Hoofdstuk 2

52 8 1
                                    

Een hele tijd zat ik gezellig met Michael te praten. We praatten over alles en nog wat. Over onze familie's, vrienden en hobby's.

Na een tijdje gaat de bel en moeten we elk naar een andere les. Jammer genoeg heeft hij nog maar 1 uur en ik nog 2. Eenmaal in de klas aangekomen zoek ik Laura op en ga uitgebreid met haar over Michael praten.

'Jeetje wat heb jij toch geluk. Hij is echt knap'. 'Je vergeet dat hij ook heel slim, grappig en attent is'. zeg ik.

We praten nog een hele tijd door totdat ik eruit gestuurd word. Giechelend loop ik de klas uit. Zelfs als ik buiten de klas sta hoor ik de leraar nog schreeuwen.

Nog steeds giechelend loop ik naar de aula toe. Tot mijn verbazing zie ik dat Michael er ook is. Hij staat met een paar vrienden te praten.

Een van zijn vrienden merkt me op en tikt Michael aan. Hij draait zich om en er verschijnt een scheve grijns op zijn gezicht.

Zijn vrienden fluiten en ik begin te blozen. Zachtjes loop ik naar het groepje toe en ga zo dicht mogelijk bij Michael staan.

'Ik wist niet dat je al klaar was'. zegt hij. 'Ben ik ook niet, ik ben eruit gestuurd'. zeg ik grinnikend. 'Oohh... Badass!' zegt de blonde jongen die mij ook al opmerkte.

'Ga je mee een ijsje halen?' zegt de blonde weer. 'oke is goed daar heb ik wel zin in'. We lopen met z'n vieren het gebouw uit.

'Ik ga niet mee, ik heb het erg druk'. zegt de bruine, Trey. 'Oh ok, ik zie je morgen wel weer'. zegt Michael. We lopen verder naar de fietsenstalling.

Ik had geen zin om mijn fiets te pakken dus spring ik bij de blonde, die Kevin heet, achterop. Binnen een paar minuten zijn we bij de ijssalon.

Ik neem een hoorntje met 2 bolletjes yoghurt perzik-sinaasappel. Kevin neemt een bolletje mokka en oreo en Michael neemt 2 bolletjes vanille. We gaan op een bankje zitten en praten heel veel.

Het valt me ineens op dat Michael niet meepraat. Als ik naast me kijk zie ik dat hij er niet meer is. Ik sta op en begin met zoeken.

Kevin kijkt me verbaasd aan en wijst dan naar een telefoonhokje. Daar staat hij. Ik loop erheen en hoor hem nog net zeggen

'Heb je haar al gevonden? We hebben haar nodig ik duld geen fouten! hoor je me!' en toen hing hij de telefoon op.

Hij draait zich om en schrikt zich dood van me. Van schrik laat hij zijn ijsje vallen. 'Oh sorry het spijt me ik wou je niet laten schrikken'.

Michael kijkt beteuterd naar zijn ijsje en kijkt dan smekend naar mijn ijsje. 'Delen?' zeg ik dan. 'Ja is goed'.

We lopen weer terug naar Kevin. Dan zie ik ineens uit mijn ooghoeken een meisje een eindje verderop staan. Ze staat achter een muurtje verstopt.

Ze houdt ons aandachtig in de gaten merk ik al. Waarom zou ze dat doen?' Meteen wanneer ik me dat afvraag is ze weg. Heb ik me haar verbeeld of stond ze er echt?

Ik besluit om er geen aandacht meer aan te besteden. Intussen heeft Kevin zijn ijsje op en heeft Michael mijne opgegeten. Ik had toch geen zin meer in dat ijsje.

We stappen op de fiets en fietsen nog wat door de stad. Daarna brengen ze me weer naar school en fiets ik alleen naar huis.

Eenmaal thuis aangekomen smijt ik de fiets in de schuur en race ik naar boven me kamer in.

Mijn kamer is best wel groot en heeft een klein balkon, met een prachtig uitzicht. Ik ga op bed zitten en kijk naar mijn muur die helemaal bezaaid is met tekeningen.

Sommige heel slordig en andere heel gedetailleerd ingekleurd. Toen ik klein was tekende ik nooit ik begon er pas mee in groep 6.

Ik ga lekker liggen en wil de tv aandoen als ik merk dat mijn afstandbedieng niet op zijn originele plek ligt.

Hij ligt iets verderop op de grond. Ik probeer hem te pakken maar ik kan er net niet bij en ik ben te lui om uit bed te stappen.

Ik wou dat hij gewoon op bed lag dan hoefde ik niet zoveel moeite te doen. Ik kijk weer naar de plek waar de afstandbediening ligt maar tot mijn grote verbazing ligt hij daar niet meer.

Hij ligt nu naast me op bed. Hoe kan dat nou hij lag net toch op de grond? Ik raak me verstand zeker kwijt.

Dan gaat me mobiel ineens af. Ik hoor het liedje dat ik heb ingesteld als ringtone. Ik blijf er even naar luisteren, dan realiseer ik me dat ik wel op moet nemen natuurlijk.

Ik neem op en meteen begint er een meisje allemaal dingen door elkaar te ratelen. Ik kan er niks van verstaan.

'Als je wilt dat ik je versta moet je wel wat langzamer praten hoor. Begin eerst eens met wie je bent en waarom je mij belt'. zeg ik.

'Mijn naam is onbelangrijk en ik bel je omdat je in gevaar bent. Ben je alleen thuis?' 'Nou volgensmijn hoor ik mijn moeder net binnenkomen maar...'

'Dat is niet je moeder, ga via het balkon naar buiten en ren naar de supermarkt daar wacht ik op je. Maar doe het wel snel'.

Net wanneer ik wat terug wil zeggen word mijn deur opengegooid. Twee mannen staan in de deur opening.

Ik slaak een gil, laat me telefoon vallen en ren naar mijn balkon toe. Ik klim over de reling heen maar word vastgegrepen door een van de mannen.

Wat is hij sterk zeg. Ik probeer te ontsnappen maar het lukt me niet. Hij tilt me weer terug over de reling.

Ik gil het uit en krijg een klap in mijn gezicht. Van schrik hou ik me mond dicht. De man gooit me op bed. De andere man doet de deur van het balkon op slot.

Ondertussen kijk ik om me heen of ik iets zie waar ik me mee kan verdedigen. Het enige wat ik zie is een oude honkbalknuppel maar die ligt helemaal aan de andere kant van mijn kamer.

Een van de mannen pakt zijn mobiel en belt iemand op. Het enige wat ik hem hoor zeggen is: we hebben haar.

Waarom ben ik zo belangrijk? Ze gaan me toch niet mishandelen ofzo. Dan haalt die man die me over de reling heeft gesleurd een touw uit een zak.

No way dat ze me daarmee gaan vastbinden. Ik kruip naar achteren in de hoop dat ze er niet bij komen. Natuurlijk komen ze er wel bij, hoe stom ben ik.

Ze lopen allebei naar me toe en duwen me op me buik. Ze binden me handen achter me rug. Me benen binden ze ook vast.

Dan neemt een van de twee me over zijn schouder en lopen ze met me naar beneden. Ze lopen door de achterdeur naar de tuin.

Tot mijn grote verbazing staat er een soort portaal ofzo. Langzaam rollen de tranen over mijn wangen. 'Wat willen jullie van mij? Waar gaan we heen?'

Op geen van die vragen antwoorden de mannen. Een van de twee loopt naar het portaal en stapt erin. Weg. Degene die mij over zijn schouder heeft wil er ook doorheen maar krijgt de kans niet.

Het meisje dat ik bij de ijssalon zag staat voor zijn neus. Ik zie dat ze de honkbalknuppel uit mijn kamer heeft gepakt.

Hij lacht en legt mij dan op de grond. Het meisje geeft de man zodra hij mij heeft neergelegd meteen een knal tegen zijn hoofd aan.

De man kijkt heel raar en valt dan op de grond. Het meisje kijkt dan naar het portaal en sluit het dan op een of andere manier.

'Wauw dat was geweldig'. zeg ik dan. 'Je had meteen naar je balkon moeten gaan dan was dit niet gebeurd'.

'Dat deed ik ook maar toen ik wou springen greep hij me en sleurde me weer terug. Hij was zo sterk dat ik niks kon beginnen. Is hij dood?. vraag ik voor de zekerheid.

'Ja, we moeten hem ergens dumpen voordat er meer komen'. 'Wie waren dat en wat willen ze van mij?' 'Dat leg ik je later wel uit, nu moeten we eerst naar een veilige plek'.

Zo, dat was alweer het tweede hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het spannend vinden en trouwe lezers blijven.

Ook wil ik jullie vragen om te voten. Ik ga snel bezig met het volgende hoofdstuk maar het kan wel een dag of drie nog duren.

Justnaomi

Anthem of the AngelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu