2. Arabella

118 3 0
                                    

2. Arabella

'Je hebt je gedragen als een doorgedraaide draaideur,' brom ik tegen het boek in mijn handen alsof het oren heeft. Waarom laat ik nou alles vallen als er een leuke jongen tegen me aanloopt? Alsof ik een of andere doos ben met een slechte motoriek en alleen kan kirren bij het zien van een lekker ding. Zó leuk is hij ook niet.

Op weg naar de kassa neem ik alleen Wuthering Heights mee. De hoogblonde caissière kijkt me met een lege blik aan als ze de prijs noemt en monotoon vraagt: 'Wilt u er een papieren tasje bij?'

Ik schud mijn hoofd, terwijl ik op zoek ga naar mijn gele portemonnee. Het ding ligt niet bovenop zoals ik hoopte. Natuurlijk niet. Ongetwijfeld ligt hij op de bodem. Ik zucht diep en graaf door mijn tas als een hond in een berg zand.

'Mevrouw? Als u geen geld heeft, moet u de rij verlaten.'

Mijn hartslag stijgt. Rustig, Arabella, rustig. Denk aan iets leuks. Puppy's? Ik ben licht in mijn hoofd. 'Wacht heel even.' Mijn keel is droger dan ooit en ik kan niet goed slikken. 'Ik heb hem bij me, ik weet het zeker.'

Achter me is inmiddels een rij ontstaan en ik hoor een man mopperen: 'Pak eerst je beurs voor je in de rij gaat staan. Niet iedereen heeft alle tijd van de wereld.'

Bijna flap ik eruit dat hij er inderdaad uitziet of hij elk moment om kan vallen. Net op tijd slik ik de opmerking, die ik wil maken, in. Zeggen dat hij al met een been in het graf staat en inderdaad veel minder tijd heeft, is niet beleefd. Mijn moeder zou zich doodschamen.

'Zoek je dat soms, kind? Is die van jou?'

In mijn gezichtsveld verschijnt een wandelstok en ineens zie ik het gele vierkantje en ik grijns breed. Mijn portemonnee. Met een knalrood hoofd gris ik het ding van de grond en houd hem omhoog. 'Gevonden,' zeg ik tegen het kassameisje, dat me alleen verveeld aankijkt alsof dit dagelijks gebeurt. Stomme geit.

Als ik naar buiten stap, regent het weer. De lucht is loodgrijs en er is geen stukje blauw te bekennen. Waarom kan de zon niet schijnen zoals dat hoort in augustus? Aan de andere kant: er is geen festival dat zo vaak verregent als Lowlands. Het is en blijft Nederland.

'Het stopt niet als je zo blijft staren, hoor.'

Als ik mijn hoofd weer omlaag doe zie ik hem. De jongen uit de boekhandel. Hij leunt tegen een pilaar, een sigaret tussen zijn vingers.

'Als je wacht tot Heathcliff naar beneden valt, weeg je straks een ons. Of Mr. Darcy.' Hij tikt een beetje as van het brandende stokje. 'Persoonlijk heb ik liever Angelina Jolie om mee te rollebollen.' Met zijn tong glijdt hij langs de piercing in zijn onderlip en hij trekt een mondhoek op.

De warmte schiet meteen naar boven. Ik moet wel knalrood zijn als ik in de spiegel kijk. 'Waarom maak je zo'n opmerking?' sis ik hem in gedachten toe.

Ik trek een wenkbrauw naar hem op en hij grinnikt. Bijna meteen volgt er een hoestbui, omdat hij net een hijs van zijn sigaret genomen heeft.

Ik weet dat ik weg moet rennen en de benen moet nemen, maar het is of iemand me vastgelijmd heeft aan de keitjes onder mijn voeten. Wie is deze jongen? Ik ken hem niet eens.

Zijn vingers raken mijn arm aan. 'Zullen we iets gaan drinken om het erover te hebben?'

Ja. Mijn hart lijkt het eens met dit ene woord, want het klopt sneller dan normaal en mijn adem komt er raspend uit. Nee, dat moet ik niet doen.

Langzaam leunt hij een stukje naar voren. Een vleugje sigarettenrook, vermengd met een of ander mannenparfum, drijft mijn neus binnen. Nu blijft hij daar hangen en ruik ik vast nog uren de geur van een onbekende.

Ongetemd previewWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu