naar Cato gooi. Hij vangt hem en een jongen uit 8 is zijn eerste slachtoffer. Ik pak mijn messen en loop het veld weer op.

Cloves HongerspelenWhere stories live. Discover now