altijd & nooit.

83 13 1
                                    

Zag je mij staan?
Want ik zag jou. Altijd.
Je was altijd aanwezig.
Hoe kon ik je dan vergeten?

Voelde jij het zelfde?
Want wat ik voelde was ongewoon. Altijd.
Het was altijd jij die ik voelde.
Hoe kon ik je dan vergeten?

En dan,
als ik jou zie.
Wil ik roepen: 'Hou van mij!'.

Maar,
hou je van mij?
Want anders gaat het niet. Nooit.
Doordat je het nooit zei
kon ik je niet vergeten.

Brieven aan jou.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu