23. Dichtbij ~ Yentl

614 35 5
                                    

Slaperig open ik mijn ogen en word verwelkomd door een bekende geur. Geschrokken kijk ik hem aan en deins terug op mijn eigen stoel. “Hé, schone slaapster,” zegt Lars met een grijns op zijn gezicht. “Ik sliep niet…” zeg ik zwak. “Maak dat de kat wijs,” zegt hij lachend. “Oké, misschien even,” geef ik toe. “We gaan zo landen trouwens,” meldt Elle, “dus ik zal je even vastmaken als ik jou was.” Ze kijkt me met glimmende ogen ondeugend aan en ik schud mijn hoofd. Waar maken ze nou zo’n probleem van? Ik bedoel, ik lag alleen bovenop iemand anders te slapen. Ja, oké, als je het zo zegt, klinkt het inderdaad best ernstig. Fleur en Bart zitten me ook al aan te gapen en ik kijk met een opgetrokken wenkbrauw terug. “Wat is er guys?” vraag ik. “Niks,” zeggen ze tegelijkertijd. “Alleen zit er hier misschien een beetje…” zegt Fleur, terwijl ze naar haar bovenlip wijst. “Wat hebben jullie gedaan?” vraag ik argwanend en wrijf over mijn bovenlip. Wanneer ik iets plakkerigs op mijn handen voel, bekijk ik snel mijn handen. Naast me hoor ik dat Lars zijn lachen in probeert te houden. “Ik haat jullie!” zeg ik en bekijk de schade in een spiegeltje. “Hier,” zegt Elle lachend en ze geeft me een zakdoekje om de rode troep weg te werken. Ik denk zomaar dat het mijn lippenstift was. “Jullie zijn echt zo ontzettend volwassen,” zeg ik hoofdschuddend. “Ach, dat hoor ik wel vaker,” zegt Lars grijnzend, “dat is wat vrouwen aantrekkelijk vinden.”

Wanneer we allemaal goed en wel door de douane gekomen zijn, kijken we allemaal nieuwsgierig naar Elle. “Zeg El, allemaal leuk en aardig, maar hoe komen wij in dat huisje van jullie?” vraagt Lars. Eerlijk gezegd vroeg ik me dat ook af, maar aangezien het Elle’s voorstel was om in haar huis te slapen, weet ik dat het wel goed komt. Ze heeft het vast allemaal allang en breed geregeld. “Wat dacht je van lopend?” zegt ze grijnzend. “Met al deze spullen?” vraagt Lars verbaasd en kijkt naar zijn megakoffer. “Ja, je bent toch een flinke vent?” zegt ze serieus en ze knijpt dan doodleuk in zijn spierbal, “Ik geloof dat je het met die paar spiertjes wel redt naar de parkeerplaats.” Fleur begint te lachen. “Ik denk niet dat hij dat redt hoor,” zegt ze grinnikend. Lars werpt haar een boze blik toe en wilt haar gaan kietelen, maar Fleur wordt beschermd door Bart, die voor haar is gaan staan. “Dat ga je niet winnen, Larske,” zeg ik lachend en trek hem bij Bart weg. “Komen jullie nog? Of willen jullie echt lopend gaan?” vraagt Elle en ze loopt met haar koffer achter zich aan naar de uitgang van het vliegveld. Als schaapjes achter hun herder aan volgen we Elle tot aan een busje, die staat te wachten voor de ingang van het vliegveld. “Jongens, dit is Alexandro,” stelt Elle een jonge man voor, “hij is de zoon van vrienden van mijn ouders en woont in het huis naast ons.” Hij geeft iedereen een hand en kijkt me met zijn donkere ogen nauwlettend aan. Hij knipoogt naar me, wanneer hij mijn koffer aanneemt en die achterin het busje zet. Blozend kruip ik  samen met Fleur achterin het busje. Ik zie hoe Elle en Alexandro elkaar omhelzen en nadat ik haar zie blozen, weet ik dat hij die jongen is die ze leuk vindt. Ze heeft me nooit een foto van hem laten zien, maar aan de gedetailleerde omschrijving, die ze me ooit gegeven heeft, heb ik genoeg. Ze laten elkaar los en Elle kruipt voorin het busje op de bijrijdersstoel. Ik kijk weg, wanneer Alexandro me doordringend aan kijkt en die blik geeft me kippenvel. Fleur zit Bart, die voor haar zit, te plagen door hem iedere keer in zijn oor te blazen en Lars zit in zijn eigen wereldje muziek te luisteren. Bij het horen van Alexandro’s stem krijg ik de rillingen. Die gast is een creep. Ik weet niet wat het is, maar hij is zo ontzettend eng en ik snap gewoonweg niet wat Elle in hem ziet. Hij is achter het stuur gekropen en het busje begint te rijden. Ik pak mijn tas van de grond en zoek naar de brief. Wanneer ik de envelop gevonden heb, druk ik die tegen me aan. De envelop ruikt naar Ruben, net zoals de brief. Ik vraag me af wat hij er mee gedaan heeft. Misschien heeft hij die dingen wel in zijn bed neergelegd en er een nacht mee geslapen. Of misschien heeft hij ze ondergespoten met zijn deo, dat zou in principe een logischere optie zijn. Ik open de envelop en kijk naar de kriebelige letters van Ruben. De foto valt met de brief mee uit de envelop en op mijn schoot. Ik grijns bij het geweldige zicht dat ik nu heb. Die idioot heeft een foto van zichzelf gemaakt en niet zomaar een foto, maar wel te verstaan een foto van zijn sixpack. Verlangend naar een knuffel van hem bijt ik op  mijn onderlip en druk de foto tegen mijn borst aan. Ik staar naar buiten en de Italiaanse omgeving raast voorbij. Met mijn hoofd leun ik tegen het raam aan en voordat ik het doorheb, vallen mijn ogen dicht.

"Wow!" hoor ik Lars in de verte zeggen. Ik onderdruk een gaap, wanneer ik mijn ogen open en naar buiten kijk. We staan voor een groot huis, alhoewel villa een betere omschrijving is. Man, en wat voor één! Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het al een uur geleden is dat we vanaf het vliegveld vertrokken zijn. Ben ik alweer in slaap gevallen? Eerlijk gezegd vind ik het niet zo vreemd, aangezien ik vannacht om drie uur nog met Ruben aan het bellen was. Ja, ik weet het. Drie uur 's nachts is een rare tijd om met je vriendje te bellen, überhaupt een rare tijd om met iemand te praten. Maar goed, je kent het wel. Hij kon niet slapen en toevallig lag ik ook nog niet te slapen. Het was niet dat ik niet wilde slapen, maar wanneer ik het licht uitdeed, leefde mijn hersens hun eigen leven. Ik moest aan de vreemdste dingen denken. Echt waar, ik geloof dat de onbenulligste dingen voorbij gekomen zijn. Dus in plaats daarvan lag ik met het licht aan naar mijn telefoon te staren en te hopen dat ik heel misschien een berichtje van een zeker iemand zou krijgen. En daar was hij dan: het berichtje waarnaar ik verlangde. Bij het oplichten van mijn telefoon schoot ik rechtop in bed en las de lieve woorden die hij stuurde.

 

Goedenacht lieve Yen, je ligt nu waarschijnlijk te slapen. Ik zou dat eigenlijk ook moeten doen, maar jij houdt me wakker. Dat betekent dat je over me droomt. Even tussen beide, meid ik vind het fantastisch dat je over zoiets leuks, knaps en lekkers droomt, maar ik wil ook gewoon mijn rust, verder niks persoonlijks. Ohja, bijna vergeten, vergeet het sexy gedeelte niet. Nee, hoor grapje schat. Als je over me wilt dromen, blijf ik gerust wakker om je droom in vervulling te laten gaan. Wauw, nooit geweten dat ik zoveel onzin kon schrijven en dat wel om 2:26 om precies te zijn. Ik wilde je eigenlijk alleen even vertellen dat ik je mis en om je een fijne vakantie te wensen. Dus bij deze: ik mis je en een fijne vakantie. Ik houd van je! Kus, Ruben

Ik had hem meteen iets terug gestuurd en binnen de kortste keren kreeg ik zijn stem te horen. Er zijn geen woorden op de wereld die kunnen beschrijven hoe fijn ik het vond dat ik zijn stem weer hoorde. Ik kan je wel vertellen dat de tranen in mijn ogen stonden, maar ik me zeker wel het gelukkigste mens op aarde voelde. Ik voel weer tintelingen in mijn buik bij het idee van vannacht en het horen van zijn stem. We hebben denk ik wel een uur gekletst over van alles. Over zijn trainingskamp, over Italië, over het feit dat een fietsbel niet alleen een goede accessoire is voor een fiets en we hebben gediscussieerd over alles wat los en vast zat. Ik wil niet weten hoe zijn telefoonrekening er aan het einde van de maand uit ziet, maar dat is zijn probleem. Ik bedoel maar, het is gewoon hartstikke gemeen dat ik wel zijn stem kon horen, maar hem niet kon knuffelen. Waarschijnlijk, of nou ja dat hoop ik, had hij er net zo'n moeite mee als ik dat we elkaar niet konden aanraken. Ik moet zeggen, het leven van een tiener, bijna volwassene, is hard. “Stap je nog uit of ga je liever met Alexandro mee naar huis?” vraagt Fleur, terwijl ze me lachend op mijn voorhoofd tikt. “Ja, ja, ik kom al,” zeg ik. Het idee alleen al om met die gruwel mee naar huis te moeten gaan, doet me griezelen. Ik stop Ruben en de brief weer terug in de envelop en berg de envelop veilig in mijn tas op. Alexandro geeft me mijn spullen aan en ik schenk hem een glimlach. Het is maar goed dat hij me niet kent, anders had hij zeker gezien dat mijn glimlach niet nepper kon. We volgen Elle naar de tuin en wanneer we bij het zwembad staan, schieten er weer allemaal verbaasde kreten uit Lars zijn mond. “Wauw, dat zwembad is echt mega. Joh, bij zwembad in eigen tuin dacht ik aan zo’n opblaasbadje van Jip en Janneke met een plastic glijbaan erin,” zegt Lars verbaasd. We beginnen te lachen. Hij schopt zijn schoenen uit en trekt dan ook zijn shirt en broek uit. Met alleen zijn boxershort nog aan en zijn zonnebril op zijn neus springt hij in het water. “Ja, ik geloof dat dit nog wel eens een leuke vakantie kan worden,” zegt hij, wanneer hij weer boven water komt.

Een klein stukje terugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu