Chapter OO4 || Travelling

70 7 0
                                    

Ondanks mijn woede bleven mijn ouders maar komen. 'Beatrice...'

'Ga weg!' riep ik. Julia werkte me ook op de zenuwen door constant op mijn deur te kloppen en te zeggen dat ik me aanstelde. Ik bleef de hele dag op mijn kamer, het kamermeisje kreeg mijn toestemming om me eten te brengen. Morgen moesten we naar Florence, dacht ik somber. Victor Castiël zou me ten huwelijk vragen en ik... Ik zuchtte en draaide me op mijn zij. Er was geen ontkomen aan. Mijn ouders deden allebei nog een poging om met me te praten, maar ik negeerde ze en verborg mijn hoofd onder mijn kussen. Even bleef het stil en ik dacht dat ze het hadden opgegeven; ik haalde mijn hoofd onder het kussen vandaan - het was warm - en ging weer liggen. 'Beatrice, je gaat gewoon mee morgen!' riep mijn vader door de deur. Ik gromde en zweeg.

De volgende dag (heel erg vroeg) bonkte het kamermeisje op mijn deur. 'Vooruit juffrouw, u moet opstaan!' Ik verroerde me niet. 'Uw vader heeft me persoonlijk verteld dat hij uw deur zelf gaat openen als u weigert te komen.' Dus het zat zo. 'Laat hem maar komen,' zei ik strijdlustig. Dat was geen slimme keuze. Mijn vader stampte de trap op en schopte zo mijn deur open. Ik kromp in elkaar. 'En nu ga je direct je bed uit! Ópschieten!' brulde hij. Ik twijfelde niet om te gehoorzamen; ik sprong mijn bed uit, wachtte totdat mijn vader buiten stond, duwde mijn deur weer op zijn plek en kleedde me bliksemsnel om. Maar niet zoals het hoorde. Heel bewust "vergat" ik mijn korset en ik deed kleine sokjes aan in plaats van kousen. Zo. Ik liet me niet zomaar in een hoekje drijven. Ik kwam beneden in een stuk legere zitkamer: alle bagage was in het koetsje gepropt. 'Vooruit,' fluisterde mijn moeder, die onderaan de trap op me wachtte. Ze pakte me bij mijn arm, alsof ze dacht dat ik weg zou rennen - waar ik op dit moment ook veel voor voelde - en leidde me naar de koets. Er waren trouwens twee koetsen: een voor mijn moeder en ik en een voor vader en Julia. Ik nam samen met moeder plaats in de achterste koets. Het ontging me niet dat Julia uit het raampje van haar koets hing en haar tong naar me uitstak. Zodra iedereen zat, kwamen de koetsen in beweging. Ik leunde tegen de rugleuning. Mijn moeder, die tegenover me zat, zei opeens: 'Waar is je korset?' Ik zweeg. Voordat ik haar kon tegenhouden, trok moeder mijn onderrok weg, zodat mijn blote benen zichtbaar werden. 'Beatrice!' sputterde mijn moeder verontwaardigd, terwijl ik mijn onderrok weer goed deed, 'dat is gewoon ongehóórd!' Daar had je dat woord weer. 'Iemand van zeventien uithuwelijken aan een Italiaan niet dan?' snauwde ik. Moeder leek even uit het veld geslagen. 'Beatrice, dat is iets anders -' begon moeder sputterend, maar ik gaf haar niet de gelegenheid om uit te praten. 'Ik vind dat ik zelf mijn man mag kiezen!' zei ik. 'Dat werkt zo niet, Beatrice!' snauwde mijn moeder. Ik snoof. 'Wie bepaalt dat?' Moeder zweeg. 'Als ze zeiden dat je een opgezette slang op je hoed moest zetten, zou je dat dan ook doen?' beet ik haar toe. Mijn moeder snoof verontwaardigd, maar zweeg. 'Nou dan,' snauwde ik. De rest van de dag zwegen we.

Naast deze afschuwelijke dag moesten we daarna nog vier dagen reizen. Je kan wel bedenken hoe gezellig dat was. De vierde avond laat kwamen we aan bij het landhuis van de Castiëls. Mijn vermoeden dat alle betrokkenen behalve ik hadden geweten van het huwelijk werd bevestigd toen ik merkte dat de Castiëls overdreven aardig tegen me waren. Een dienstmeid leidde me naar mijn kamer. Ik ging meteen liggen, blij dat ik weer op een normaal bed kon slapen. Maar mijn angst over wat me te wachten stond groeide met de minuut.

Van HelsingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu