Dag 11 - Deel 1

15 1 0
                                    

Ik word al vroeg wakker. Meteen begin ik met voorbereidingen treffen voor de reis zo. Ik begin met het inpakken van een fles water en wat gedroogd voedsel in een rugzak, voor het geval dat. Zodra dat alles gereed is, wordt Apollo ook wakker. Ik pak wat van de inmiddels bijna lege voedselvoorraad (die toch enorm was geweest, omdat-ie een tribuut én een snelgroeiende draak in leven heeft gehouden) en gooi dat voor zijn neus neer. Hij eet alles - zoals vanzelfsprekend is - zo op. Vervolgens loopt hij naar het beekje toe en begint met gigantische slokken te drinken. Ga je gang, jongen. Dat heb je nodig.

Zodra hij en ik klaar zijn, klim ik op zijn rug. Ik bind mezelf met wat touwen, die ik ook tussen mijn enorme verzameling spullen heb gevonden, aan zijn lijf vast. Zo, dan kan ik er tenminste niet af vallen, terwijl ik banjo speel.

Apollo stijgt op en slaat één van de bredere tunnels in. We zijn er al achter gekomen dat er hier niet ver vandaan een goede plek is om uit dit grottenstelsel te komen. Een plek waar ik de afgelopen dagen bijna non-stop geleefd heb. Ik ga het wel missen, hoor. Het was een leuk optrekje. Alleen nét iets te veel vleermuis-mutts, naar mijn smaak.

Ah, daar is de zwakke plek in de muur al. De grotkamer waar die zit is duidelijk te vinden: het is namelijk de enige kamer met een "raam": Apollo sloeg tijdens een van onze tripjes samen namelijk per ongeluk met zijn staart tegen de wand aan, waardoor deze afbrokkelde en de buitenwereld liet zien. Je hebt nu vanaf hier een prachtig uitzicht op de Kraterarena.

Met veel machtsvertoon en zonder aarzeling vliegt Apollo dwars door de wand heen, zo de buitenlucht in. Brokstukken vliegen in het rond, maar het zal ons niet deren. Wij zijn hier alleen maar om die laatste tribuut te vinden en uit te schakelen.

Ik pak mijn banjo, die ik op mijn rug had gehangen, en begin een vrolijk liedje te spelen. Het heeft een leuke tekst en een aanstekelijk fluitje. Ik heb geen idee WELK lied het is, maar dat maakt me niet uit. Ik schijn de tekst helemaal te kennen, dus misschien heeft het iets te maken met die eerste zeventien jaar van mijn leven. Door mijn laidback houding en euforische glimlach tijdens het spelen vorm ik een groot contrast met mijn rijdier, die met een woest uitziende kop en opengesperde neusgaten wild heen en weer kijkt, op zoek naar ons slachtoffertje. Mijn euforische toestand is op het gegeven moment zó erg, dat ik me omdraai en onderuitzak tegen de rug van Apollo aan. Schijnbaar willen de sponsortjes dat ik doorga met spelen, want ik weet maar net een gift uit de lucht te vissen: een doosje, met daarin een plectrum. Mooi! Mijn vingers stonden toch al op bloeden,  dus nu kan ik nog even doorgaan.

Zo vliegen we ongeveer drie kwartier non-stop door, en al die tijd herhaal ik datzelfde liedje keer op keer. Nog nooit eerder heb ik zo lang in contact gestaan met mijn verleden, dus ik ben bang dat als ik ophoud, ik dan het lied weer vergeet. Één regel in de songtekst is mijn favoriet, omdat deze gewoon bijna letterlijk verklaart waar ik mee bezig ben: "I am the hunter, you are the prey, and tonight I'm gonna eat you uuuup!". Niet dat ik die tribuut echt ga opeten hoor. Maar ja, ik ben echt de Hunter, en hij is mijn prooi.

Een plotselinge luide brul van Apollo doet me opschrikken. Hij heeft iets opgemerkt! Ik hang mijn banjo weer over mijn rug en draai me om. Met samengeknepen ogen tuur ik vervolgens naar de bijna eindeloze bossen onder ons. En ja hoor: het kost even wat tijd, maar ik meen ook beweging te zien, vlakbij een open plek.

De jongen uit 4 maakt waarschijnlijk de domste keuze ooit: hij stapt de open plek op om te kijken wat er nou in cirkels boven hem langs vliegt. Ik zou hem vanaf hier met gemak af kunnen maken, maar ik weet dat het Capitool wel van drama houdt, dus geef ik Apollo opdracht om de arme stakker op te halen. De jongen uit 4 heeft net zijn hand bij het gevest van zijn zwaard als hij wordt opgevist aan zijn bovenarmen door Apollo's sterke klauwen. Vervolgens zet mijn draak, zonder enige verdere instructies nodig te hebben, weer koers naar de Kraterarena. Dat is waar het eindgevecht straks gestreden zal worden: daar heb je namelijk een open veld, dus een beter uitzicht goor de kijkers thuis. Onder Apollo's lichaam hangt de jongen uit 4 angstvallig te stribbelen, maar het helpt niet. Omdat Apollo hem bij zijn bovenarmen heeft gepakt, kan hij niet bij zijn zwaard komen.

Wat ik vreesde is gebeurd: ik ben het liedje dat ik net zong alweer vergeten. Niet dat ik mijn banjo nog pak, nu.

De vlucht terug is toch één rechte lijn, dus we zijn er binnen 10 minuten. Zodra we zijn aangekomen, zet Apollo zijn slachtoffer zo subtiel mogelijk terug op de grond. En met subtiel bedoel ik: hij gaat heel laag vliegen en laat de jongen, die inmiddels bijna geen puf neer geeft door al dat tegenstribbelen, gewoon zo op de grond neerstorten. De arme stakker maakt een paar rare rollen over de ruige bodem van de Kraterarena alvorens tot stilstand te komen. Hopelijk zijn de wonden die hij hier aan overhoudt niet al te ernstig. Anders zit er straks geen lol meer aan dit alles!

Ik laat mijn draak op een meter of tien landen, een kunst die hij inmiddels ook goed onder de knie heeft dankzij mijn coachtalenten. Ik laat mijn banjo bij hem achter, net als al mijn andere niet-wapens. Met mijn zwaard - ik heb de 25 Graden-steen erop vastgemaakt - in de schede en mijn Jagersboog plus pijl in mijn handen ben ik zo goed als onverslaanbaar.

Ik blijf stil staan kijken hoe de laatste tribuut uit District 4 langzaam opkrabbelt. Zijn t-shirt is aan flarden gescheurd, evenals de muizen van zijn handen en de complete linkerhelft van zijn gezicht. Uit zijn neus loopt een straal bloed, en ook zijn donkerbruine, korte haar zit onder de troep. Zijn groene ogen kijken me venijnig aan terwijl hij voorzichtig wat bloed van zijn half gescheurde lip likt.

'Doe het dan,' zegt hij. 'Vermoord me dan. Waarom dood je me niet gewoon meteen?'

The 11th Hunger Games (NL)Where stories live. Discover now