5

233 6 0
                                    

Langzaam fietsten ik naar huis. Ik wou eigenlijk nog heel lang bij Juul blijven maar dat mocht niet. Roosmarijn had ook mijn moeder gebeld en ook die was nu op de hoogte van het vreselijke nieuws. Ik was blij dat Juul waarschijnlijk beter zou worden, al moest ze daar wel een hele lange weg voor afleggen. De zuster had vertelt dat van de kinderen met leukemie tachtig procent beter werd en dat deed me wel goed. Maar aan de andere kant ging ik toch denken. Twintig procent haalt het niet. Ik wist dat ik dat eigenlijk niet moest doen. Ik moest alle hoop bewaren om Juul te steunen. Gellukig mocht ze overmorgen weer naar huis. Dan was ze klaar met haar eerste chemosessie. Ik mocht dan komen logeren als we het niet te laat maakten. Dat mocht niet om dat Juul moest rusten. Ze zou de laatste tijd ook vaker moe of ongezellig zijn. Wat zo'n stomme chemo allemaal kan veroorzaken, dacht ik bij mezelf. Ik stapte van mijn fiets af en zette hem in de schuur, haalde mijn sleutel uit m'n fiets en hing hem netjes aan het haakje. Ik keek door de glazen deur op de gang heen. Iedereen zat al aan tafel. Ze hadden me niet eens binnen zien komen. Ik opende de deur. "Hey Room,"zei m'n moeder. " "MeeMee thuis!" riep m'n zusje blij. Ik had geen zin om te antwoorden, en ging zitten op de stoel naast mijn moeder. Ze pakte de grote opscheplepel en ging ermee door de pan. "Ik heb geen honger." zei ik meteen. "Ach toe nou Room eet wat." zei mijn moeder. "Ik heb geen honger zei ik toch!"
Het kwam er bozer uit dan dat ik eigenlijk bedoelde. "Dan niet," zei mijn moder op overdreven rustige toon.
Daar kon ik nou echt niet tegen. Ik voelde de zelfde emoties als op de fiets opkomen. Woede,verdriet en pure machteloosheid. Ik schoof m'n stoel naar achteren en rende naar boven, stampte keihard de trap op en als druppel gooide ik voor m'n moeder ook nog keihard de deur van mijn kamer dicht. Ik schok zelf van de knal. Huilend liet ik mezelf op m'n bed vallen. Ik trok het kussen over m'n hoofd en begon keihard te huilen. Zo bleef ik even liggen. Tot dat ik geklop op de deur hoorde. "Ga weg!" schreeuwde ik. "MeeMee boos?" Het was Lotte maar. "Niet op jou hoor,"zei ik snel en Lot kwam binnen. "Moest ie huilen?" Ik kon er niet tegen als me zusje zo lief was. "Ja,ik moest huilen ja." Even was het stil. Maar toen begon Lot weer te praten. "Maar waajom?" Ik keek Lot even aan in haar mooie bruinen kraaloogjes. "Omdat Juul heeeel ziek is," was mijn antwoord. "Oh, maar dan moet Juul toch huilen?" Ik dacht na. Mijn kleine zusje had eigenlijk gelijk. Dat een kind van net 3 dat nog beter weet dan ik. "Ja eigenlijk wel,"beantwoorde ik haar vraag. "Ik ga kleuren,"zei Lotte en ze liep mijn kamer uit. Ik dacht nog eens goed na. Het was apsoluut waar wat ze zei. Ik mocht niet huilen.
Alleen Juul had alle recht om te huilen. Zij had deze vreselijke ziekte en niet ik. Ik was gezond en er was niks mis met me. Julia was hier de gene die vanaf vandaag constant pijn moest voelen. En ik zat hier een potje te janken! Ik raapte mezelf weer snel bij elkaar en liep naar beneden. "Ik weet dat het moeilijk voor je is, maar je hoeft dat niet op mij af te reageren."
Mijn moeder klonk niet boos maar toch voelde ik me een beetje schuldig. "Sorry" zei ik terwijl ik aan tafel ging zitten. Mijn moeder ging weer met de opscheplepel in de pan en we gingen verder alsof er niets gebeurd was.

Zonder jouWhere stories live. Discover now