Hoofdstuk 2: Perron 9¾

786 40 2
                                    


Een maand ging voorbij, Ares ging naar Frankrijk om Brielle Belmont, zijn vriendinnetje, te bezoeken. Ze is een prachtig meisje. Donkere chocolade kleurige ogen keken altijd vrolijk de wereld in. Haar blonde lokken kwamen tot over haar schouders, meestal waren ze elegant opgestoken. Ze was één van de vriendelijkste en elegantste meisjes die Selene ooit had ontmoet op haar moeder na. Ares en Brielle passen perfect bij elkaar.
Selene bleef thuis, opgesloten binnen de muren van het paleis. Terwijl de dagen voorbij gingen schilderde en las Selene. Er waren dagen dat ze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bij de pond lag. Of ze liep door de bloementuin van het paleis.

Het was een warme zomer avond, de zonnestralen scheen door het glas in loot van de werk kamer van Koning Charles. Selene en haar ouders waren aanwezig, maar er was nog een man. Hij was lang, mager en oud, te oordelen naar zijn zilver grijze haar en baard, die zo lang waren dat hij ze allebei gemakkelijk in zijn broek kon stoppen. Hij droeg een lang gewaad, een paarse mantel die over de grond streek en laarzen met gespen en hoge hakken. Zijn heldere, blauwe ogen twinkelden achter zijn halfronde brillenglaasjes en zijn neus was lang en krom, alsof hij minstens twee keer gebroken was. Hij heette Albus Dumbledore. Het schoolhoofd van Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-pocus.
Koningin Victoria had hem persoonlijk een brief gestuurd met de wit zwarte familie uil, Hermes. Hermes de boodschapper van de Griekse goden, Victoria had de naam gekozen. Geen wonder, ze was nog steeds geobsedeerd door de Griekse mythologie.
Selene was blij verrast toen haar ouders de vorige dag vertelden dat Professor Albus Dumbledore zou langskomen en dat ze samen alle voorzorgsmaatregels zouden bespreken zodat er niets met prinses Selene zou gebeuren terwijl ze verbleef in Zweinstein.
'Ah Prinses Selene, het is mij een genoegen u te ontmoeten. Victoria heeft al veel over je verteld.' Een licht roze blosje verscheen op de appeltjes van haar wangen. 'Het genoegen is geheel wederzijds Professor Dumbledore.' Charles kuchte zachtjes. 'Zullen we beginnen?' 'Maar natuurlijk.'
'Het is een eer dat Zweinstein Selene mag ontvangen als één van zijn leerlingen. 300 jaar geleden was de laatste keer dat Hogwarts een koninklijke erfgenaam mocht ontvangen.
Ik verzeker u dat ze veilig is op Zweinstein. De professoren zullen er alles aan doen dat ze veilig is, ook de schouwers die aanwezig zullen zijn door heen het schooljaar houden een oogje in het zeil.' Selene zuchtte zachtjes, ze had er een hekel aan als wachters of eender wie haar in de gaten hield. Maar ze had het er voor over. 'Ze moet ook een apart slaapvertrek hebben,' zei Selenes vader, zijn gezicht stond serieus. 'Zeker? Is het niet beter voor juffrouw Selene dat ze gewoon een kamer deelt met haar huisgeno-' 'Nee,' onderbrak koning Charles Albus. 'Ze moet apart slapen! Ik sta er op. Mijn dochter mag naar uw school komen maar wel op deze voorwaarden!' Victoria legde haar rechter fijne, kleine hand op haar man zijn schouder. Ze kneep hem zacht. Meteen ontspande Charles zich. 'Ik wil gewoon dat haar niets over komt. Ze is mijn enigste dochter. Er mag niet nog eens iets gebeuren met één van onze kinderen.' De woorden verlieten Charles zijn mond in een gefluister. Hoewel de zachte, stille woorden had iedereen het luid en duidelijk verstaan. De spannen was om te snijden. 'Maak je geen zorgen lieverd, Albus zal goed voor haar zorgen, trouwens haar neven en nicht zullen daar ook zijn. Ze is niet alleen.' Selenes ogen dwaalden van haar moeder naar haar professor Dumbledore en tot slot naar haar vader. 'Ik red me wel, vader. Ik red me altijd.' Hij zuchtte. 'Ga maar naar je kamer Selene, lieveling. Je moeder en ik moeten nog enkele zaken bespreken met professor Dumbledore.' Selene knikte en glimlachte. 'Tot ziens professor Dumbledore, het was een eer u te ontmoeten.' 'Het was mij ook een hele eer prinses Selene, tot bij het banket aan het begin van het jaar. Blubber! Kleinood! Kriel!' Selene knipperde een paar keer, ze had nog nooit iemand ontmoet zoals Dumbledore. Een kleine glimlach verscheen op haar vlekkeloze gezicht.

Op één september, de dag van vertrek, werd Selene wakker rond vijf uur in de ochtend. Ze was te nerveus en enthousiast om terug te gaan slapen. Die nacht had ze verschrikkelijk slecht geslapen. Als ze eerlijk was had ze er geen idee van wat ze er van moest verwachten. In de maand die had gepasseerd was ze één keer met haar ouders naar Zweinstein geweest. Daar stond haar vader op. Ze was verwonderd. De plek en het kasteel waren zo mooi! Zo magisch! Het was alles waar ze ooit van had gedroomd. Toen ze in de hangen liep voelde ze zich weer een klein meisje.

De maan prinses // Sirius BlackOnde histórias criam vida. Descubra agora